USB-station

Scannen naar flashstation

Menuoptie

Beschrijving

Indeling

JPEG (.jpg)

PDF (.pdf)*

TIFF (.tif)

XPS (.xps)

De bestandsindeling van de gescande afbeelding opgeven.

Algemene OCR-instellingen

Herkende talen

Automatisch draaien

Optimaliseren

Automatische contrastverbetering

Configureer de instellingen voor optical character recognition (OCR).

Opmerking: Dit menu wordt alleen weergegeven als u een OCR-oplossing hebt gekocht en geïnstalleerd.

PDF-instellingen

PDF-versie (1.5*)

Archiefversie (A-1a*)

Zeer gecomprimeerd (Uit*)

Beveiligd (Uit*)

Archief (PDF/A) (Uit*)

De PDF-instellingen van de gescande afbeelding opgeven.

Opmerkingen:

  • Archiefversie en Archief (PDF/A) worden alleen ondersteund als PDF-versie is ingesteld op 1.4.
  • Zeer gecomprimeerd wordt alleen weergegeven als er een vaste schijf is geïnstalleerd.
Inhoudstype

Tekst

Tekst/foto*

Illustraties

Foto

Het uitvoerresultaat verbeteren op basis van het inhoudstype van het originele document.

Inhoudsbron

Zwart-wit laser

Kleurenlaser*

Inkjet

Foto/film

Tijdschrift

Krant

Drukwerk

Anders

Het uitvoerresultaat verbeteren op basis van de inhoudsbron van het originele document.

Kleur

Zwart-wit

Grijs

Kleur*

Automatisch

De printer instellen op de inhoud van het vastgelegde document in kleur of in zwart-wit.

Resolutie

75 dpi

150 dpi*

200 dpi

300 dpi

400 dpi

600 dpi

De resolutie van de gescande afbeelding instellen.

Intensiteit

1–9 (5*)

De gescande afbeelding lichter of donkerder maken.

Afdrukstand

Staand*

Liggend

Het formaat van het originele document opgeven.

Origineel

Gecombineerde formaten*

Het papierformaat van het originele document opgeven.

Zijden

Uit*

Lange zijde

Korte zijde

De afdrukstand van het originele document bij het scannen van beide zijden van het document.

Bestandsnaam

De bestandsnaam van de gescande afbeelding opgeven.


Geavanceerde beeldverwerking

Menuoptie

Beschrijving

Kleurbalans

Cyaan (0*)

Magenta (0*)

Geel (0*)

De kleurintensiteit aanpassen voor cyaan, magenta en geel.

Weggevallen kleur

Kleur wegfilteren (Geen*)

Standaarddrempel rood (128*)

Standaarddrempel groen (128*)

Standaarddrempel blauw (128*)

Opgeven welke kleur tijdens het scannen wordt weggefilterd en de filterinstelling voor die kleur aanpassen.

Automatische kleurdetectie

Kleurgevoeligheid (5*)

Gevoeligheid voor gebied (5*)

Bitdiepte voor scannen (1 bit*)

Minimale scanresolutie (300 dpi*)

De automatische kleurdetectie configureren.

JPEG-kwaliteit

Beste instelling voor inhoud*

5-95

De JPEG-kwaliteit van de gescande afbeelding opgeven.

Contrast

Beste instelling voor inhoud*

0-5

Het contrast voor de gescande afbeelding opgeven.

Achtergrond verwijderen

Achtergronddetectie

  • Op inhoud gebaseerd*

  • Vast

Niveau (0*)

De achtergrondkleur of ruis uit het originele document verwijderen.

Opmerkingen:

  • Op inhoud gebaseerd verwijdert de achtergrondkleur van het originele document.
  • Vast verwijdert beeldruis van een foto.
Spiegelbeeld

Uit*

Aan

Een spiegelbeeld maken van het originele document.

Negatief afbeelding

Uit*

Aan

Een negatieve afbeelding van het originele document maken.

Schaduwdetail

-4 tot 4 (0*)

De schaduwdetails in de gescande afbeelding aanpassen.

Scannen van rand tot rand

Uit*

Aan

Het originele document van rand tot rand scannen.

Scherpte

1–5 (3*)

De scherpte in de gescande afbeelding aanpassen.

Temperatuur

-4 tot 4 (0*)

Een blauwere of rodere uitvoer van het originele document genereren.

Lege pagina's

Lege pagina's verwijderen (Verwijderen*)

Gevoeligheid lege pagina's (5*)

De gevoeligheid van scans instellen ten opzichte van blanco pagina's in het originele document.


Beheercontrole

Menuoptie

Beschrijving

Standaardinstelling Tekst

5–95 (75*)

De kwaliteit van tekst op de gescande afbeelding instellen.

