# |
Pictogram |
Functie |
---|---|---|
1 |
Knop Stoppen of Annuleren |
Hiermee stopt u de huidige taak. |
2 |
Kopiëren |
Kopieën maken. |
3 |
Taal wijzigen |
Wijzig de taal op de printerdisplay. |
4 |
|
E-mails verzenden. |
5 |
Instellingen |
De printermenu's openen. |
6 |
Faxen |
Faxen verzenden. |
7 |
Adresboek |
Contactpersonen bekijken, maken en indelen. |
8 |
Status/Supplies |
Opmerking: U kunt deze instelling ook openen door het bovenste gedeelte van het beginscherm aan te raken. |
9 |
Wachttaken |
Alle huidige afdruktaken in de wachtrij weergeven |
10 |
Wachtrij |
Alle huidige afdruktaken weergeven. Opmerking: U kunt deze instelling ook openen door het bovenste gedeelte van het beginscherm aan te raken. |
11 |
USB-station |
Foto's en documenten weergeven, selecteren of afdrukken vanaf een flashstation. |
12 |
Scanprofielen |
Documenten scannen en ze rechtstreeks op de computer opslaan. |
13 |
FTP |
Documenten scannen en ze rechtstreeks op een FTP-server opslaan. |
14 |
Bladwijzers |
Alle bladwijzers ordenen. |
15 |
Vaste schijf |
Documenten weergeven, selecteren en beheren vanaf een vaste schijf of een intelligent opslagstation. |
16 |
Netwerkmap |
Scannen naar een netwerkmap of netwerklocatie. |
17 |
Knop Starten |
Een taak starten afhankelijk van de geselecteerde modus. |
18 |
Toetsenblok op het scherm |
Hiermee voert u getallen of symbolen in een invoerveld in. |
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
Klik op Instellingen > Apparaat > Beginscherm aanpassen .
Voer een of meer van de volgende handelingen uit:
Als u een pictogram aan het beginscherm wilt toevoegen, klikt u op
, selecteert u de naam van de app en klikt u vervolgens op
Toevoegen
.
Als u een pictogram van het beginscherm wilt verwijderen, selecteert u de naam van de app en klikt u vervolgens op Verwijderen .
Als u de naam van een app wilt aanpassen, selecteert u de naam van de app, klikt u op Bewerken en wijst u vervolgens een naam toe.
Als u de naam van een app wilt herstellen, selecteert u de naam van de app, klikt u op Bewerken en selecteert u vervolgens App-label herstellen .
Als u een ruimte tussen apps wilt toevoegen, klikt u op
, selecteert u
LEGE RUIMTE
en klikt u vervolgens op
Toevoegen
.
Als u de apps wilt rangschikken, sleept u de namen van de apps in de gewenste volgorde.
Als u het standaardstartscherm wilt herstellen, klikt u op Startscherm herstellen .
Pas de wijzigingen toe.
Toepassing |
Printermodellen |
---|---|
Scan Center |
CX930, CX931, XC9325, XC9335 |
Snelkoppelingsbeheer |
CX930, CX931, XC9325, XC9335 |
Pas kopiëren |
CX930, CX931, XC9325, XC9335 |
Scherm aanpassen |
CX930, CX931, XC9325, XC9335 |
Klantenondersteuning |
XC9325, XC9335 |
Apparaatquotums |
XC9325, XC9335 |
Raak in het startscherm Scancentrum aan.
Selecteer en maak een bestemming en configureer vervolgens de instellingen.
Opmerkingen:
Pas de wijzigingen toe.
Raak in het startscherm Shortcut Center aan.
Selecteer een printerfunctie en raak vervolgens Snelkoppeling maken aan.
Configureer de instellingen en raak vervolgens Opslaan aan.
Typ een unieke naam voor de snelkoppeling.
Raak OK aan.
De toepassing genereert automatisch een uniek snelkoppelingsnummer.
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
Klik op Apps > Pas kopiëren > Configureren .
Opmerkingen:
Pas de wijzigingen toe.
Doe vóór het gebruik van de toepassing het volgende:
Klik in de Embedded Web Server op Apps > Display Customization > Configureren .
Hiermee worden de schermbeveiligings-, diavoorstellings- en achtergrondinstellingen in-/uitgeschakeld en geconfigureerd.
Vanuit het gedeelte Afbeeldingen schermbeveiliging en diavoorstelling kunt u een afbeelding toevoegen, bewerken of verwijderen.
Opmerkingen:
Pas de wijzigingen toe.
Raak Achtergrond wijzigen aan op het beginscherm.
Selecteer de gewenste afbeelding.
Pas de wijzigingen toe.
Plaats een flash-station in de USB-poort.
Raak in het beginscherm Diavoorstelling aan.
Afbeeldingen verschijnen in alfabetische volgorde.
Opmerkingen:
Raak Customer Support aan op het beginscherm.
Druk de informatie af of verzend deze via e-mail.
Opmerkingen:
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
Klik op Apps > Device Quotas > Configureren .
Voeg in het gedeelte Gebruikersaccounts een gebruiker toe of bewerk deze, en stel vervolgens het gebruikersquotum in.
Pas de wijzigingen toe.
Gebruik bladwijzers voor het afdrukken van veelgebruikte documenten die zijn opgeslagen op servers of op het web.
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
Klik op Bladwijzers > Bladwijzer toevoegen en typ vervolgens een bladwijzernaam.
Selecteer een type Adresprotocol en voer vervolgens een van de volgende handelingen uit:
Typ voor HTTP of HTTPS de URL waarvoor u een bladwijzer wilt instellen.
Zorg ervoor dat u bij HTTPS de hostnaam gebruikt in plaats van het IP-adres. Typ bijvoorbeeld
in plaats van . Zorg ervoor dat de hostnaam ook overeenkomt met de Common Name (CN, algemene naam) in het servercertificaat. Voor meer informatie over het verkrijgen van de CN in het servercertificaat raadpleegt u de help-informatie voor uw webbrowser.Typ voor FTP het FTP-adres. Bijvoorbeeld
. Voer het FTP-poortnummer in. Poort 21 is de standaardpoort voor het versturen van opdrachten.Typ voor SMB het adres van de netwerkmap. Bijvoorbeeld
. Voer de naam van het netwerkdomein in.Selecteer indien nodig het type Verificatie voor FTP en SMB.
Beperk de toegang tot de bladwijzer door een PIN invoeren.
Klik op Opslaan .
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
Klik op Bladwijzers > Map toevoegen en typ een mapnaam.
Klik op Opslaan .
Raak in het beginscherm Adresboek aan.
Voer een of meer van de volgende handelingen uit:
Als u een contactpersoon wilt toevoegen, raakt u
boven aan het scherm aan en raakt u vervolgens
Contactpersoon maken
aan. Geef indien nodig een aanmeldingsmethode op voor toegang tot de applicatie.
Als u een contactpersoon wilt verwijderen, raakt u
boven in het scherm aan, raakt u
Contacten verwijderen
aan en selecteert u de contactpersoon.
Als u de contactgegevens wilt bewerken, raakt u de naam van de contactpersoon aan.
Als u een groep wilt maken, raakt u
boven in het scherm aan en vervolgens raakt u
Groep maken
aan. Geef indien nodig een aanmeldingsmethode op voor toegang tot de applicatie.
Als u een groep wilt verwijderen, raakt u
boven in het scherm aan, raakt u
Groepen verwijderen
aan en selecteert u de groep.
Als u een groep contactpersonen wilt bewerken, tikt u op
GROEPEN
> selecteer een groepsnaam >
> en selecteer de gewenste actie.
Pas de wijzigingen toe.