Menuoptie |
Beschrijving |
---|---|
Opmerking: Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is. |
|
Taal op display
|
De taal van de tekst op de display selecteren. |
Land/Regio
|
Geeft het land of de regio aan waarin de printer is ingesteld om te werken. |
Beginconfiguratie uitvoeren
|
De installatiewizard uitvoeren. |
Toetsenbord
|
Selecteer een taal als type toetsenbord. Opmerking: Mogelijk worden niet alle waarden voor Type toetsenbord weergegeven of mogelijk is daarvoor speciale hardware nodig. |
Weergegeven informatie
|
Geef op welke informatie wordt weergegeven op het startscherm. |
Datum en tijd
|
De printerdatum en -tijd en het netwerktijdprotocol configureren. Opmerkingen:
|
Papierformaten
|
Hiermee geeft u de maateenheden voor papierformaten op. Opmerking: De eerste papierformaatinstelling wordt bepaald door het land of de regio die u hebt geselecteerd in de initiële installatiewizard. |
Helderheid van scherm
|
Helderheid van het display aanpassen. |
Toegang tot flashstation
|
Toegang tot het flashstation inschakelen. |
Time-out scherm
|
Stel de inactiviteitstijd in seconden in voordat het scherm het startscherm weergeeft of voordat de printer een gebruiker automatisch afmeldt. |
Menuoptie |
Beschrijving |
---|---|
Opmerking: Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is. |
|
Afdrukken
|
Afdrukinstellingen van de printer configureren. |
Menuoptie |
Beschrijving |
---|---|
Opmerking: Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is. |
|
Externe VNC-verbinding
|
Maak verbinding met een externe VNC-client (Virtual Network Computing) om het externe bedieningspaneel uit te voeren. |
Verificatietype
|
Het verificatietype bij toegang tot de VNC-clientserver instellen. |
Wachtwoord VNC |
Het wachtwoord opgeven voor verbinding met de VNC-clientserver. Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven als Verificatietype is ingesteld op Standaardverificatie. |
Menuoptie |
Beschrijving |
---|---|
Opmerking: Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is. |
|
Supplies
|
De geschatte status van de printersupplies weergeven. |
Instellingen e-mailmeldingen
|
E-mailinstellingen van de printer configureren. |
Foutpreventie
|
Instellen dat de printer automatisch controleert of er papier vastzit. |
Foutpreventie
|
Laat de printer automatisch doorgaan met het verwerken of afdrukken van een taak nadat bepaalde vormen van interventie zijn verholpen. |
Foutpreventie
|
Stel de printer in om opnieuw op te starten als er een fout optreedt. |
Foutpreventie
|
Hiermee wordt het aantal keer ingesteld dat de printer automatisch opnieuw opstart. |
Foutpreventie
|
Stel het aantal seconden in voordat de printer automatisch opnieuw wordt opgestart. |
Foutpreventie
|
Toon alleen-lezen informatie over de teller opnieuw opstarten. |
Foutpreventie
|
Reset de teller voor automatisch opnieuw opstarten. |
Foutpreventie
|
De printer zodanig instellen dat er een bericht wordt weergeven wanneer er een fout met kort papier optreedt. Opmerking: Kort papier verwijst naar het formaat van het geplaatste papier. |
Foutpreventie
|
De printer zodanig instellen dat de hele pagina naar het geheugen wordt verzonden voordat de taak wordt afgedrukt. |
Herstel content na storing
|
De printer zodanig instellen dat vastgelopen pagina's opnieuw worden afgedrukt. |
Menuoptie |
Beschrijving |
---|---|
Opmerking: Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is. |
|
Profiel slaapstand
|
Stel in dat de printer actief blijft of terug gaat naar de slaapstand na het afdrukken. |
Profiel slaapstand
|
Haal de printer uit de diepe slaapstand door het printerdisplay aan te raken. |
Time-outs
|
Instellen na hoeveel tijd inactief te zijn de printer overschakelt op de Slaapstand. |
Time-outs
|
Stel de tijd in voordat de printer wordt uitgeschakeld. |
Time-outs
|
Stel Sluimerstand time-out in om de printer uit te schakelen tijdens een actieve ethernetverbinding. |
Planning stroomstand
|
Plannen wanneer de slaap- of sluimerstand van de printer wordt geactiveerd. |
