Menuoptie | Beschrijving |
---|---|
Opmerking: Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is. | |
Actieve adapter
| De snelheid van de netwerkverbinding opgeven. Opmerking: Draadloos is alleen beschikbaar op printers die zijn verbonden met een draadloos netwerk. |
Netwerkstatus | De verbindingsstatus van het printernetwerk weergeven. |
Netwerkstatus op printer weergeven
| Toont de netwerkstatus op het scherm. |
Snelheid, duplex | Toont de snelheid van de momenteel actieve netwerkkaart. |
IPv4 | Toont het IPv4-adres. |
Alle IPv6-adressen | Toont alle IPv6-adressen. |
Reset afdrukserver | Alle actieve netwerkverbindingen met de printer opnieuw instellen. Opmerking: Met deze instelling verwijdert u alle geconfigureerde netwerkinstellingen. |
Time-out netwerktaken
| Hiermee kunt u instellen na hoeveel tijd een netwerkafdruktaak wordt geannuleerd. |
Voorblad
| Een voorblad afdrukken. |
Scannen naar PC Port Range | Geef een geldig poortbereik op voor printers achter een firewall die poorten blokkeert. |
Netwerkverbindingen inschakelen
| De printer toestemming geven om verbinding te maken met een netwerk. |
LLDP inschakelen
| Het Link Layer Discovery Protocol (LLDP) inschakelen in de printer. |
Menuoptie | Beschrijving |
---|---|
Configuratie via de mobiele app | Configureer de Wi-Fi-verbinding met behulp van Lexmark Mobile Assistant. |
Instellen op het bedieningspaneel van de printer
| Configureer de Wi-Fi-verbinding via het bedieningspaneel. Opmerking: 802.1x - RADIUS kan alleen worden gewijzigd vanuit de Embedded Web Server. |
Wi-Fi Protected Setup
| Een Wi-Fi-netwerk instellen en netwerkbeveiliging inschakelen. Opmerkingen:
|
Netwerkmodus
| De netwerkmodus opgeven. |
Compatibiliteit
| Geef de standaard voor het Wi-Fi-netwerkgebruik op voor het draadloze netwerk. Opmerking: 802.11a/b/g/n/ac (2,4 Ghz/5 GHz) en 802.11a/n/ac (5 GHz) verschijnen alleen als een Wi-Fi-optie is geïnstalleerd. |
Beveilingsmodus voor draadloos
| Stel de beveiligingsmodus in voor het aansluiten van de printer op Wi-Fi-apparaten. Opmerking: 802.1x - RADIUS kan alleen worden gewijzigd vanuit de Embedded Web Server. |
WEP-verificatiemodus
| Stel het type Wireless Encryption Protocol (WEP) in voor de printer. Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven wanneer de draadloze beveiligingsmodus is ingesteld op WEP. |
WEP-sleutel instellen | Geef een WEP-wachtwoord op voor een beveiligde Wi-Fi-verbinding. |
WPA2/WPA Personal
| Stel Wi-Fi-verbinding in via Wi-Fi Protected Access (WPA). Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven wanneer de draadloze beveiligingsmodus is ingesteld op WPA2/WPA-Personal. |
Vooraf gedeelde sleutel instellen | Stel het wachtwoord in voor een beveiligde Wi-Fi-verbinding. |
WPA2-Personal
| Stel Wi-Fi-verbinding in via WPA2. Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven wanneer de draadloze beveiligingsmodus is ingesteld op WPA2-Personal. |
802.1x-coderingsmodus
| Stel Wi-Fi-verbinding in via de standaard 802.1x. Opmerkingen:
|
IPv4
| De IPv4-instellingen inschakelen en configureren in de printer. |
IPv6
| Inschakelen en configureren van IPv6-instellingen in de printer. |
Netwerkadres
| De netwerkadressen weergeven. |
PCL SmartSwitch
| De printer zo instellen dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerking: Als PCL SmartSwitch is uitgeschakeld, controleert de printer de inkomende gegevens niet en gebruikt de standaardprintertaal die is opgegeven in het menu Instellingen. |
PS SmartSwitch
