Het gebruik van het juiste papier voorkomt storingen en zorgt ervoor dat u probleemloos kunt afdrukken.
Gebruik altijd nieuw, onbeschadigd papier.
Voordat u papier plaatst, moet u weten wat de aanbevolen afdrukzijde is. Deze informatie staat meestal op de verpakking.
Gebruik geen papier dat u zelf op maat hebt gesneden of geknipt.
Gebruik nooit papier van verschillend formaat, gewicht of soort in dezelfde lade. Dit leidt tot storingen in de doorvoer.
Gebruik geen gecoat papier, tenzij het speciaal is ontworpen voor elektrofotografisch afdrukken.
De volgende papiereigenschappen zijn van invloed op de afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de printer. Houd rekening met de volgende factoren voordat u afdrukt.
De laden kunnen automatisch papier invoeren met een gewicht van 60-162 g/m 2 met de vezel in de lengterichting. Papier dat lichter is dan 60 g/m 2 is mogelijk niet stijf genoeg om correct te worden ingevoerd, waardoor papierstoringen kunnen optreden.
Krullen is de neiging van papier om bij de randen om te buigen. Dit kan invoerproblemen veroorzaken. Papier kan omkrullen nadat het door de printer is gevoerd en daarbij is blootgesteld aan hoge temperaturen. Als u papier in hete, vochtige, koude of droge omstandigheden buiten de verpakking bewaart, kan het papier omkrullen voordat erop wordt afgedrukt. Dit kan invoerproblemen veroorzaken.
De gladheid van papier is rechtstreeks van invloed op de afdrukkwaliteit. Als papier te ruw is, wordt toner er niet goed op gefixeerd. Te glad papier kan invoerproblemen of problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken. We adviseren om papier te gebruiken met een gladheid van 50 Sheffield-punten.
De hoeveelheid vocht in papier is van invloed op de afdrukkwaliteit en bepaalt tevens of het papier goed door de printer kan worden gevoerd. Bewaar papier altijd in de originele verpakking en pak het pas uit als u het gaat gebruiken. Het papier wordt dan niet blootgesteld aan de negatieve invloed van wisselingen in de luchtvochtigheid.
Laat het papier gedurende 24 tot 48 uur vóór het afdrukken acclimatiseren in de originele verpakking en in dezelfde omgeving als de printer. Verleng de acclimatiseringperiode met enkele dagen als de opslag- of transportomgeving erg verschilde van de printeromgeving. Dik papier kan een langere acclimatiseringsperiode nodig hebben.
De vezelrichting heeft betrekking op de uitlijning van de papiervezels in een vel papier. Vezels lopen ofwel in de lengterichting van het papier of in de breedterichting .
Voor een gewicht van 60–162-g/m 2 kunt u het beste papier met de vezel in de lengterichting gebruiken.
Kwalitatief hoogwaardig xerografisch papier bestaat meestal voor 100% uit chemisch behandelde houtpulp. Dit materiaal voorziet het papier van een grote mate van stabiliteit, waardoor er minder invoerproblemen optreden en de afdrukkwaliteit beter is. Als papier andere vezels bevat, bijvoorbeeld van katoen, kan dat eerder leiden tot problemen bij de verwerking.
Het gebruik van de volgende papiersoorten in de printer wordt afgeraden:
Chemisch behandeld papier dat wordt gebruikt om kopieën te maken zonder carbonpapier. Dit wordt ook wel carbonless paper, carbonless copy paper (CCP) of no carbon required paper (NCR) genoemd.
Voorbedrukt papier dat chemische stoffen bevat die schadelijk zijn voor de printer.
Voorbedrukt papier dat kan worden aangetast door de temperatuur in het verhittingsstation van de printer.
Voorbedrukt papier waarvoor een registratie (nauwkeurige positionering van de afdruk) van meer dan ± 2,3 mm (± 0,09 inch) is vereist. Bijvoorbeeld OCR-formulieren (Optical Character Recognition).
Soms kan de registratie via een softwaretoepassing worden aangepast, waardoor afdrukken op deze formulieren toch mogelijk is.
Gecoat papier (uitwisbaar papier), synthetisch papier of thermisch papier.
Papier met ruwe randen, papier met een ruw of grof gestructureerd oppervlak of gekruld papier.
Papier dat niet voldoet aan de norm EN12281:2002 (Europa).
Papier lichter dan 60g/m 2 (16 lb).
Formulieren of documenten die uit meerdere delen bestaan.
Lexmark maakt zich sterk om de impact van papier op het milieu te verminderen door klanten verschillende opties te bieden voor hun afdrukactiviteiten. Een manier waarop we dit bereiken, is door producten te testen om er zeker van te zijn dat gerecycled papier kan worden gebruikt, met name papier dat is gemaakt met 30%, 50% en 100% post-consumer gerecycled materiaal. Het is onze verwachting dat kringlooppapier in onze printers net zo goed werkt als nieuw papier. Hoewel er geen officiële norm is voor het gebruik van papier in kantoorapparatuur, hanteert Lexmark de Europese norm EN 12281 als minimum. Om zo breed mogelijk te testen, wordt tijdens het testen onder andere gebruikgemaakt van 100% kringlooppapier uit Noord-Amerika, Europa en Azië en worden de testen uitgevoerd bij een luchtvochtigheid van 8 tot 80%. Tijdens de testen wordt ook dubbelzijdig afgedrukt. Alle kantoorpapier dat is gemaakt van duurzaam, gerecycled of chloorvrij materiaal kan worden gebruikt.
Houd de volgende richtlijnen voor het bewaren van papier aan om een regelmatige afdrukkwaliteit te garanderen en te voorkomen dat er papierstoringen ontstaan.