Standaardinstelling Tekst/foto

5–95 (75*)

De kwaliteit van tekst of een foto op een gescande afbeelding instellen.

Standaardinstelling Foto

5–95 (50*)

De kwaliteit van een foto op de gescande afbeelding instellen.

Multipage TIFF gebruiken

Uit

Aan*

Scannen van meerdere TIFF-afbeeldingen naar één TIFF-bestand inschakelen.

TIFF-comprimering

LZW*

JPEG

Het compressietype instellen voor TIFF-bestanden.

Aangepaste taak wordt gescand

Uit*

Aan

De printer instellen om de eerste originelenset met de opgegeven instellingen te scannen en daarna de volgende set met dezelfde of andere instellingen te scannen.

Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven als er een vaste schijf is geïnstalleerd.

Scanvoorbeeld

Uit

Aan*

Een scanvoorbeeld van het originele document weergeven.

Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven als er een vaste schijf is geïnstalleerd.

Scheve items in ADF aanpassen

Uit

Aan*

De printer instellen om scheve afbeeldingen van via de ADF gescande documenten aan te passen.


Afdruk flashstation

Menuoptie

Beschrijving

Aantal exemplaren

1–9999 (1*)

Voer het gewenste aantal exemplaren in.

Papierbron

Lade [x] (1*)

Multifunctionele invoer

Handmatige papierinvoer

Handmatige envelopinvoer

De papierbron voor de afdruktaak opgeven.

Sorteren

(1,1,1) (2,2,2)

(1,2,3) (1,2,3)*

Hiermee stapelt u de pagina's van een afdruktaak op volgorde als u meerdere exemplaren van de taak afdrukt.

Zijden

Enkelzijdig*

Dubbelzijdig

Opgeven of op één zijde of beide zijden van de pagina wordt afgedrukt.

Nieten

Uit*

1 nietje, linksboven

2 nietjes, links

1 nietje, rechtsboven

2 nietjes, boven

1 nietje, linksonder

2 nietjes, onder

1 nietje, rechtsonder

2 nietjes, rechts

4 nietjes

De nietpositie voor alle afdruktaken opgeven.

Opmerking: Dit menu verschijnt alleen als u een nietfinisher hebt geïnstalleerd.

Perforeren

Uit*

2 perforaties

3 perforaties

4 perforaties

De perforatiemodus voor alle afdruktaken opgeven.

Opmerking: Dit menu-item verschijnt alleen als er een niet- of perforatiefinisher is geïnstalleerd.

Verschuiving voor pagina's

Geen*

Tussen exemplaren

Tussen taken

De uitvoer van elke afdruktaak of elk exemplaar van een afdruktaak verschuiven.

Opmerkingen:

  • Met Tussen kopieën wordt elk exemplaar van een afdruktaak verschoven als Sorteren is ingesteld op Aan [1,2,1,2,1,2]. Als Sorteren is ingesteld op Uit [1,1,1,2,2,2], wordt elke set afgedrukte pagina's verschoven, bijvoorbeeld alle pagina's aangeduid als 1 en alle pagina's aangeduid als 2.
  • Met Tussen taken wordt dezelfde verschuivingspositie ingesteld voor de volledige afdruktaak ongeacht het aantal exemplaren dat wordt afgedrukt.
Stijl voor omslaan

Lange zijde*

Korte zijde

Opgeven welke zijde van het papier (lange zijde of korte zijde) wordt ingebonden bij dubbelzijdig afdrukken.

Pagina's per zijde

Uit*

2 pagina's per zijde

3 pagina's per zijde

4 pagina's per zijde

6 pagina's per zijde

9 pagina's per zijde

12 pagina's per zijde

16 pagina's per zijde

Meerdere pagina’s afdrukken op één zijde van het papier.

Pagina's per zijde - sortering

Horizontaal*

Omgekeerd horizon.

Omgekeerd verticaal

Verticaal

De positionering van meerdere pagina's opgeven wanneer u het menu Pagina's per zijde gebruikt.

Pagina's per zijde - afdrukstand

Auto*

Liggend

Staand

De afdrukstand van meerdere pagina's opgeven wanneer u Pagina's per zijde gebruikt.

Pagina's per zijde - rand

Geen*

Effen

Rond elke pagina een rand afdrukken wanneer u het menu Pagina's per zijde gebruikt.

Scheidingsvellen

Uit*

Tussen exemplaren

Tussen taken

Tussen pagina's

Tijdens het afdrukken lege scheidingsvellen invoegen.

Bron scheidingsblad

Lade [x] (1*)

Multifunctionele invoer

De papierbron voor het scheidingsvel opgeven.

Lege pagina's

Niet afdrukken*

Afdrukken

Lege pagina's in een afdruktaak afdrukken.