Voorkomen van papierstoringen

Papier correct plaatsen

• Zorg ervoor dat het papier vlak in de lade is geplaatst.

  Papier is correct geplaatst	Papier is niet correct geplaatst

  
  

• Plaats of verwijder geen laden terwijl de printer bezig is met afdrukken.

• Plaats niet te veel papier in de printer. Zorg ervoor dat de stapel niet boven de aanduiding voor de maximale hoeveelheid uitkomt.

• Schuif geen papier in de lade. Plaats het papier zoals in de afbeelding is aangegeven.

  

• Zorg ervoor dat de positie van de papiergeleiders juist is ingesteld en dat ze niet strak tegen het papier of de enveloppen zijn geplaatst.

• Duw de lade stevig in de printer nadat u het papier hebt geplaatst.

Gebruik aanbevolen papier

• Gebruik uitsluitend aanbevolen papier of speciaal afdrukmateriaal.

• Plaats nooit papier dat gekreukt, gevouwen, vochtig, gebogen of kromgetrokken is.

• Buig het papier, waaier het uit en lijn de randen uit voordat u het in de printer plaatst.

  

• Gebruik geen papier dat u zelf op maat hebt gesneden of geknipt.

• Gebruik nooit verschillende papierformaten, -gewichten of -soorten in één lade.

• Zorg ervoor dat de instellingen voor papierformaat en papiersoort correct zijn ingesteld op de computer of het bedieningspaneel van de printer.

• Bewaar het papier volgens de aanbevelingen van de fabrikant.

Locaties van storingen bepalen

Opmerkingen:

• Als Storingsassistentie is ingesteld op Aan, voert de printer lege of gedeeltelijk afgedrukte pagina's automatisch uit nadat een vastgelopen pagina is verwijderd. Kijk of er onbedrukte pagina's uit de printer komen.
• Als Herstel na storing op Aan of Automatisch staat, drukt de printer de vastgelopen pagina's opnieuw af.

Papier vast in de standaardlade

1. Open klep A.

     LET OP: HEET OPPERVLAK:  De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt.
   

2. Verwijder het vastgelopen papier.

   Opmerking:  Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
   

3. Trek de standaard papierlade naar buiten.

   

4. Verwijder het vastgelopen papier.

   Opmerking:  Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
   

5. Plaats de lade en sluit vervolgens klep A.

Papier is vastgelopen in optionele laden

1. Open klep B.

   

2. Verwijder het vastgelopen papier.

   Opmerking:  Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
   

3. Sluit de klep.

4. Trek de optionele lade voor 520 vel of de dubbele invoer voor 2000 vel naar buiten

   

5. Verwijder het vastgelopen papier.

   Opmerking:  Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
   

6. Trek bij laden met dubbele invoer hendel C naar buiten en open vervolgens de binnenklep.

   

7. Verwijder het vastgelopen papier.

   Opmerking:  Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
   

8. Sluit de klep en duw hendel C naar binnen.

9. Plaats de lade terug.

Papier vastgelopen in de multifunctionele invoer

Verwijder het vastgelopen papier.

Papier vastgelopen in de lade voor 2000 vel

1. Schuif de lade naar links.

   

2. Open klep J en verwijder het vastgelopen papier.

   Opmerking:  Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
   

3. Sluit de klep en schuif vervolgens de lade terug op zijn plaats.

4. Trek de lade naar buiten en verwijder het vastgelopen papier.

   Opmerking:  Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
   

5. Plaats de lade terug.

Papier vast in klep A

1. Open klep A.

     LET OP: HEET OPPERVLAK:  De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt.
   

2. Verwijder het vastgelopen papier.

   Opmerking:  Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
   

3. Open klep A2 en verwijder het vastgelopen papier.

   Opmerking:  Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
   

4. Til klep A3 op.

   

5. Verwijder het vastgelopen papier.

   Opmerking:  Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
   

6. Sluit klep A2 en sluit vervolgens klep A.

Papier vastgelopen in de standaardlade

1. Open klep A.

     LET OP: HEET OPPERVLAK:  De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt.
   

2. Open klep A2 en verwijder het vastgelopen papier.

   Opmerking:  Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
   

3. Sluit klep A2 en sluit vervolgens klep A.

4. Verwijder het vastgelopen papier uit de standaardlade.

   Opmerking:  Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
   

Papier vastgelopen in de nietfinisher

1. Open klep A.

     LET OP: HEET OPPERVLAK:  De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt.
   

