Afdrukken

Indeling

Menuoptie

Beschrijving

Zijden

Enkelzijdig*

Dubbelzijdig

Opgeven of op één zijde of beide zijden van de pagina wordt afgedrukt.

Stijl voor omslaan

Lange zijde*

Korte zijde

Opgeven welke zijde van het papier (lange zijde of korte zijde) wordt ingebonden bij dubbelzijdig afdrukken.

Lege pagina's

Afdrukken

Niet afdrukken*

Blanco pagina's afdrukken die zijn opgenomen in een afdruktaak.

Sorteren

Uit (1,1,1,2,2,2)

Aan (1,2,1,2,1,2)*

Hiermee stapelt u de pagina's van een afdruktaak op volgorde als u meerdere exemplaren van de taak afdrukt.

Scheidingsvellen

Geen*

Tussen kopieën

Tussen taken

Tussen pagina's

Tijdens het afdrukken lege scheidingsvellen invoegen.

Bron scheidingsblad

Lade [x] (1*)

Multifunctionele invoer

De papierbron voor het scheidingsvel opgeven.

Pagina's per zijde

Uit*

2 pagina's per zijde

3 pagina's per zijde

4 pagina's per zijde

6 pagina's per zijde

9 pagina's per zijde

12 pagina's per zijde

16 pagina's per zijde

Meerdere pagina’s afdrukken op één zijde van het papier.

Pagina's per zijde - sortering

Horizontaal*

Omgekeerd horizon.

Verticaal

Omgekeerd verticaal

De positionering van meerdere pagina's opgeven wanneer u het menu Pagina's per zijde gebruikt.

Pagina's per zijde - afdrukstand

Auto*

Liggend

Staand

De afdrukstand van meerdere pagina's opgeven wanneer u Pagina's per zijde gebruikt.

Pagina's per zijde - rand

Geen*

Effen

Rond elke pagina een rand afdrukken wanneer u het menu Pagina's per zijde gebruikt.

Exemplaren

1-9999 (1*)

Hiermee geeft u het aantal exemplaren voor afzonderlijke afdruktaken op.

Afdrukgebied

Normaal*

Passend op pagina

Hele pagina

Het afdrukbare gebied van een vel papier instellen.


Afwerking

Menuoptie

Beschrijving

Taak nieten

Uit*

1 nietje, linksboven

2 nietjes, links

1 nietje, rechtsboven

2 nietjes, boven

1 nietje, linksonder

2 nietjes, onder

1 nietje, rechtsonder

2 nietjes, rechts

De nietpositie voor alle afdruktaken opgeven.

Opmerking: Dit menu verschijnt alleen als u een nietfinisher hebt geïnstalleerd.

Niettest

Starten

Bepalen of de nietfinisher goed functioneert.

Opmerking: Dit menu verschijnt alleen als u een nietfinisher hebt geïnstalleerd.

Perforeren

Uit*

Aan

Perforaties aanbrengen aan de zijde van de afgedrukte uitvoer.

Opmerking: Dit menu-item verschijnt alleen als er een niet- of perforatiefinisher is geïnstalleerd.

Perforatiemodus

2 perforaties

3 perforaties

4 perforaties

De perforatiemodus voor afgedrukte uitvoer instellen.

Opmerkingen:

  • 3 gaten is in de VS de standaardinstelling. De internationale standaardinstelling is 4 gaten.
  • Dit menu-item verschijnt alleen als er een niet- of perforatiefinisher is geïnstalleerd.
Verschuiving voor pagina's

Geen*

Tussen exemplaren

Tussen taken

De uitvoer van elke afdruktaak of elk exemplaar van een afdruktaak verschuiven.

Opmerkingen:

  • Met Tussen kopieën wordt elk exemplaar van een afdruktaak verschoven als Sorteren is ingesteld op Aan [1,2,1,2,1,2]. Als Sorteren is ingesteld op Uit [1,1,1,2,2,2], wordt elke set afgedrukte pagina's verschoven, bijvoorbeeld alle pagina's aangeduid als 1 en alle pagina's aangeduid als 2.
  • Met Tussen taken wordt dezelfde verschuivingspositie ingesteld voor de volledige afdruktaak ongeacht het aantal exemplaren dat wordt afgedrukt.

Configuratie

Menuoptie

Beschrijving

Printertaal

PCL-emulatie

PS-emulatie*

De printertaal instellen.

Opmerking: Als een bepaalde printertaal als standaardtaal is ingesteld, betekent dit niet dat programma's geen afdruktaken kunnen verzenden die een andere printertaal gebruiken.

Taak in wachtrij

Uit*

Aan

Taken waarvoor supplies vereist zijn vasthouden en taken waarvoor deze supplies niet vereist zijn afdrukken.

Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven als er een vaste schijf van de printer is geïnstalleerd.

