Menuoptie | Beschrijving |
---|---|
Opmerking: Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is. | |
Primaire SMTP-gateway | Voer het IP-adres of de hostnaam van de primaire SMTP-server in die wordt gebruikt voor het verzenden van e-mail. |
Primaire SMTP-gatewaypoort
| Voer het poortnummer van de primaire SMTP-server in. |
Secundaire SMTP-gateway | Voer het IP-adres of de hostnaam van de secundaire of back-up SMTP-server in. |
Secundaire SMTP-gatewaypoort
| Voer het serverpoortnummer van uw secundaire of back-SMTP-server in. |
Time-out SMTP
| De tijd instellen waarna op de printer een time-out optreedt als de SMTP-server niet reageert. |
Antwoordadres | Een antwoordadres opgeven in de e-mail. |
Gebruik altijd het standaard SMTP-antwoordadres
| Gebruik altijd het standaardantwoordadres in de SMTP-server. |
SSL/TLS gebruiken
| Opgeven of e-mails worden verzonden met een gecodeerde koppeling. |
Vertrouwd certificaat vereist
| Een vertrouwd certificaat vereisen bij toegang tot de SMTP-server. |
Verificatie SMTP-server
| Het verificatietype voor de SMTP-server instellen. |
Door het apparaat geïnitieerde e-mail
| Opgeven of referenties zijn vereist voor door het apparaat geïnitieerde e-mail. |
Door de gebruiker geïnitieerde e-mail
| Opgeven of referenties zijn vereist voor door de gebruiker geïnitieerde e-mail. |
Active Directory Device gebruiken
| Opgeven of referenties zijn vereist voor door de gebruiker geïnitieerde e-mail. |
Gebruikersnaam apparaat | De gebruikers-ID en het wachtwoord opgeven om verbinding te maken met de SMTP-server. |
Wachtwoord apparaat | |
Kerberos 5-realm | De realm opgeven voor het Kerberos 5-verificatieprotocol. |
NTLM-domein | De domeinnaam voor het NTLM-beveiligingsprotocol opgeven. |
Menuoptie | Beschrijving |
---|---|
Opmerking: Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is. | |
Onderwerp: | Het onderwerp en de berichttekst van de e-mail opgeven. |
Bericht: | |
Bestandsnaam | De bestandsnaam voor het gescande document opgeven. |
Indeling
| De bestandsindeling van het gescande document opgeven. |
Algemene OCR-instellingen
| Configureer de instellingen voor optical character recognition (OCR). Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven als u een OCR-oplossing hebt gekocht en geïnstalleerd. |
PDF-instellingen
| Configureer de PDF-instellingen van het gescande document. Opmerkingen:
|
Inhoudstype
| Het uitvoerresultaat verbeteren op basis van het inhoudstype van het originele document. |
Inhoudsbron
| Het uitvoerresultaat verbeteren op basis van de inhoudsbron van het originele document. |
Kleur
| De printer instellen op de inhoud van het vastgelegde document in kleur of in zwart-wit. |
Resolutie
| De resolutie van de gescande afbeelding instellen. |
Intensiteit
| De gescande afbeelding lichter of donkerder maken. |
Afdrukstand
| Het formaat van het originele document opgeven. |
Origineel
| Het papierformaat van het originele document opgeven. |
Zijden
| De afdrukstand van het originele document bij het scannen van beide zijden van het document. |