Laat het papier gedurende 24 tot 48 uur vóór het afdrukken acclimatiseren in de originele verpakking en in dezelfde omgeving als de printer.
Verleng de acclimatiseringperiode met enkele dagen als de opslag- of transportomgeving erg verschilde van de printeromgeving. Dik papier kan een langere acclimatiseringsperiode nodig hebben.
U kunt het papier het beste bewaren in een omgeving met een temperatuur van 21 °C en een relatieve vochtigheid van 40 procent.
De meeste fabrikanten van etiketten bevelen een omgeving aan met een temperatuur tussen 18 en 24 °C en een relatieve vochtigheid van 40 tot 60 procent.
Zet dozen papier liever niet op de vloer, maar op een pallet of een plank.
Zet losse pakken op een vlakke ondergrond.
Plaats niets boven op de losse pakken met papier.
Haal papier alleen uit de doos of verpakking als u het in de printer wilt plaatsen. De doos en de verpakking zorgen ervoor dat het papier schoon, droog en vlak blijft.
Gebruik papier met vezel in de lengterichting.
Gebruik uitsluitend formulieren en briefhoofdpapier dat is bedrukt door middel van een lithografisch of graverend drukproces.
Vermijd papier met een ruw of sterk vezelig oppervlak.
Gebruik geen inkt die wordt beïnvloed door de hars in de toner. Inktsoorten op basis van water of olie zouden aan deze vereisten moeten voldoen. Latex-inkt zou echter problemen kunnen opleveren.
Maak eerst enkele proefafdrukken op voorbedrukte formulieren en briefhoofden die u overweegt te gebruiken voordat u grote hoeveelheden aanschaft. Hiermee stelt u vast of de inkt op het voorbedrukte formulier of briefhoofd de afdrukkwaliteit beïnvloedt.
Neem in geval van twijfel contact op met uw papierleverancier.
Als u afdrukt op het briefhoofd plaatst u het papier in de juiste richting voor uw printer. Raadpleeg de Handleiding voor papier en speciaal materiaal voor meer informatie.
Papierformaat |
Standaard of optionele lade voor 250 vel |
Handmatige invoer |
Dubbelzijdig afdrukken |
---|---|---|---|
1 De standaardinstelling is invoer met de lange zijde naar voren. Bij invoer met de korte zijde naar voren, wordt A5 behandeld als smal papier. 2 Wanneer Universal wordt geselecteerd, wordt de pagina aangepast voor 215,90 x 355,60 mm behalve als het formaat is opgegeven in de softwaretoepassing. 3 Voer smal papier met de bovenrand het eerst in. 4 De optionele lade voor 250 vel ondersteunt maximaal 5 enveloppen tegelijk. De optionele lade voor 250 vel ondersteunt maximaal 40 enveloppen tegelijk. |
|||
A4 210 x 297 mm (8,27 x 11,7 inch) |
|
|
|
A5 1 148 x 210 mm (5,83 x 8,27 inch) |
|
|
X |
A6 105 x 148 mm (4,13 x 5,83 inch) |
|
|
X |
JIS B5 182 x 257 mm (7,17 x 10,1 inch) |
|
|
X |
Oficio (Mexico) 215,9 x 340,4 mm (8,5 x 13,4 inch) |
|
|
|
Hagaki 100 x 148 mm (3,94 x 5,83 inch) |
|
|
X |
Statement 139,7 x 215,9 mm (5,5 x 8,5 inch) |
|
|
X |
Executive 184,2 x 266,7 mm (7,25 x 10,5 inch) |
|
|
X |
Letter 215,9 x 279,4 mm (8,5 x 11 inch) |
|
|
|
Legal 215,9 x 355,6 mm (8,5 x 14 inch) |
|
|
|
Folio 215,9 x 330,2 mm (8,5 x 13 inch) |
|
|
|
Universal 2,3 98,4 x 148 mm (3,86 x 5,83 inch) tot 215,9 x 355,6 mm (8,5 x 14 inch) |
|
|
|
Universal 2,3 25,4 x 25,4 mm (1 x 1 inch) tot 215,9 x 297 mm (8,5 x 11,69 inch) |
X |
X |
X |
Universal 2,3 105 x 148 mm (4,13 x 5,83 inch) tot 215,9 x 355,6 mm (8,5 x 14 inch) |
X |
X |
X |
7 3/4-envelop 98,4 x 190,5 mm (3,875 x 7,5 inch) |
|
|
X |
9-envelop 98,4 x 225,4 mm (3,875 x 8,9 inch) |
|
|
X |
10-envelop 104,8 x 241,3 mm (4,12 x 9,5 inch) |
|
|
X |
DL-envelop 110 x 220 mm (4,33 x 8,66 inch) |
|
|
X |
C5-envelop 162 x 229 mm (6,38 x 9,01 inch) |
|
|
X |
B5-envelop 176 x 250 mm (6,93 x 9,84 inch) |
|
|
X |
Andere envelop 98,4 x 162 mm (3,87 x 6,38 inch) tot 176 x 250 mm (6,93 x 9,84 inch) |
|
|
X |
Opmerkingen:
Papiertype |
Standaard of optionele lade voor 250 vel |
Handmatige invoer |
Dubbelzijdig afdrukken |
---|---|---|---|
Normaal papier |
|
|
|
Karton |
|
|
X |
Etiketten |
|
|
X |
Enveloppen |
|
|
X |
Papiersoort en -gewicht |
Standaard of optionele lade voor 250 vel |
Handmatige invoer |
Dubbelzijdig afdrukken |
---|---|---|---|
Licht papier
|
|
|
|
Normaal papier
|
|
|
|
Zwaar papier
|
|
|
|
Karton
|
|
|
X |
Karton
|
X |
|
X |
Papieren etiketten
|
|
|
X |
Enveloppen
|
|
|
X |