Zorg ervoor dat alle kleppen en laden zijn gesloten.
Schakel de printer uit en trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
Koppel alle snoeren en kabels los van de printer.
Als de printer losse, optionele laden op de vloer of uitvoerladen bevestigd heeft, dient u deze te ontkoppelen voordat u de printer verplaatst.
Als de printer een onderstel met zwenkwielen heeft, rolt u de printer voorzichtig naar de nieuwe locatie. Wees voorzichtig bij drempels en scheuren in de vloer.
Als de printer geen onderstel met zwenkwielen heeft, maar wel is uitgerust met optionele laden of uitvoerladen, verwijdert u de uitvoerladen en tilt u de printer van de laden. Probeer de printer niet samen met een van de opties op te tillen.
Gebruik bij het optillen altijd de handgrepen aan de printer.
Als de printer wordt verplaatst op een transportwagentje, moet de gehele onderzijde van de printer worden ondersteund.
Als de optionele onderdelen worden verplaatst op een transportwagentje, moet het oppervlak van het wagentje groot genoeg zijn voor alle onderdelen.
Houd de printer rechtop.
Vermijd schokken.
Zorg dat uw vingers zich niet onder de printer bevinden wanneer u het apparaat neerzet.
Zorg dat er voldoende ruimte vrij is rondom de printer.
Dit product is samen met specifieke onderdelen van de fabrikant ontwikkeld, getest en goedgekeurd volgens strikte, wereldwijd geldende veiligheidsnormen. De veiligheidsvoorzieningen van bepaalde onderdelen zijn niet altijd duidelijk zichtbaar. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor het gebruik van andere, vervangende onderdelen.