Netwerkfunctionaliteit

Opmerkingen:

Configuratie van printer op een Ethernet-netwerk voorbereiden

Als u de printer wilt configureren voor een Ethernet-netwerk, moet u de volgende gegevens verzamelen voordat u begint:

Opmerking: als uw netwerk automatisch IP-adressen toewijst aan computers en printers, gaat u verder met de installatie van de printer.

U hebt een Ethernet-kabel nodig om de printer aan te sluiten op het netwerk en een beschikbare netwerkpoort waarmee u de printer fysiek aansluit op het netwerk. Gebruik een nieuwe netwerkkabel om problemen met een beschadigde kabel te voorkomen.

Configuratie van printer op een draadloos netwerk voorbereiden

Opmerkingen:

Zorg dat u volgende gegevens bij de hand hebt voor u de printer configureert voor een draadloos netwerk:

De printer verbinden met een draadloos netwerk via Wi-Fi Protected Setup (PIN)

De printer ondersteunt voor WPS (Wi-Fi Protected Setup) alleen de methode met pincode (WPS PIN) om verbinding te maken met een draadloos netwerk.

Opmerking: Controleer of het toegangspunt (draadloze router) gecertificeerd is voor of compatibel is met WPS. Raadpleeg de documentatie bij uw toegangspunt voor meer informatie.
  1. Druk een netwerkconfiguratiepagina of een pagina met menu-instellingen af. Zie Een pagina met menu-instellingen en netwerkconfiguratiepagina afdrukken voor meer informatie.

  2. Zoek in het gedeelte Draadloos naar WPS PIN.

  3. Open een webbrowser en geef het IP-adres van het toegangspunt op in de adresbalk.

    Opmerkingen:

    • Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
    • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen.
  4. Open de WPS-instellingen. Raadpleeg de documentatie bij uw toegangspunt voor meer informatie.

  5. Voer de WPS-pincode van acht cijfers in en sla de instelling op.

Printer verbinden met een draadloos netwerk via de printersoftware

Opmerkingen:

Wireless Setup Utility gebruiken (alleen Windows)

  1. Controleer of de printersoftware al is geïnstalleerd.

  2. Gebruik de opdracht Zoeken in het Start-menu om de printerstartpagina te vinden.

  3. Open de printerstartpagina en klik vervolgens op Instellingen > Wireless Setup Utility.

  4. Volg de instructies op het computerscherm.

Assistent voor draadloze configuratie gebruiken (alleen Macintosh)

Met de Assistent voor draadloze configuratie kunt u het volgende doen:

Assistent voor draadloze configuratie installeren
  1. Ga naar de Lexmark website voor ondersteuning op http://support.lexmark.com.

  2. Download de nieuwste Assistent voor draadloze configuratie.

  3. Dubbelklik op het gedownloade installatiepakket.

  4. Volg de instructies op het beeldscherm.

Assistent voor draadloze configuratie openen

Opmerkingen:

  1. Blader in de Finder naar:

    Programma's > selecteer de printermap

  2. Dubbelklik op Assistent voor draadloze configuratie en volg de aanwijzingen op het beeldscherm.

Opmerking: Klik op the Help icon als er problemen optreden tijdens het uitvoeren van de toepassing.

De printer verbinden met een draadloos netwerk met de Embedded Web Server

Controleer het volgende voor u begint:

  1. Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.

    Opmerkingen:

    • Controleer het IP-adres van de printer op het bedieningspaneel van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
    • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen.
  2. Klik op Instellingen > Netwerk/poorten > Draadloos.

  3. Pas de instellingen aan zodat deze overeenkomen met de instellingen van het toegangspunt (draadloze router).

    Opmerking: Zorg dat u de juiste SSID invoert.
  4. Klik op Verzenden.

  5. Zet de printer uit en maak vervolgens de Ethernet-kabel los. Wacht vervolgens ten minste vijf seconden voor u de printer weer inschakelt.

  6. U kunt controleren of de printer verbonden is met een netwerk door een pagina met netwerkinstellingen af te drukken. Kijk vervolgens in het gedeelte Netwerkkaart [x] of de status Aangesloten is.