2. Open klep A2 en verwijder het vastgelopen papier.

   Opmerking:  Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
   

3. Sluit klep A2 en sluit vervolgens klep A.

4. Open de bovenklep van de finisher en verwijder het vastgelopen papier.

   Opmerking:  Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
   

5. Sluit de klep.

6. Open de voorklep van de finisher, draai aan de knop van de finisher en verwijder het vastgelopen papier.

   Opmerking:  Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
   

7. Sluit de klep.

Vastgelopen papier in de finisher met niet- en perforeerfunctie

1. Open klep A.

     LET OP: HEET OPPERVLAK:  De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt.
   

2. Open klep A1 en verwijder het vastgelopen papier.

   Opmerking:  Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
   

3. Sluit klep A1 en sluit vervolgens klep A.

4. Open papiertransportklep F en verwijder het vastgelopen papier.

   Opmerking:  Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
   

5. Sluit de papiertransportklep.

6. Til de hendel van de finisher met niet- en perforeerfunctie omhoog om de klep te openen.

   

7. Verwijder het vastgelopen papier.

   Opmerking:  Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
   

8. Sluit de klep van de finisher

Vastgelopen papier in de finisher met vouwfunctie/Z-vouw

1. Open klep A.

     LET OP: HEET OPPERVLAK:  De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt.
   

2. Open klep A1 en verwijder het vastgelopen papier.

   Opmerking:  Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
   

3. Sluit klep A1 en sluit vervolgens klep A.

4. Open papiertransportklep F en verwijder het vastgelopen papier.

   Opmerking:  Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
   

5. Sluit de klep.

6. Open de klep van de finisher met vouwfunctie/Z-vouw.

   

7. Verwijder het vastgelopen papier uit een van de volgende locaties.

   Opmerking:  Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.

   • Hendel 2A

     
     Opmerking:  Zorg ervoor dat u de hendel weer in de oorspronkelijke stand zet.

   • Hendel 2B

     
     Opmerking:  Zorg ervoor dat u de hendel weer in de oorspronkelijke stand zet.

8. Trek de finisherlade naar buiten.

   

9. Verwijder het vastgelopen papier uit een van de volgende locaties.

   Opmerking:  Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.

   • Hendel 2E

     
     Opmerking:  Zorg ervoor dat u de hendel weer in de oorspronkelijke stand zet.

   • Knop 2C

     

   • Hendel 2F

     
     Opmerking:  Zorg ervoor dat u de hendel weer in de oorspronkelijke stand zet.

   • Hendel 2G

     
     Opmerking:  Zorg ervoor dat u de hendel weer in de oorspronkelijke stand zet.

10. Duw de finisherlade terug op zijn plaats en sluit vervolgens de klep van de finisher met vouwfunctie/Z-vouw.

11. Open de klep van de finisher voor boekjes.

    

12. Verwijder het vastgelopen papier uit een van de volgende locaties.

    Opmerking:  Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.

    • Hendel 3A

      
      Opmerking:  Zorg ervoor dat u de hendel weer in de oorspronkelijke stand zet.

    • Knop 3B

      

    • Hendel 3C

      
      Opmerking:  Zorg ervoor dat u de hendel weer in de oorspronkelijke stand zet.

    • Hendel 3D

      
      Opmerking:  Zorg ervoor dat u de hendel weer in de oorspronkelijke stand zet.

13. Trek de brochuremaker naar buiten.

    

14. Draai knop 4A en verwijder het vastgelopen papier.

    Opmerking:  Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
    

15. Druk de boekjesmaker weer op zijn plaats en sluit de klep van de finisher.

Papier vastgelopen in de boekjesfinisher

1. Open klep A.

     LET OP: HEET OPPERVLAK:  De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt.
   

2. Open klep A1 en verwijder het vastgelopen papier.

   Opmerking:  Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
   

3. Sluit klep A1 en sluit vervolgens klep A.

4. Open de klep van het papiertransport en verwijder het vastgelopen papier.

   Opmerking:  Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
   

5. Sluit de klep.

6. Open de klep van de finisher voor boekjes.

   

7. Verwijder het vastgelopen papier uit een van de volgende locaties.

   • Hendel 3A

     
     Opmerking:  Zorg ervoor dat u de hendel weer in de oorspronkelijke stand zet.

   • Knop 3B

     
     Opmerking:  Zorg ervoor dat u de hendel weer in de oorspronkelijke stand zet.

   • Hendel 3C

     
     Opmerking:  Zorg ervoor dat u de hendel weer in de oorspronkelijke stand zet.

   • Hendel 3D

     
     Opmerking:  Zorg ervoor dat u de hendel weer in de oorspronkelijke stand zet.

8. Trek de brochuremaker naar buiten.

   

9. Draai knop 4A en verwijder het vastgelopen papier.

   

10. Druk de boekjesmaker weer op zijn plaats en sluit de klep van de finisher.