| De printer zo instellen dat deze automatisch overschakelt op PS-emulatie als dit door een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerking: Als PS SmartSwitch is uitgeschakeld, controleert de printer de inkomende gegevens niet en gebruikt de standaardprintertaal die is opgegeven in het menu Instellingen. |
Taken in buffer
| Afdruktaken tijdelijk opslaan op de vaste schijf van de printer voordat deze worden afgedrukt. Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven als er een vaste schijf is geïnstalleerd. |
Mac binair PS
| Printer instellen voor de verwerking van binaire PostScript-afdruktaken voor Macintosh. Opmerkingen:
|
Menuoptie | Beschrijving |
---|---|
Opmerking: Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is. | |
Wi-Fi Direct inschakelen
| Stelt de printer in om direct te verbinden met Wi-Fi-apparaten. |
Naam van Wi-Fi Direct | Geef de naam van het Wi-Fi Direct-netwerk op. |
Wachtwoord van Wi-Fi Direct | Stel het wachtwoord in voor het verifiëren en valideren van gebruikers op een Wi-Fi-verbinding. |
Wachtwoord tonen op instellingenpagina
| Geeft het Wachtwoord van Wi-Fi Direct weer op de pagina Netwerkinstellingen. |
Nummer van het voorkeurskanaal
| Stel het voorkeurskanaal van het Wi-Fi-netwerk in. |
IP-adres groepseigenaar | Het IP-adres van de groepseigenaar opgeven. |
Drukknopverzoeken automatisch accepteren
| Aanvragen om verbinding te maken met het netwerk automatisch accepteren. Opmerking: Clients automatisch accepteren is niet beveiligd. |
Menuoptie | Beschrijving |
---|---|
Opmerking: Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is. | |
Netwerksnelheid | De snelheid van de actieve netwerkadapter weergeven. |
IPv4
| De IPv4-instellingen configureren. |
IPv6
| De IPv6-instellingen configureren. |
Netwerkadres
| Het netwerkadres opgeven. |
PCL SmartSwitch
| De printer zo instellen dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerking: Als deze instelling is uitgeschakeld, controleert de printer de inkomende gegevens niet en gebruikt de standaardprintertaal die is opgegeven in het menu Configuratie. |
PS SmartSwitch
| De printer zo instellen dat deze automatisch overschakelt op PostScript-emulatie als dit door een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerking: Als deze instelling is uitgeschakeld, controleert de printer de inkomende gegevens niet en gebruikt de standaardprintertaal die is opgegeven in het menu Configuratie. |
Taken in buffer
| Afdruktaken tijdelijk op de vaste schijf opslaan voordat ze worden afgedrukt. Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven als er een vaste schijf is geïnstalleerd. |
Mac binair PS
| Printer instellen voor de verwerking van binaire PostScript-afdruktaken voor Macintosh. Opmerkingen:
|
Energiezuinig ethernet
| Het stroomverbruik beperken als de printer geen data ontvangt van het Ethernet-netwerk. |
Menuoptie | Beschrijving |
---|---|
Opmerking: Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is. | |
Hostnaam instellen | De huidige TCP/IP-hostnaam instellen. |
Domeinnaam | De domeinnaam instellen. |
DHCP/BOOTP toestaan de NTP-server bij te werken
| DHCP- en BOOTP-clients toestaan de NTP-instellingen van de printer bij te werken. |
Naam configuratieloos programma | Een servicenaam voor het configuratieloze netwerk opgeven. |
AutoIP inschakelen
| Automatisch een IP-adres toewijzen. |
DNS-serveradres | Het huidige DNS-serveradres (Domain Name System) opgeven. |
Back-up DNS-adres | Het back-up DNS-serveradres specificeren. |
Back-up DNS-adres 2 | |
Back-up DNS-adres 3 | |
Domeinzoekvolgorde | Een lijst van domeinnamen opgeven om de printer en de bronnen te zoeken die zich in verschillende domeinen op het netwerk bevinden. |
