Handeling: | Aandachtspunten: |
Normaal papier plaatsen | Gebruik normaal papier dat geschikt is voor inkjetprinters. |
Kaarten plaatsen |
- Gebruik kaarten (wenskaarten, indexkaarten, fotokaarten of briefkaarten) die geschikt zijn voor inkjetprinters.
- Controleer of de kaarten niet dikker zijn dan 0,63 mm.
- Plaats de kaarten verticaal tegen de rechterzijde van de papiersteun.
Opmerking: | als u foto's afdrukt op kaarten, kunt u het beste de afzonderlijke foto's verwijderen zodra ze uit de printer komen en de foto's laten drogen. Hiermee voorkomt u dat de inkt gaat vlekken. Foto's moeten langer drogen. |
|
Enveloppen plaatsen |
- Gebruik enveloppen die geschikt zijn voor inkjetprinters.
- Plaats de enveloppen verticaal tegen de rechterzijde van de papiersteun.
- Plaats de enveloppen met de locatie voor de postzegel linksboven.
- Druk de papiergeleider in en schuif deze tegen de linkerzijde van de enveloppen.
Opmerking: | gebruik geen enveloppen met gaten, perforaties, uitsparingen, reliëf, sluitkoordjes en metalen klemmetjes of sluitingen, of naar boven gevouwen plakranden. |
|
Coated papier in de printer plaatsen |
- Gebruik coated papier dat geschikt is voor inkjetprinters.
- Plaats het papier met de zijde met de coating naar u toe gericht.
|
Fotopapier of glossy papier plaatsen |
- Gebruik glossy of fotopapier dat geschikt is voor inkjetprinters.
- Plaats het papier met de glanzende zijde naar u toe gericht.
Opmerking: | foto's moeten langer drogen en u kunt daarom het beste de afzonderlijke foto's verwijderen zodra ze uit de printer komen en de foto's laten drogen. Hiermee voorkomt u dat de inkt gaat vlekken. |
|
Opstrijktransfers plaatsen |
- Gebruik opstrijktransfers die geschikt zijn voor inkjetprinters.
- Plaats de opstrijktransfers één voor één.
- Plaats de opstrijktransfers met de afdrukzijde (lege zijde) naar u toe gericht.
- Plaats opstrijktransfers verticaal tegen de rechterzijde van de papiersteun.
|
Transparanten plaatsen |
- Gebruik transparanten die geschikt zijn voor inkjetprinters.
- Plaats de transparanten met de ruwe zijde naar boven.
- Verwijder het achtervel van de transparanten voordat u deze in de printer plaatst.
- Plaats de transparanten met de verwijderbare strips van u af gericht in de All-in-One.
Opmerking: | transparanten moeten langer drogen. U kunt daarom het beste de afzonderlijke transparanten verwijderen zodra ze uit de All-in-One komen en ze dan laten drogen. Hiermee voorkomt u dat de inkt gaat vlekken. |
|