Interne, draadloze adapter

Aansluiten op een draadloos netwerk.

• De printer in- en uitschakelen.

• Een afdruktaak annuleren. Druk tijdens het afdrukken op .

• Papier in- of uitvoeren.

• Problemen oplossen.

Toegangsklep

• Inktcartridges installeren of vervangen.

• Vastgelopen papier verwijderen.

Wi-Fi-aanduiding

Draadloze status controleren:

• Uit: dit geeft aan dat de printer is uitgeschakeld.

• Oranje:

  • dit geeft aan dat de printer gereed is voor configuratie voor draadloos afdrukken en is aangesloten op een draadloos netwerk

  • dit geeft aan dat de printer is aangesloten voor afdrukken via USB

• Oranje, knippert: dit geeft aan dat de printer is geconfigureerd maar niet kan communiceren met het draadloze netwerk.

• Groen: dit geeft aan dat de printer is aangesloten op een draadloos netwerk

Papieruitvoerlade

Papier opvangen dat wordt uitgevoerd.

Papierbaanbeschermer

Voorkomen dat onderdelen in de papiersleuf vallen.

Papiergeleider

Het papier recht houden wanneer het wordt ingevoerd.

Papiersteun

Papier in de printer plaatsen.

USB-poort

De printer rechtstreeks aansluiten op de computer met een USB-kabel.

Netvoeding

De printer aansluiten op een voedingsbron via het netsnoer.

1. Sluit het netsnoer stevig aan op de netvoedingsaansluiting op de printer.

2. Sluit het netsnoer aan op een stopcontact dat eerder voor andere elektrische apparaten is gebruikt.

   

3. Druk op als het lampje niet brandt.

Interne, draadloze adapter

Aansluiten op een draadloos netwerk.