Time-out taakwachtstand

0-255 (30*)

Stel in seconden in hoe lang de printer op een handeling van de gebruiker wacht voordat de printer taken die niet-beschikbare bronnen vereisen, in de wacht zet.

Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven als er een vaste schijf is geïnstalleerd.

Printergebruik

Max. snelheid

Max. rendement*

Bepaal hoe de ontwikkelaarseenheden tijdens het afdrukken werken.

Opmerkingen:

  • Indien ingesteld op Max. rendement, dan vertragen of stoppen de ontwikkelaarseenheden tijdens het afdrukken van groepen zwart-witpagina's.
  • Indien ingesteld op Max. snelheid, dan werken de ontwikkelaarseenheden altijd tijdens het afdrukken, ongeacht of er in kleur of zwart-wit wordt afgedrukt.
Downloadbestemming

RAM*

Schijf

Geef op waar alle permanente bronnen die zijn gedownload naar de printer, moeten worden opgeslagen.

Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven als er een vaste schijf van de printer is geïnstalleerd.

Bronnen opslaan

Uit*

Aan

Geef op wat de printer doet met bronnen die in het geheugen zijn geladen als voor een afdruktaak onvoldoende geheugen beschikbaar is.

Opmerkingen:

  • Wanneer dit op Uit staat, bewaart de printer de gedownloade bronnen tot het geheugen nodig is voor andere taken. Bronnen voor de inactieve printertaal worden verwijderd.
  • Wanneer dit op Aan staat, bewaart de printer alle permanent gedownloade bronnen voor alle taalopties. Wanneer dit nodig is, toont de printer het bericht 'Geheugen vol' in plaats van permanente bronnen te verwijderen.
Volgorde voor alles afdrukken

Alfabetisch*

Nieuwste taak als eerste

Oudste taak als eerste

Geef de volgorde op waarin alle vastgehouden en vertrouwelijke taken worden afgedrukt.


Kwaliteit

Menuoptie

Beschrijving

Afdrukmodus

Zwart-wit

Kleur*

Instellen hoe de printer gekleurde inhoud genereert.

Afdrukresolutie

Beeldkwaliteit 2400*

1200 dpi

De resolutie instellen voor de afdrukuitvoer.

Tonerintensiteit

1 tot 5 (4*)

De helderheid of donkerheid van afbeeldingen met tekst bepalen.

Raster

Normaal*

detail

Afdrukken verbeteren, zodat deze vloeiendere lijnen met scherpere randen hebben.

Kleur besparen

Uit*

Aan

De hoeveelheid toner beperken voor het afdrukken van illustraties en afbeeldingen.

Opmerking: Als Aan is ingesteld, overschrijft deze instelling de waarde van de instelling Tonerintensiteit.

RGB-helderheid

-6 tot 6 (0*)

Pas de helderheid van elk RGB- en grijs object op de pagina aan.

Opmerking: Deze instelling is niet van invloed op bestanden met CMYK-kleurspecificaties.

RGB-contrast

-6 tot 6 (0*)

Pas het contrast van elk RGB- en grijs object op een pagina aan.

Opmerking: Deze instelling is niet van invloed op bestanden met CMYK-kleurspecificaties.

RGB-verzadiging

0 tot 5 (0*)

Behoud de zwart-witwaarden terwijl u de kleurwaarden van elk object op de pagina aanpast.

Opmerking: Deze instelling is niet van invloed op bestanden met CMYK-kleurspecificaties.


Geavanceerde beeldverwerking

Menuoptie

Beschrijving

Kleurbalans

Cyaan (0*)

Magenta (0*)

Geel (0*)

Zwart (0*)

Pas de hoeveelheid toner aan die in elke kleur wordt gebruikt.

Kleurbalans

Reset std.instellingen

Alle kleurinstellingen terugzetten naar de standaardwaarden.

Kleurcorrectie

Uit

Auto*

Handmatig

De kleurinstellingen wijzigen die worden gebruikt om documenten af te drukken.

Opmerkingen:

  • Met de instelling Uit ontvangt de printer de kleurcorrectie van de software.
  • Met de instelling Auto past de printer verschillende kleurprofielen toe op elk object op de afgedrukte pagina.
  • Met de instelling Handmatig kunnen gebruikers de RGB- of CMYK-kleurconversie aanpassen die wordt toegepast op elk object op de afgedrukte pagina.
Kleurvoorbeelden

Kleurvoorbeelden afdrukken

Voorbeeldpagina's afdrukken voor elk van de RGB- en CMYK-kleurconversietabellen die in de printer worden gebruikt.

Kleur aanpassen

De printer kalibreren om kleurvariaties van de afgedrukte uitvoer aan te passen.

Steunkleur vervangen

Aangepaste CMYK instellen

Specifieke CMYK-waarden toewijzen aan twintig benoemde steunkleuren.