Menuoptie |
Beschrijving |
---|---|
Opmerking: Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is. |
|
Anonieme dataverzameling
|
Informatie over printergebruik en prestaties verzenden naar Lexmark. Opmerking: Verzendtijd anonieme gegevens wordt alleen weergegeven wanneer u Anonieme dataverzameling instelt op Informatie over apparaatgebruik en prestaties. |
Verzendtijd anonieme gegevens
|
Menuoptie |
Beschrijving |
---|---|
Opmerking: Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is. |
|
Interval dubbele toetsaanslag
|
Instellen hoelang de printer dubbele toetsaanslagen op een aangesloten toetsenbord negeert. |
Tijd totdat toets wordt herhaald
|
De aanvankelijke vertraging voor herhaalde toetsaanslag instellen. Opmerking: Verschijnt alleen als er een toetsenbord is aangesloten op de printer. |
Herhaalsnelheid van toets
|
Het aantal aanslagen per seconde voor een herhaalde toetsaanslag instellen. Opmerking: Verschijnt alleen als er een toetsenbord is aangesloten op de printer. |
Time-out scherm verlengen
|
De gebruiker op dezelfde locatie laten blijven en Time-out scherm opnieuw instellen wanneer deze is verstreken, in plaats van terug te keren naar het startscherm. |
Menuoptie |
Beschrijving |
---|---|
Instellingen herstellen
|
De standaardinstellingen van de printer herstellen. |
Menuoptie |
Beschrijving |
---|---|
Opmerking: Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is. |
|
USB-configuratie
|
Wijzig de USB-stuurprogrammamodus van de printer om de compatibiliteit met een pc te verbeteren. |
USB-configuratie
|
Stel in dat de USB-poort op volle snelheid wordt uitgevoerd en schakel de hogesnelheidsfuncties ervan uit. |
Ladeconfiguratie
|
De lade instellen op automatische detectie van het formaat van het papier in de lade. |
Ladeconfiguratie
|
De printer zodanig instellen dat de laden dezelfde instellingen hebben voor de papiersoort en het papierformaat. |
Ladeconfiguratie
|
Een bericht weergeven waarmee de gebruiker de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort kan wijzigen nadat de lade is geplaatst. |
Ladeconfiguratie
|
De standaardlaadrichting bepalen voor papier van A5-formaat in alle papierbronnen. |
Ladeconfiguratie
|
De papierbron zodanig instellen dat de gebruiker moet bijvullen als er een bericht wordt weergegeven om papier te plaatsen. Opmerking: Multifunctionele invoer wordt alleen weergegeven in het menu Papier als u Configuratie U-lader instelt op Cassette. |
Ladeconfiguratie
|
De papierbron zodanig instellen dat de gebruiker moet bijvullen als er een bericht wordt weergegeven om enveloppen te plaatsen. Opmerking: Multifunctionele invoer wordt alleen weergegeven in het menu Papier als u Configuratie U-lader instelt op Cassette. |
Ladeconfiguratie
|
De printer zodanig instellen dat meldingen over het wijzigen van papier of enveloppen worden opgelost. |
Ladeconfiguratie
|
Stel de lade zo in dat deze meerdere universele papierformaten ondersteunt. |
Rapporten
|
Rapporten afdrukken over de menu-instellingen, status en gebeurtenislogs van de printer. |
Verbruik en tellers van supplies
|
Zet de geschiedenis van het supplygebruik terug op het standaardniveau. |
Verbruik en tellers van supplies
|
Stel de teller opnieuw in nadat u een nieuwe cartridge hebt geïnstalleerd. |
Verbruik en tellers van supplies
|
Stel de teller opnieuw in nadat u een nieuwe zwarte beeldverwerkingseenheid hebt geïnstalleerd. |
Verbruik en tellers van supplies
|
Stel de teller opnieuw in nadat u een nieuwe kleurenbeeldverwerkingskit hebt geïnstalleerd. |
Verbruik en tellers van supplies
|
Stel de teller opnieuw in nadat u een nieuw verhittingsstation hebt geïnstalleerd. |
Verbruik en tellers van supplies
|
De hoeveelheid kleurdekking aanpassen voor elk afdrukbereik. |
Printeremulaties
|
De printer zodanig instellen dat de PPDS-gegevensstroom wordt herkend en gebruikt. |
Printeremulaties
|
De printer zodanig instellen dat de PS-gegevensstroom wordt herkend en gebruikt. |