DDNS inschakelen
| De dynamische DNS-instellingen bijwerken. |
DDNS TTL | De huidige DDNS-instellingen opgeven. |
Standaard-TTL | |
DDNS-vernieuwingstijd | |
mDNS inschakelen
| De multicast DNS-instellingen bijwerken. |
WINS-serveradres | Een serveradres opgeven voor Windows Internet Name Service (WINS). |
BOOTP inschakelen
| De BOOTP toestaan een IP-adres van de printer toe te wijzen. |
Beperkte serverlijst | De IP-adressen opgeven die met de printer mogen communiceren via TCP/IP. Opmerkingen:
|
Opties voor Beperkte serverlijst
| De toegangsoptie instellen voor IP-adressen die niet in de lijst staan. |
MTU
| Een MTU-parameter (maximale transmissie-eenheid) voor de TCP-verbindingen opgeven. |
Raw printerpoort
| Een raw-poortnummer opgeven voor printers die zijn verbonden met een netwerk. |
Maximale snelheid van uitgaand verkeer
| De maximale overdrachtsnelheid van de printer instellen. Opmerking: Indien ingeschakeld, is de optie voor deze instelling 100–1000000 kilobits per seconde. |
TLSv1.0 inschakelen
| Schakel het TLSv1.0-protocol in. |
TLSv1.1 inschakelen
| Schakel het TLSv1.1-protocol in. |
SSL-coderingslijst | Geef de cipher-algoritmen op die moeten worden gebruikt voor de SSL- of TLS-verbindingen. |
Menuoptie | Beschrijving |
---|---|
Opmerking: Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is. | |
SNMP-versie 1 en 2c
| SNMP-versie 1 en 2c (Simple Network Management Protocol) configureren voor het installeren van printerstuurprogramma's en -toepassingen. |
SNMP-versie 3
| SNMP-versie 3 configureren voor het installeren en bijwerken van de printerbeveiliging. |
Menuoptie | Beschrijving |
---|---|
Opmerking: Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is. | |
IPSec inschakelen
| Internet Protocol Security (IPSec) inschakelen. |
Basisconfiguratie
| De IPSec-basisconfiguratie opgeven. |
DH (Diffie-Hellman) Group-voorstel
| De IPSec-basisconfiguratie opgeven. Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven wanneer Basisconfiguratie is ingesteld op Compatibiliteit. |
Voorgestelde coderingsmethode
| De coderingsmethode instellen. Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven wanneer Basisconfiguratie is ingesteld op Compatibiliteit. |
Voorgestelde verificatiemethode
| De verificatiemethode instellen. Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven wanneer Basisconfiguratie is ingesteld op Compatibiliteit. |
IKE SA levensduur (uren)
| Geef de IKE SA vervaldatum op. Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven wanneer Basisconfiguratie is ingesteld op Veilig. |
IPSec SA levensduur (uren)
| Geef de IPSec SA vervaldatum op. Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven wanneer Basisconfiguratie is ingesteld op Veilig. |
Apparaatcertificaat IPSec | Een IPSec-certificaat opgeven. |
Geverifieerde verbindingen met vooraf gedeelde sleutel
| De geverifieerde verbindingen van de printer configureren. |
Geverifieerde verbindingen van certificaat
|
Menuoptie | Beschrijving |
---|---|
Opmerking: Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is. | |
Actief
| Laat de printer toegang krijgen tot netwerken waarvoor verificatie is vereist. |
Menuoptie | Beschrijving |
---|---|
Opmerking: Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is. | |
LPD-timeout
| De time-outwaarde zodanig instellen dat de LPD-server (Line Printer Daemon) niet meer oneindig wacht op vastgelopen of ongeldige afdruktaken. |
LPD-voorblad
| Een voorblad afdrukken voor alle LPD-afdruktaken. Opmerking: Een voorblad is de eerste pagina van een afdruktaak die wordt gebruikt als scheidingsblad van afdruktaken. Hierop staat de naam van de persoon die het afdrukverzoek heeft verzonden. |