Taakadministratie

Menuoptie

Beschrijving

Taakadministratie

Uit*

Aan

De printer zodanig instellen dat deze een log maakt voor de ontvangen afdruktaken.

Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven als er een flashgeheugen of vaste schijf in de printer is geïnstalleerd.

Frequentie administratielogbestand

Dagelijks

Wekelijks

Maandelijks*

Opgeven hoe vaak de printer een log maakt.

Actie logbestand bij einde van frequentie

Geen*

Huidig logbestand e-mailen

Huidig logbestand e-mailen en verwijderen

Huidig logbestand plaatsen

Huidig logbestand plaatsen en verwijderen

Instellen hoe de printer reageert aan het einde van de opgegeven frequentie.

Opmerking: De waarde die is opgeven bij Frequentie administratielogbestand is bepalend voor het moment waarop deze actie wordt uitgevoerd.

Log niveau bijna vol

Uit

Aan (5)*

Opgeven hoe groot het logbestand maximaal kan zijn voordat de printer de handeling Actielog bij bijna vol uitvoert.

Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven als er een flashgeheugen of vaste schijf in de printer is geïnstalleerd.

Actielog bij bijna vol

Geen*

Huidig logbestand e-mailen

Huidig logbestand e-mailen en verwijderen

Oudste logbestand e-mailen en verwijderen

Huidig logbestand plaatsen

Huidig logbestand plaatsen en verwijderen

Oudste logbestand plaatsen en verwijderen

Huidig logbestand verwijderen

Oudste logbestand verwijderen

Alles verwijderen behalve huidig logbestand

Alle logbestanden verwijderen

Opgeven hoe de printer reageert als de vaste schijf bijna vol is.

Opmerking: De waarde die is opgeven bij Log niveau bijna vol bepaalt wanneer deze actie wordt uitgevoerd.

Actielog bij vol

Geen*

Huidig logbestand e-mailen en verwijderen

Oudste logbestand e-mailen en verwijderen

Huidig logbestand plaatsen en verwijderen

Oudste logbestand plaatsen en verwijderen

Huidig logbestand verwijderen

Oudste logbestand verwijderen

Alles verwijderen behalve huidig logbestand

Alle logbestanden verwijderen

Opgeven hoe de printer reageert als het maximale vasteschijffgebruik is bereikt (100 MB).

URL naar log Verst.

Opgeven waar de logs worden geplaatst.

E-mailadres voor verzenden logbestanden

Geef het e-mailadres op waarnaar de logbestanden voor taakadministratie worden verzonden.

Voorvoegsel logbestand

Het voorvoegsel voor de naam van de logbestanden opgeven.

Opmerking: Het huidige hostnaam die is opgegeven in het menu TCP/IP, wordt gebruikt als standaardvoorvoegsel voor het logbestand.


PDF

Menuoptie

Beschrijving

Formaat passend maken

Uit*

Aan

Pagina-inhoud schalen zodat deze op het geselecteerde papierformaat past.

Aantekeningen

Afdrukken

Niet afdrukken*

Opgeven of annotaties in het PDF-bestand moeten worden afgedrukt.

PDF-fout afdrukken

Uit

Aan*

Afdrukken van PDF-fout inschakelen.


PostScript

Menuoptie

Beschrijving

PS-fout afdrukken

Uit*

Aan

Een pagina afdrukken met de beschrijving van de PostScript®-fout.

Opmerking: Als er een fout optreedt, wordt het verwerken van taken stopgezet, drukt de printer een foutmelding af en wordt de rest van de afdruktaak verwijderd.

Minimumlijndikte

1–30 (2*)

Stel de minimale lijnstukbreedte in.

Opmerking: Taken die worden afgedrukt in 1200 dpi gebruiken de waarde rechtstreeks.

PS-opstartmodus vergrendelen

Uit

Aan*

Het bestand SysStart uitschakelen.

Opmerking: Als u het bestand SysStart inschakelt, loopt uw printer of netwerk een veiligheidsrisico.

Afbeelding glad

Uit*

Aan

Het contrast en de scherpte verbeteren van afbeeldingen met een lage resolutie.

Opmerking: Deze instelling is niet van invloed op afbeeldingen met een resolutie van 300 dpi of hoger.

Voorkeurslettertype

Resident*

Flash/schijf

De volgorde instellen waarin de printer lettertypen zoekt.

Opmerkingen:

  • Met Resident zoekt de printer eerst in het geheugen naar het gewenste lettertype en daarna op de vaste schijf of het intelligente opslagstation (ISD) van de printer.
  • Wanneer Flash/schijf is geselecteerd, zoekt de printer eerst op de vaste schijf of ISD naar het gewenste lettertype en daarna in het printergeheugen.
  • Dit menu-item wordt alleen weergegeven als er een vaste schijf of een ISD is geïnstalleerd.
Wachttime-out

Uit

Aan* (40 seconden)

Schakel in dat de printer wacht op meer gegevens voordat een afdruktaak wordt geannuleerd.


