Opmerking: Gebruik de modus Setup (Instellen) om de printer naar wens te configureren. Druk in het hoofdmenu op LineFeed (Regeldoorvoer) om een lijst met standaardinstellingen af te drukken. |
De volgende lijstitems staan bovenaan op de pagina van het hoofdmenu.
Met de opties voor formuliermacro's kunt u macro's aanpassen zodat u deze kunt gebruiken voor het afdrukken van een scala aan formulieren.
In de gegevensopties staat gedefinieerd hoe naar de printer verzonden informatie wordt verwerkt.
In de bedieningsopties staat gedefinieerd hoe de printer veel elementaire taken uitvoert.
In de emulatieopties staat gedefinieerd hoe de printer samenwerkt met het programma.
In de interfaceopties staat gedefinieerd hoe informatie wordt verzonden van de computer naar de printer.
Opmerking: Gebruik de modus Setup (Instellen) om de printer naar wens te configureren. Druk in het hoofdmenu op LineFeed (Regeldoorvoer) om een lijst met standaardinstellingen af te drukken. |
Hieronder vindt u een overzicht van de opties en instellingen voor formuliermacro's die u op de printer kunt gebruiken.
Met Default Macro (Standaardmacro) kunt u de gewenste macro selecteren die standaard wordt weergegeven als de printer wordt ingeschakeld. Kies Disabled (Uitgeschakeld) als u een macro niet als standaardinstelling wilt gebruiken.
Opmerking: Enabled (Ingeschakeld) is de standaardinstelling. |
Gebruik de volgende opties om wijzigingen in tekenopties te selecteren:
Default Font (Standaardlettertype): hiermee selecteert u het gewenste lettertype uit de lijst met beschikbare lettertypen.
Font Lock (Lettertypevergrendeling): selecteer Yes (Ja) om Font Lock (Lettertypevergrendeling) als standaardinstelling te kiezen, zelfs nadat de printer is uitgeschakeld en opnieuw is ingeschakeld.
Default Pitch (Standaardpitch): selecteer de pitch die u als standaard wilt instellen uit de lijst met beschikbare pitches.
Opmerking: Niet alle pitches zijn beschikbaar voor alle lettertypes. |
Pitch Lock (Pitchvergrendeling): selecteer Yes (Ja) om Pitch Lock (Pitchvergrendeling) als standaard in te stellen, zelfs nadat de printer is uitgeschakeld en opnieuw is ingeschakeld.
Code Page (Codepagina): selecteer een van de volgende codepagina's voor verschillende taalsets: 437, 850, 858, 860, 861, 863, 865, 437G, 813, 851, 853T, 857, 869, 920, 1004 of 1053.
Opmerkingen:
Character Set (Tekenset): selecteer tekenset 1 of tekenset 2.
Opmerking: Tekenset 1 is de standaardinstelling voor de VS en tekenset 2 is de standaardinstelling voor de Europese Unie. |
Gebruik de volgende opties om wijzigingen in de opties voor de verwerking van papier te selecteren:
Auto Tear Off (Auto-afscheuren)
On (Aan): kettingformulieren worden automatisch naar de afscheurpositie gevoerd.
On (Aan): u kunt de perforatierand van een kettingformulier handmatig naar de afscheurpositie doorvoeren.
Opmerking: On (Aan) is de standaardinstelling. |
Auto Cut Sheet Load (Losse vellen automatisch laden)
On (Aan): losse vellen papier worden automatisch ingevoerd tot de Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel).
On (Aan): druk op FormFeed (Papierdoorvoer) om het papier te plaatsen.
Opmerking: On (Aan) is de standaardinstelling. |
Auto Sheet Feeder (Automatische papierlader)
On (Aan): het papier wordt automatisch geplaatst als de optionele automatische papierlader is geïnstalleerd.
Opmerking: On (Aan) is de standaardinstelling. |
Form Length (Formulierlengte)
Met deze optie kunt u de formulierlengte instellen (in regels per pagina) van één regel tot maximaal 22 inch.
Left Margin (Linkermarge)
Met deze optie kunt u het aantal inches in de linkermarge instellen in stappen van 0 inch tot 3 inch.
Right Margin (Rechtermarge)
Met deze optie kunt u het aantal inches in de rechtermarge instellen in stappen van 4 inch tot 8 inch. Bij een breed transportmodel bedraagt de rechtermarge 13.6 inch.