Printeremulaties
|
Activeer formsmerge om de formulieren op te slaan op de vaste schijf of de Intelligent Storage Drive (ISD). Opmerking: Er moet een vaste schijf of een ISD zijn geïnstalleerd. |
Printeremulaties
|
Prescribe-emulatie inschakelen. |
Printeremulaties
|
Configureer de beveiligingsinstellingen van de printer tijdens de emulatiemodus. |
Afdrukconfiguratie
|
Stel de printer in om altijd kleuren af te drukken in grijstinten. |
Afdrukconfiguratie
|
De afgedrukte uitvoer verbeteren om foutieve kleurenregistratie in de printer te compenseren. |
Afdrukconfiguratie
|
Stel een waarde voor de tekstgrootte in waaronder schermen met hoge frequentie worden gebruikt bij het afdrukken van lettertypegegevens. Als de waarde bijvoorbeeld 24 is, dan worden er voor alle lettertypes van 24 punten of minder schermen met hoge frequentie gebruikt. |
Werkingen van apparaat
|
Verander de hoeveelheid geluid in die de printer produceert. Opmerking: Inschakelen van deze instelling vertraagt de algemene prestaties van de printer. |
Werkingen van apparaat
|
Toegang tot de printermenu's verhinderen via het bedieningspaneel. |
Werkingen van apparaat
|
De printer zodanig instellen dat deze werkt in een speciale modus, waarin deze probeert zo veel mogelijk functionaliteit te bieden, ondanks bekende problemen. Als deze optie Aan wordt gezet en de duplexmotor bijvoorbeeld niet werkt, zal de printer enkelzijdig printen, zelfs als voor die taak dubbelzijdig printen is ingeschakeld. |
Werkingen van apparaat
|
Wis door de gebruiker ingestelde strings voor de standaard of alternatieve aangepaste berichten. |
Werkingen van apparaat
|
Wis berichten die extern zijn geïnstalleerd. |
Werkingen van apparaat
|
Toon bestaande foutmeldingen op het display nadat de printer gedurende een bepaalde tijd inactief is gebleven op het startscherm. |
Tonerpatch-sensor instellingen
|
Stel de frequentie voor de kleurkalibratie en -uitlijning in. |
Tonerpatch-sensor instellingen
|
De volledige kleurkalibratie uitvoeren. |
Tonerpatch-sensor instellingen
|
Een diagnostische pagina afdrukken met informatie over de kalibratie van de tonerpatchsensor. |
Appconfiguratie
|
De toepassingen van Lexmark Embedded Solutions (LES) inschakelen. |
Menuoptie |
Beschrijving |
---|---|
Oud apparaat wissen
|
Geef alleen-lezen informatie weer over wanneer het printergeheugen of het opslagstation voor het laatst is gewist. Opmerking: Vaste schijf laatst opgeschoond en ISD laatst gewist worden alleen weergegeven als er een opslagstation is geïnstalleerd. |
Oud apparaat wissen
|
Wis alle informatie in niet-vluchtig geheugen en in het opslagstation. Opmerking: Alle gegevens op vaste schijf opschonen en Intelligent opslagstation wissen worden alleen weergegeven als er een opslagstation is geïnstalleerd. |
Menu |
Beschrijving |
---|---|
|
Opgeven welke pictogrammen worden weergegeven in het beginschermscherm. |
Menuoptie |
Beschrijving |
---|---|
Huidige versie |
Toont de huidige firmwareversie die op de printer is geïnstalleerd. |
Nu controleren op updates |
Controleer op firmware-updates. |
Automatisch controleren op updates
|
Stel de printer in om automatisch op firmware-updates te controleren. |
Menuoptie |
Beschrijving |
---|---|
Kenmerktag |
De identiteit van de printer opgeven. De maximale lengte is 32 tekens. |
Printerlocatie |
Geef de locatie van de printer op. De maximale lengte is 63 tekens. |
Contact |
Geef de contactgegevens op voor de printer. De maximale lengte is 63 tekens. |
Firmwareversie |
De firmwareversie weergeven die op de printer is geïnstalleerd. |
Engine |
Toont het enginenummer van de printer. |
Serienummer |
Toont het serienummer van de printer. |
Configuratiebestand exporteren naar USB |
Het configuratiebestand exporteren naar een flashstation. |
Gecomprimeerde logbestanden exporteren naar USB |
De gecomprimeerde logbestanden exporteren naar een flashstation. |
Logboeken verzenden |
Logboekinformatie van de printer naar Lexmark verzenden. |