Terug naar Hoofdpagina

Inktcartridges vervangen

U kunt voor de Alles-in-één de volgende cartridges gebruiken:

Linkercartridgehouder:

Kleureninktcartridges

Rechtercartridgehouder:

Zwarte-inktcartridges

26

27

16

17

Inktcartridges verwijderen

  1. Controleer of het aan/uit-lampje brandt.
  2. Til de scannereenheid op tot de scannersteun volledig is uitgeschoven. Als de Alles-in-één niet bezig is, beweegt de cartridgehouder zich naar de laadpositie.

  3. Til de deksels op.



  4. Til de cartridges uit de houders. Bewaar de cartridges in een luchtdichte verpakking of gooi de cartridges weg. Neem hierbij de geldende milieuvoorschriften in acht.

  5. Klik de deksels vast.

  6. Til de scannereenheid op en duw de scannersteun naar achteren terwijl u de scannereenheid laat zakken tot deze volledig is gesloten.

Inktcartridges installeren

  1. Controleer of het aan/uit-lampje brandt.
  2. Til de scannereenheid op tot de scannersteun volledig is uitgeschoven. Als de Alles-in-één niet bezig is, beweegt de cartridgehouder zich naar de laadpositie.

  3. Til de deksels op.



  4. Als u nieuwe cartridges installeert, verwijdert u de sticker en de transparante tape aan de onderzijde van de cartridges.

    Waarschuwing: zorg dat u de goudkleurige contactgedeelten aan de achter- en onderkant van de cartridges niet aanraakt of verwijdert.
  5. Plaats de zwarte-inktcartridge in de rechterhouder en de kleureninktcartridge in de linkerhouder. Zorg ervoor dat de cartridges stevig in de houder zijn geplaatst.

  6. Klik de deksels vast.

  7. Til de scannereenheid op en duw de scannersteun naar achteren terwijl u de scannereenheid laat zakken tot deze volledig is gesloten. De scannereenheid moet zijn gesloten voordat u een taak kunt afdrukken.

  8. Open het hulpprogramma Lexmark 2200 Series Utility als u de cartridges hebt geïnstalleerd.
  9. Klik op de knop Cartridge installeren/vervangen.
  10. Volg de aanwijzingen op het scherm en klik op Ga door. Het dialoogvenster Cartridges controleren wordt weergegeven.
  11. Selecteer de artikelnummers van de cartridges die u hebt geïnstalleerd. Zie Inktcartridges onderhouden voor meer informatie over artikelnummers van cartridges.
  12. Selecteer Ja, deze is oud als u de cartridge eerder hebt gebruikt of Nee, deze is nieuw als u de cartridge voor het eerst gebruikt. Als een eerder gebruikte cartridge onjuist wordt aangeduid als nieuwe cartridge, wordt wellicht onjuiste informatie over de inktvoorraad weergegeven in het hulpprogramma.
  13. Klik op OK.
Verwant onderwerp
Inktcartridges onderhouden
Terug naar Lexmark 2200 Series Utility
Terug naar Hoofdpagina