Intelligent opslagstation (ISD)
Lettertypen
Vereenvoudigd Chinees
Traditioneel Chinees
Japans
Koreaans
Arabisch
Massaopslag
Vaste schijf van printer
Gelicentieerde functies
IPDS
Streepjescode
Lexmark TM interne oplossingenpoort
IEEE 1284-B parallelle kaart
RS-232C seriële kaart
Glasvezelpoort
Draadloze afdrukserver
MarkNet TM N8370
MarkNet N8372
MarkNet N8450
Opmerkingen:
Zet de printer uit.
Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en haal het netsnoer uit de printer.
Pak de optionele lade uit en verwijder vervolgens al het verpakkingsmateriaal.
Plaats de printer boven op de optionele lade totdat deze vastklikt .
Sluit het netsnoer aan op de printer en vervolgens op een stopcontact.
Zet de printer aan.
Voeg de lade toe in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te maken voor afdruktaken. Zie Beschikbare opties van het printerstuurprogramma toevoegen voor meer informatie.
Schakel de printer uit en trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
Verwijder de beschermkap van de controllerkaart met behulp van een schroevendraaier met platte kop.
Pak het intelligente opslagstation (ISD) uit.
Zoek de ISD-connector.
Plaats de kaart in de ISD-connector.
Bevestig de beschermkap van de controllerkaart.
Sluit de stekker van het netsnoer aan op het stopcontact en zet de printer aan.
Schakel de printer uit en trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
Verwijder de beschermkap van de controllerkaart met behulp van een schroevendraaier met platte kop.
Pak de Trusted Platform Module uit.
Zoek de TPM-connector.
Sluit de module aan op de TPM-connector.
Bevestig de beschermkap van de controllerkaart.
Sluit de stekker van het netsnoer aan op het stopcontact en zet de printer aan.
Schakel de printer uit en trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
Verwijder de beschermkap van de controllerkaart met behulp van een schroevendraaier met platte kop.
Pak de internal solutions poort (ISP)-kit uit.
1 |
ISP |
2 |
Montagebeugel |
3 |
Schroeven |
4 |
Behuizing |
5 |
ISP-verlengsnoer |
Installeer de ISP in de behuizing.
Maak de behuizing vast aan de beschermkap van de controllerkaart.
Sluit het ISP-verlengsnoer aan op de ISP-aansluiting in de controllerkaart.
Bevestig de beschermkap van de controllerkaart.
Sluit de stekker van het netsnoer aan op het stopcontact en zet de printer aan.
Opmerkingen:
Open de printermap.
In het snelmenu van de printer met de nieuwe ISP, opent u Printereigenschappen.
Configureer de poort in de lijst.
Werk het IP-adres bij.
Pas de wijzigingen toe.
Via Systeemvoorkeuren in het Apple -menu, navigeert u naar de lijst met printers en selecteert u vervolgens + > IP .
Typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Pas de wijzigingen toe.
Schakel de printer uit en trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
Verwijder de beschermkap van de controllerkaart met behulp van een schroevendraaier met platte kop.
Haal de vaste schijf uit de verpakking.
Vaste schijf op de controllerkaart bevestigen.
Bevestig de beschermkap van de controllerkaart.
Sluit de stekker van het netsnoer aan op het stopcontact en zet de printer aan.
Schakel de printer uit en trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
Verwijder de beschermkap van de controllerkaart met behulp van een schroevendraaier met platte kop.
Installeer de draadloze module in de behuizing.
Bevestig de draadloze module aan de beschermkap van de controllerkaart.
Sluit de draadloze module aan op de ISP-aansluiting in de controllerkaart.
Bevestig de beschermkap van de controllerkaart.
Sluit de NFC-kaart aan.
Sluit de stekker van het netsnoer aan op het stopcontact en zet de printer aan.
Zet de printer uit.
Breng isopropylalcohol aan op een vochtige, zachte, pluisvrije doek en veeg daarmee het oppervlak rond de USB-poort schoon.
Installeer de draadloze module.
Opmerkingen:
Controleer of er ruimte is tussen de module en de printer en bevestig vervolgens indien nodig het opvulplaatje.
Sluit de NFC-kaart aan.
Zet de printer aan.
Schakel de printer uit en trek vervolgens de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
Afhankelijk van uw printermodel zoekt u de poort van de draadloze afdrukserver.
Plaats de draadloze afdrukserver totdat deze vastklik t.
Afhankelijk van uw printermodel sluit u de deur, bevestigt u de poortklep of doet u beide.
Sluit de stekker van het netsnoer aan op het stopcontact en zet de printer aan.