LPD-infopagina
| Een infopagina afdrukken voor alle LPD-afdruktaken. Opmerking: Een infopagina is de laatste pagina van een afdruktaak. |
LPD-regelterugloopconversie
| LPD-regelterugloopconversie inschakelen. Opmerking: Een harde return is een opdracht aan de printer om de cursor te verplaatsen naar de eerste positie op dezelfde regel. |
Menuoptie | Beschrijving |
---|---|
Opmerking: Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is. | |
HTTP-server inschakelen
| Naar de Embedded Web Server gaan om de printer te bewaken en beheren. |
HTTPS inschakelen
| Hypertext Transfer Protocol Secure (HTTPS) inschakelen om gegevensoverdracht van en naar de afdrukserver te coderen. |
HTTPS-verbindingen afdwingen
| Afdwingen dat de printer HTTPS-verbindingen gebruikt. |
FTP/TFTP inschakelen
| Bestanden verzenden via FTP/TFTP. |
Lokale domeinen | Domeinnamen opgeven voor HTTP- en FTP-servers. |
HTTP proxy-IP-adres | De instellingen voor de HTTP- en FTP-server configureren. |
FTP proxy IP-adres | |
HTTP-standaard-IT-poort | |
Apparaatcertificaat HTTPS | |
FTP-standaard-IT-poort | |
Timeout voor HTTP/FTP-verzoeken
| Geef de tijdsduur op voordat de serververbinding wordt beëindigd. |
Nwe pog. voor HTTP/FTP-verzoeken
| Het aantal nieuwe pogingen voor verbinden met de HTTP-/FTP-server instellen. |
Menuoptie | Beschrijving |
---|---|
Opmerking: Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is. | |
ThinPrint inschakelen
| Afdrukken vanuit ThinPrint. |
Poortnummer
| Het poortnummer voor de ThinPrint-server instellen. |
Bandbreedte (bits/sec)
| De snelheid opgeven waarmee gegevens worden verzonden in een ThinPrint-omgeving. |
Pakketformaat (kbytes)
| De pakketgrootte voor gegevensoverdracht instellen. |
Menuoptie | Beschrijving |
---|---|
Opmerking: Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is. | |
PCL SmartSwitch
| De printer zodanig instellen dat deze overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak op de USB-poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerking: Als deze instelling is uitgeschakeld, controleert de printer de inkomende gegevens niet en gebruikt de standaardprintertaal die is opgegeven in het menu Configuratie. |
PS SmartSwitch
| De printer zodanig instellen dat deze overschakelt op PostScript-emulatie als dit door een afdruktaak op de USB-poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerking: Als deze instelling is uitgeschakeld, controleert de printer de inkomende gegevens niet en gebruikt de standaardprintertaal die is opgegeven in het menu Configuratie. |
Taken in buffer
| Afdruktaken tijdelijk op de vaste schijf opslaan voordat ze worden afgedrukt. Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven als er een vaste schijf is geïnstalleerd. |
Mac binair PS
| Printer instellen voor de verwerking van binaire PostScript-afdruktaken voor Macintosh. Opmerkingen:
|
USB-poort inschakelen
| De USB-poort aan de voorzijde inschakelen. |
Menuoptie | Beschrijving |
---|---|
Opmerking: Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is. | |
Externe netwerktoegang beperken
| Toegang tot netwerksites beperken. |
Extern netwerkadres | Geef de netwerkadressen met beperkte toegang op. |
E-mailadres voor meldingen | Geef een e-mailadres op waarmee meldingen van geregistreerde gebeurtenissen verstuurd worden. |
Ping-frequentie
| Geef het interval in seconden op voor netwerkopdrachten. |
Onderwerp | Geef het onderwerp en bericht op van de e-mailmelding. |
Bericht |