Flash-geheugen
Lettertypenkaarten
Firmwarekaarten
Formulieren en streepjescode
IPDS
PRESCRIBE
Internal solutions port
RS-232C seriële interfacekaart
Dun parallel
Zet de printer uit.
Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en haal het netsnoer uit de printer.
Open de toegangsklep van de controllerkaart met behulp van een schroevendraaier met platte kop.
Sluit de toegangsklep.
Sluit het netsnoer aan op de printer en vervolgens op een stopcontact.
Zet de printer aan.
Zet de printer uit.
Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en haal het netsnoer uit de printer.
Open de toegangsklep van de controllerkaart.
Haal de geheugenkaart uit de verpakking.
Plaats de geheugenkaart totdat deze vastklikt.
Sluit de toegangsklep van de controllerkaart.
Sluit het netsnoer aan op de printer en vervolgens op een stopcontact.
Zet de printer aan.
Zet de printer uit.
Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en haal het netsnoer uit de printer.
Open de toegangsklep van de controllerkaart.
Haal de optionele kaart uit de verpakking.
Druk de kaart stevig op zijn plaats.
Sluit de toegangsklep.
Sluit het netsnoer aan op de printer en vervolgens op een stopcontact.
Zet de printer aan.
Zet de printer uit.
Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en haal het netsnoer uit de printer.
Open de toegangsklep van de controllerkaart.
Haal de vaste schijf uit de verpakking.
Sluit de interfacekabel van de vaste schijf aan op de controllerkaart.
Vaste schijf op de controllerkaart bevestigen.
Sluit de toegangsklep.
Sluit het netsnoer aan op de printer en vervolgens op een stopcontact.
Zet de printer aan.
Zet de printer uit.
Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en haal het netsnoer uit de printer.
Pak de internal solutions poort (ISP)-kit uit.
1 | ISP |
2 | Montagebeugel |
3 | Schroeven |
4 | Behuizing |
5 | Interfacekabel |
Installeer de ISP in de behuizing.
Bevestig de ISP en plaats de ISP-verlengkabel.
Open en verwijder de toegangsklep van de controllerkaart.
Bevestig de ISP-kit aan de printer.
Als er een vaste schijf is geïnstalleerd, verwijdert u de vaste schijf voordat u de ISP installeert.
Koppel de interfacekabel van de vaste schijf los van de systeemkaart.
Sluit de ISP-verlengkabel aan op de ISP-aansluiting.
Installeer de vaste schijf.
Sluit de toegangsklep.
Sluit het netsnoer aan op de printer en vervolgens op een stopcontact.
Zet de printer aan.
Zet de printer uit.
Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en haal het netsnoer uit de printer.
Pak de optionele lade uit en verwijder al het verpakkingsmateriaal.
Lijn de printer uit met de optionele lade en laat de printer op zijn plaats zakken.
Sluit het netsnoer aan op de printer en vervolgens op een stopcontact.
Zet de printer aan.
Voeg de lade toe in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te maken voor afdruktaken. Zie Beschikbare opties van het printerstuurprogramma toevoegen voor meer informatie.