PCL

Menuoptie

Beschrijving

Lettertypebron

Resident*

Schijf

Downloaden

Flashgeheugen

Alles

Selecteer de bron die de standaardlettertypeselectie bevat.

Opmerkingen:

  • Schijf en Flash worden alleen weergegeven als een niet-defecte, niet-beveiligde vaste schijf of flashgeheugen met lettertypen is geïnstalleerd.
  • Download wordt alleen weergegeven als er gedownloade lettertypen aanwezig zijn in het printergeheugen.
Lettertypenaam

[Lijst met beschikbare lettertypen] (Courier*)

Selecteer een lettertype uit de opgegeven lettertypebron.

Symbolenset

[Lijst met beschikbare symbolensets] (10U PC-8*)

De symbolenset voor elke lettertypenaam weergeven.

Opmerking: Een symbolenset is een set met alfabetische en numerieke tekens, interpunctie en speciale symbolen. Symbolensets ondersteunen de verschillende talen of specifieke toepassingen, zoals wiskundige symbolen voor wetenschappelijke teksten.

Pitch

0,08–100,00 (10,00*)

Geef de pitch voor vaste (monogespatieerde) lettertypen op.

Opmerking: Pitch betreft het aantal niet-proportionele tekens per inch (in horizontale richting).

Afdrukstand

Staand*

Liggend

Staand omgekeerd

Liggend omgekeerd

De afdrukstand instellen van tekst en afbeeldingen op de pagina.

Regels per pagina

1–255

Geef het aantal tekstregels op voor elke pagina die wordt afgedrukt via de PCL®-datastream.

Opmerkingen:

  • Met dit menu-item wordt verticale escapement geactiveerd, die ervoor zorgt dat het geselecteerde aantal aangevraagde regels tussen de standaardmarges van de pagina worden afgedrukt.
  • 60 is in de V.S. de standaardinstelling. "64" is de internationale standaardinstelling.
PCL5 Minimumlijndikte

1–30 (2*)

Stel de eerste minimale lijnstukbreedte in.

PCLXL Minimumlijndikte

1–30 (2*)

A4-breedte

198 mm*

203 mm

Hiermee stelt u de breedte in van de logische pagina voor A4-papier.

Opmerking: Logische pagina is de ruimte op de fysieke pagina waarop de gegevens worden afgedrukt.

Automatisch HR na NR

Aan

Uit*

De printer zodanig instellen dat deze een harde return uitvoert na de opdracht voor een nieuwe regel.

Opmerking: Een harde return is een opdracht aan de printer om de cursor te verplaatsen naar de eerste positie op dezelfde regel.

Automatisch NR na HR

Aan

Uit*

De printer voert een nieuwe regel uit na de opdracht voor een harde return.

Lade-nr. wijzigen

Waarde U-lader

Lade toewijzen [x]

Waarde handm. invoer

Waarde envelop (handm.)

Configureer de printer voor gebruik met een andere printerdriver of aangepaste toepassing die gebruikmaakt van een andere set toewijzingen voor het aanvragen van een bepaalde papierbron.

Lade-nr. wijzigen

Fabrieksinstellingen weergeven

Geef de fabriekswaarde weer voor elke papierbron.

Lade-nr. wijzigen

Standaardinstellingen herstellen

Zet de ladenummers terug naar de fabriekswaarden.

Afdruktime-out

Uit

Aan* (90 seconden)

Stel de printer zo in dat een afdruktaak wordt beëindigd nadat het apparaat gedurende een bepaalde tijd inactief is.


Afbeelding

Menuoptie

Beschrijving

Autom. aanpassen

Aan

Uit*

De beste beschikbare opties voor het papierformaat en de afdrukstand voor een afbeelding selecteren.

Opmerking: Als deze optie is ingesteld op Aan, heeft dit menu-item prioriteit boven de instellingen voor de schaling en afdrukstand van de afbeelding.

Inverteren

Uit*

Aan

Tweekleurige zwart-witafbeeldingen omkeren.

Opmerking: Dit menu-item geldt niet voor GIF- of JPEG-afbeeldingen.

Schaling

Linkerbovenhoek verankeren

Meest gelijkend*

Midden verankeren

Hoogte/breedte passend

Aanpassen aan hoogte

Aanpassen aan breedte

De afbeelding aanpassen zodat deze in het afdrukbare gebied past.

Opmerking: Als Autom. aanpassen is ingesteld op Aan, wordt Schaling automatisch ingesteld op Meest gelijkend.

Afdrukstand

Staand*

Liggend

Staand omgekeerd

Liggend omgekeerd

De afdrukstand instellen van tekst en afbeeldingen op de pagina.