Lines Per Inch (Regels per inch)
Hiermee kunt u het aantal tekstregels in een inch instellen van 3 tot 8.
Opmerking: "6" is de standaardinstelling. |
Eject by FF (Uitwerpen door papierdoorvoer)
On (Aan): hiermee kunt u geplaatste losse vellen papier uitvoeren door op FormFeed (Papierdoorvoer) te drukken.
Opmerking: On (Aan) is de standaardinstelling. |
Opmerking: Gebruik de modus Setup (Instellen) om de printer naar wens te configureren. Druk in het hoofdmenu op LineFeed (Nieuwe regel) om een lijst met standaardinstellingen af te drukken. |
Hieronder vindt u een overzicht van de gegevensopties en -instellingen die u op de printer kunt gebruiken:
Minimum (Minimaal): hiermee stelt u de grootte van de ontvangstbuffer in op nul.
Maximum (Maximaal): hiermee stelt u bij de modellen 2580+ of 2581+ de grootte van de ontvangstbuffer in op 64 kB of 480 kB, afhankelijk van het feit of NLQ II (Near Letter Quality) Download (Downloaden naar NLQ II) is ingeschakeld.
Maximum (Maximaal): hiermee stelt u bij de modellen 2590+ of 2591+ de grootte van de ontvangstbuffer in op 47,5 kB of 480 kB, afhankelijk van het feit of Download (Downloaden) is ingeschakeld.
Opmerking: Maximum (Maximaal) is de standaardinstelling. |
Hiervoor moet er een opdracht voor een nieuwe regel worden uitgevoerd.
On (Aan) - Na iedere harde return (HR) wordt op een nieuwe regel begonnen.
Off (Uit)—Na een harde return (HR) wordt niet op een nieuwe regel begonnen.
Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Hiervoor moet er een harde return (HR) worden uitgevoerd.
On (Aan) - Er wordt een harde return uitgevoerd nadat de opdracht voor een nieuwe regel is ontvangen.
Off (Uit) - Er wordt geen harde return uitgevoerd nadat de opdracht voor een nieuwe regel is ontvangen.
Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
On (Aan) - De nul (0) wordt afgedrukt met een schuine streep door het midden.
Off (Uit) - De nul (0) wordt afgedrukt zonder schuine streep door het midden.
Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Enabled (Ingeschakeld): hiermee wordt gedeelte van de ontvangstbuffer wordt gereserveerd voor het downloaden van lettertypen.
Disabled (Uitgeschakeld): hiermee wordt de gehele buffer als ontvangstbuffer gebruikt.
Opmerking: Ingeschakeld is de standaardinstelling. |
Enabled (Ingeschakeld): hiermee wordt gedeelte van de ontvangstbuffer wordt gereserveerd voor het downloaden van lettertypen.
Disabled (Uitgeschakeld): hiermee wordt de gehele buffer als ontvangstbuffer gebruikt.
Opmerking: Ingeschakeld is de standaardinstelling. |
Enabled (Ingeschakeld): hiermee wordt codepagina 858 vervangen door codepagina 850 zodat oudere programma's toegang hebben tot de Europese tekens.
Disabled (Uitgeschakeld): hiermee wordt geen vervanging van de codepagina toegepast.
Opmerking: Disabled (Uitgeschakeld) is de standaardinstelling. |
Opmerking: Gebruik de modus Setup (Instellen) om de printer naar wens te configureren. Druk in het hoofdmenu op LineFeed (Regeldoorvoer) om een lijst met standaardinstellingen af te drukken. |
Hieronder vindt u een overzicht van de bedieningsopties en -instellingen die u op de printer kunt gebruiken.
On (Aan): de printer drukt per regel unidirectioneel af (in de NLQ-modus).
Off (Uit): de printer drukt de regels bidirectioneel af. Proportionele spatiëring is een uitzondering. Als deze pitch is geselecteerd, wordt er nog steeds unidirectioneel afgedrukt.
Opmerking: Off (Uit) is de standaardinstelling. |
Hiermee stelt u in of de printer naar de stand Ready (Gereed) gaat als er een los vel papier is geplaatst.
On (Aan): de printer gaat automatisch naar de stand Ready (Gereed) als er een los vel papier is geplaatst.
Off (Uit): de printer blijft offline als er een los vel papier is geladen. Druk op Start/Stop (Starten/Stoppen) zodat de printer terugkeert naar de stand Ready (Gereed).
