
1 | Bovenklep |
2 | Toneroverloopfles |
3 | Rechterzijklep |
4 | Voorklep |
Haal de nieuwe toneroverloopfles uit de verpakking.
Open de voorklep.
| LET OP: HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. |

Open de bovenklep.

Verwijder de rechterzijklep.

Verwijder de toneroverloopfles.

Verpak de gebruikte toneroverloopfles.
Zie Lexmark-producten recyclen voor meer informatie.
Plaats de nieuwe toneroverloopfles.

Plaats de rechterzijklep.

Sluit de bovenklep.
Sluit de voorklep.
Open de voorklep.
| LET OP: HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. |

Open de bovenklep.

Verwijder de tonercartridges.

Verwijder de rechterzijklep.

Verwijder de toneroverloopfles.

Til de blauwe hendels van de beeldverwerkingskit op en trek de kit naar voren tot deze niet verder kan.

Druk de blauwe hendels omlaag, pak de groene handgrepen aan de zijkanten vast en trek de beeldverwerkingskit naar buiten.

Haal de vervangende zwarte en kleurenbeeldverwerkingskit uit de verpakking.

Opmerkingen:
Verpak de gebruikte beeldverwerkingskit.
Zie Lexmark-producten recyclen voor meer informatie.

| Opmerking: Als u de zwarte beeldverwerkingskit vervangt, moet u de cyaan, magenta en gele developer-eenheden bewaren. Gooi alleen de zwarte developer-eenheid weg. |
Schud de gele, cyaan, magenta en zwarte developer-eenheden voorzichtig heen en weer.

Verwijder de rode verpakkingsstrip en de stoffen bescherming van de developer-eenheden.

Plaats de gele, cyaan, magenta en zwarte developer-eenheden in de juiste sleuf voor de betreffende kleur.

Verwijder de rode verpakkingsstrip van de beeldverwerkingskit.

| Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Raak de glanzende fotoconductortrommel onder de beeldverwerkingskit niet aan. Dit kan de afdrukkwaliteit van toekomstige afdruktaken verminderen. |

Lijn de beeldverwerkingskit uit en plaats de kit in de printer.

Duw de blauwe hendels omlaag totdat de beeldverwerkingskit op de goede plaats zit.

Plaats de toneroverloopfles.

Plaats de rechterzijklep.

Plaats de tonercartridges.

Sluit de bovenklep.
Sluit de voorklep.
| Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Schade die wordt veroorzaakt door het gebruik van een tonercartridge die niet van het merk Lexmark is, valt niet onder de garantie. |
| Opmerking: als u tonercartridges gebruikt die niet van het merk Lexmark zijn, kan dit resulteren in verminderde afdrukkwaliteit. |
Verschuif de ontgrendeling aan de rechterkant van de printer en open de bovenklep.

Verwijder de tonercartridge door de hendel omhoog te drukken en de cartridge voorzichtig uit de beeldverwerkingskit te trekken.

Pak de nieuwe tonercartridge uit en verwijder het verpakkingsmateriaal.

Lijn de nieuwe tonercartridge uit en druk deze vervolgens omlaag totdat de cartridge op zijn plaats zit.

Sluit de bovenklep.

Plaats de gebruikte tonercartridge in de zak waarin de vervangende tonercartridge was verpakt en sluit de zak af voor u de cartridge weggooit.
Zie Lexmark-producten recyclen voor meer informatie.
Vervang een developer-eenheid als er een probleem met de afdrukkwaliteit optreedt of als de printer is beschadigd.
Open de voorklep.
| LET OP: HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. |

Open de bovenklep.

Verwijder de tonercartridges.

Verwijder de rechterzijklep.

Verwijder de toneroverloopfles.

Til de blauwe hendels van de beeldverwerkingskit op en trek de kit naar voren tot deze niet verder kan.

Druk de blauwe hendels omlaag, pak de groene handgrepen aan de zijkanten vast en trek de beeldverwerkingskit naar buiten.
| Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Raak de onderkant van de beeldverwerkingskit niet aan. Dit kan de beeldverwerkingskit beschadigen. |

Verwijder de gebruikte developer-eenheid.

Schud de vervangende developer-eenheid voorzichtig heen en weer voor u de eenheid uit de verpakking haalt.

Verwijder de rode transportbescherming van de developer-eenheid.

Plaats de developer-eenheid.

Lijn de beeldverwerkingskit uit en plaats de kit in de printer.

Duw de blauwe hendels omlaag totdat de beeldverwerkingskit op de goede plaats zit.

Plaats de toneroverloopfles.

Plaats de rechterzijklep.

Plaats de tonercartridges.

Sluit de bovenklep.
Sluit de voorklep.
Verpak de gebruikte developer-eenheid in de zak waarin de vervangende developer-eenheid was verpakt en sluit de zak af voor u de eenheid weggooit.
Zie Lexmark-producten recyclen voor meer informatie.