Netwerkfunctionaliteit

Opmerking: Koop voordat u de printer op een draadloos netwerk aansluit een MarkNetTM N8370 draadloze afdrukserver. Voor informatie over het installeren van de draadloze afdrukserver raadpleegt u de installatiekaart die bij de optie is geleverd.

Printer aansluiten op een Wi-Fi-netwerk

Zorg dat Actieve adapter is ingesteld op Automatisch. Selecteer in het startscherm Instellingen > Netwerk/poorten > Netwerkoverzicht > Actieve Adapter.

Het bedieningspaneel gebruiken
  1. Raak in het startscherm Instellingen > Netwerk/poorten > Draadloos > Configuratie via printerscherm > Netwerk kiezen aan.

  2. Selecteer een Wi-Fi-netwerk en typ vervolgens het netwerkwachtwoord.

  3. Opmerking: Voor Wi-Fi-netwerkklare printermodellen verschijnt tijdens de eerste installatie een vraagvenster voor het instellen van het Wi-Fi-netwerk.
Lexmark Mobile Assistant gebruiken
  1. Afhankelijk van uw mobiele apparaat, downloadt u de Lexmark Mobile Assistant-toepassing vanuit de Google Play-store of App Store online store.

  2. Raak in het startscherm van de printer Instellingen > Netwerk/poorten > Draadloos > Configuratie via mobiele app > Printer-ID aan.

  3. Start vanaf uw mobiele apparaat de applicatie en accepteer vervolgens de gebruiksvoorwaarden.

    Opmerking: Klik indien nodig om toestemming te geven.
  4. Tik op Verbinden met printer > Ga naar Wi-Fi-instellingen.

  5. Verbind uw mobiele apparaat met het draadloze netwerk van de printer.

  6. Ga terug naar de applicatie en tik vervolgens op Wi-Fi-verbinding instellen

  7. Selecteer een Wi-Fi-netwerk en typ vervolgens het netwerkwachtwoord.

  8. Tik op Gereed.

De printer verbinden met een draadloos netwerk met Wi-Fi Protected Setup (WPS)

Controleer het volgende voor u begint:

De methode met drukknop gebruiken
  1. Tik in het startscherm op Instellingen > Netwerk/poorten > Draadloos > Wi-Fi Protected Setup > Methode met drukknop starten.

  2. Volg de aanwijzingen op de display.

De methode met pincode gebruiken
  1. Tik in het startscherm op Instellingen > Netwerk/poorten > Draadloos > Wi-Fi Protected Setup > Startmethode met pincode.

  2. Kopieer de WPS PIN van acht cijfers.

  3. Open een webbrowser en typ het IP-adres van het toegangspunt in de adresbalk.

    Opmerkingen:

    • Raadpleeg voor meer informatie over het vaststellen van het IP-adres de documentatie die bij het toegangspunt is geleverd.
    • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen.
  4. Open de WPS-instellingen. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie die bij het toegangspunt is geleverd.

  5. Voer de pincode van acht cijfers in en sla de wijzigingen op.

Een mobiel apparaat verbinden met de printer

Voordat u uw mobiele apparaat verbindt, moet u het volgende doen:

Verbinden via Wi-Fi Direct
  1. Ga op het mobiele apparaat naar het instellingenmenu.

  2. Schakel Wi-Fi in en tik daarna op Wi-Fi Direct.

  3. Selecteer de SSID van de printer.

  4. Bevestig de verbinding op het bedieningspaneel van de printer.

Verbinding maken via Wi-Fi
  1. Ga op het mobiele apparaat naar het instellingenmenu.

  2. Tik op Wi-Fi en selecteer de SSID van de printer.

    Opmerking: De tekenreeks DIRECT-xy (waarbij x en y twee willekeurige tekens zijn) wordt toegevoegd vóór de SSID.
  3. Voer de PSK in.

    Opmerking: De PSK is het wachtwoord.

Opmerkingen:

Printerpoortinstellingen wijzigen na het installeren van een Internal Solutions Port

Opmerkingen:

Voor Windows-gebruikers
  1. Open de printermap.

  2. In het snelmenu van de printer met de nieuwe ISP, opent u Printereigenschappen.

  3. Configureer de poort in de lijst.

  4. Werk het IP-adres bij.

  5. Pas de wijzigingen toe.

Voor Macintosh-gebruikers
  1. Via Systeemvoorkeuren in het Apple -menu, navigeert u naar de lijst met printers en selecteert u vervolgens + > IP.

  2. Typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.

  3. Pas de wijzigingen toe.

Het Wi-Fi-netwerk uitschakelen

  1. Selecteer in het startscherm Instellingen > Netwerk/poorten > Netwerkoverzicht > Actieve Adapter > Standaardnetwerk.

  2. Volg de aanwijzingen op de display.