Opmerking: On (Aan) is de standaardinstelling. |
Enabled (Ingeschakeld): er wordt een alarm weergegeven als het papier in de printer op is.
Disabled (Uitgeschakeld): er wordt geen alarm weergegeven als het papier in de printer op is.
Opmerking: Deze functie is standaard ingeschakeld. |
Enabled (Ingeschakeld): hiermee drukt u een demopagina af.
Disabled (Uitgeschakeld): hiermee drukt u een demopagina af.
Opmerking: Deze functie is standaard ingeschakeld. |
Selecteer de weergavetaal van de menu's. U kunt kiezen uit Engels, Frans, Duits, Italiaans, Spaans en Braziliaans Portugees.
Opmerking: De standaardinstelling is Engels |
Enabled (Ingeschakeld): de Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel) wordt gecontroleerd voordat het afdrukken op kettingpapier begint.
Disabled (Uitgeschakeld): de Top-Of-Form (Positie eerste afdrukregel) wordt niet gecontroleerd voordat het afdrukken op kettingpapier begint.
Opmerking: Deze functie is standaard ingeschakeld. |
Enabled (Ingeschakeld): het geluidsniveau tijdens het afdrukken wordt gereduceerd.
Disabled (Uitgeschakeld): het geluidsniveau tijdens het afdrukken is normaal.
Opmerking: Uitgeschakeld is de standaardinstelling. |
Opmerking: In de stille modus gaat het afdrukken langzamer. |
Opmerking: Gebruik de modus Setup (Instellen) om de printer naar wens te configureren. Zie Modus Setup (Instellen) gebruiken voor meer informatie. Druk in het hoofdmenu op LineFeed (Nieuwe regel) om een lijst met standaardinstellingen af te drukken. |
Selecteer de emulatieopties uit de modi IBM (de standaardinstelling), Epson of OKI. Raadpleeg voor meer informatie over gegevensstroomwijzigingen de Technical Reference (alleen Engelstalig) op de website: www.lexmark.com.
Proprinter III (alleen beschikbaar op 2580+ of 2581+ printers) zorgt voor compatibiliteit met de Proprinter III.
On (Aan): de printer emuleert een Proprinter III.
Off (Uit): de printer werkt met extra mogelijkheden.
Met AGM (alleen beschikbaar op de modellen 2590+ of 2591+) kunt u de 24-draads grafische opdrachten met een hoge resolutie gebruiken. Deze opdrachten zijn gelijk aan de opdrachten die worden gebruikt bij de Epson LQ570 of LQ 1070.
On (Aan): grafische opdrachten zijn beschikbaar.
Uit (Off): grafische opdrachten zijn niet beschikbaar.
Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Table Select (Tabel selecteren): hiermee kunt u Italic Character Table (Italiaanse tekentabel) of Epson Extended Graphic Character Table (Tabel met uitgebreide grafische tekens van Epson) selecteren.
Opmerking: Graphics (Grafisch) is de standaardinstelling. |
Int'l Char Set (Internationale tekenset): hiermee kunt u de tekenset selecteren die hoort bij de taal waarin u wilt afdrukken.
Opmerkingen:
In de OKI-modus kunt uit de volgende functies selecteren:
7 or 8 Bit Graphics (7- of 8-bits afbeeldingen)
Paper Out Override (Papier op negeren)
Reset Inhibit (Reset voorkomen)
Print Suppress Effective (Afdrukken onderdrukken ingeschakeld)
Print DEL Code (DEL-code afdrukken)
Opmerking: Gebruik de modus Setup (Instellen) om de printer naar wens te configureren. Druk in het hoofdmenu op LineFeed (Regeldoorvoer) om een lijst met standaardinstellingen af te drukken. |
Hieronder vindt u een overzicht van de interfaceopties en -instellingen die u op de printer kunt gebruiken.
De instelling voor automatische selectie selecteert automatisch de printerinterface uit de beschikbare verbindingskabels.
De volgende verbindingskabels zijn beschikbaar: parallelle kabel, USB-kabel, seriële kabel (alleen beschikbaar als een optionele seriële interface is geïnstalleerd) en netwerkkabel (alleen beschikbaar op netwerkmodellen)
Opmerking: Autom. is de standaardinstelling. |
Enabled (Ingeschakeld): honoreert het initialisatiesignaal op de parallelle poort.
Disabled (Uitgeschakeld): negeert het initialisatiesignaal op de parallelle poort.
Opmerking: Deze functie is standaard ingeschakeld. |