Software, stuurprogramma's en firmware installeren en bijwerken

De printersoftware installeren

Opmerkingen:

  1. Verkrijg een exemplaar van het software-installatiepakket.

  2. Voer het installatieprogramma uit en volg de instructies op het beeldscherm van de computer.

Het faxstuurprogramma installeren

  1. Ga naar www.lexmark.com/downloads, zoek uw printermodel en download het juiste installatiepakket.

  2. Klik op de computer op Printereigenschappen en navigeer naar het tabblad Configuratie.

  3. Selecteer Faxen en klik op Toepassen.

Printers toevoegen aan een computer

Voer een van de volgende handelingen uit voordat u begint:

Voor Windows-gebruikers
  1. Installeer het printerstuurprogramma vanaf een computer.

    Opmerking: Zie De printersoftware installeren voor meer informatie.
  2. Open Printers en scanners en klik vervolgens op Een printer of scanner toevoegen.

  3. Voer een van de volgende handelingen uit afhankelijk van de printerverbinding:

    • Selecteer een printer in de lijst en klik op Apparaat toevoegen.

    • Klik op Wi-Fi Direct-printers weergeven, selecteer een printer en klik vervolgens op Apparaat toevoegen.

    • Klik op De printer die ik wil gebruiken, staat niet in de lijst en ga als volgt te werk in het venster Printer toevoegen:

      1. Selecteer Een printer met behulp van een TCP/IP-adres of hostnaam toevoegen en klik op Volgende.

      2. Typ in het veld Hostnaam of IP-adres het IP-adres van de printer en klik op Volgende.

        Opmerkingen:

        • Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
        • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen.
      3. Selecteer een printerstuurprogramma en klik op Volgende.

      4. Selecteer Het momenteel geïnstalleerde printerstuurprogramma gebruiken (aanbevolen) en klik op Volgende.

      5. Typ een printernaam en klik op Volgende.

      6. Selecteer een deeloptie voor de printer en klik op Volgende.

      7. Klik op Voltooien.

Voor Macintosh-gebruikers
  1. Open Printers en scanners op een computer.

  2. Klik op het pictogram voor toevoegen en selecteer een printer.

  3. Selecteer een printerstuurprogramma in het menu Gebruiken.

    Opmerkingen:

    • Als u de Macintosh-printerstuurprogramma wilt gebruiken, selecteert u AirPrint of Secure AirPrint.
    • Als u aangepaste afdrukfuncties wilt gebruiken, selecteert u het printerstuurprogramma van Lexmark. Zie De printersoftware installeren voor het installeren van het stuurprogramma.
  4. Voeg de printer toe.

Firmware bijwerken

Werk de printerfirmware regelmatig bij om de printerprestaties te verbeteren en problemen op te lossen.

Neem contact op met uw Lexmark-leverancier voor meer informatie over het bijwerken van de firmware.

Ga voor de nieuwste firmware naar www.lexmark.com/downloads en zoek uw printermodel.

  1. Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.

    Opmerkingen:

    • Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
    • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen.
  2. Klik op Instellingen > Apparaat > Firmware bijwerken.

  3. Voer een van de volgende handelingen uit:

    • Klik op Controleren op updates > Akkoord, start update.

    • Upload het flashbestand.

      1. Blader naar het flashbestand.

        Opmerking: Zorg ervoor dat u het zip-bestand met de firmware hebt uitgepakt.
      2. Klik op Uploaden > Start.

Een configuratiebestand exporteren of importeren

U kunt de configuratie-instellingen van uw printer naar een tekstbestand exporteren en dit bestand vervolgens importeren om de instellingen toe te passen op andere printers.

  1. Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.

    Opmerkingen:

    • Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
    • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen.
  2. Klik in Embedded Web Server op Configuratie voor exporteren of Configuratie voor importeren.

  3. Volg de aanwijzingen op het scherm.

  4. Doe het volgende als de printer toepassingen ondersteunt:

    1. Klik op Apps > selecteer de toepassing > Configureren.

    2. Klik op Exporteren of Importeren.

Beschikbare opties van het printerstuurprogramma toevoegen

Voor Windows-gebruikers

  1. Open de printermap.

  2. Selecteer de printer die u wilt bijwerken, en voer dan een van de volgende handelingen uit:

    • Voor Windows 7 of latere versies, kies Printereigenschappen.

    • Voor eerdere versies, kies Eigenschappen.

  3. Navigeer naar het tabblad Configuratie en selecteer vervolgens Nu bijwerken - Printer vragen.

  4. Pas de wijzigingen toe.

Voor Macintosh-gebruikers

  1. Navigeer via Systeemvoorkeuren in het Apple-menu naar uw printer en selecteer vervolgens Opties en benodigdheden.

  2. Navigeer naar de lijst met hardwareopties en voeg vervolgens eventuele geïnstalleerde opties toe.

  3. Pas de wijzigingen toe.