Laden koppelen en ontkoppelen

De printer koppelt laden wanneer het opgegeven papierformaat en de opgegeven papiersoort hetzelfde zijn. Als een van de gekoppelde laden leeg raakt, wordt automatisch de volgende gekoppelde lade gebruikt. Als u niet wilt dat laden worden gekoppeld, geeft u de papiersoort een unieke naam.

MS312 en MS317: lade koppelen

Laden koppelen en ontkoppelen

Embedded Web Server gebruiken
  1. Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.

    Opmerkingen:

    • Controleer het IP-adres in het gedeelte TCP/IP van het menu Netwerk/poorten. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
    • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen.
  2. Klik op Instellingen > Menu Papier.

  3. De lade-instellingen wijzigen om het papierformaat en de soort in te stellen voor de lade.

    • Als u lades wilt koppelen, moet u ervoor zorgen dat het papierformaat en de soort voor de lade overeenkomen met die van de andere lade.

    • Als u lades wilt ontkoppelen, moet u ervoor zorgen dat het papierformaat en de soort voor de lade niet overeenkomen met die van de andere lade.

  4. Klik op Verzenden.

Printerinstellingen op de computer gebruiken

Afhankelijk van uw besturingssysteem kunt u het menu Papier openen via het Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen of via Printer Settings.

Opmerking: U kunt de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort ook instellen via het bedieningspaneel van de printer. Zie Papierformaat en papiersoort instellen voor meer informatie.
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Het papier in de lade moet overeenkomen met de naam van de papiersoort die op de printer is toegewezen. De temperatuur van het verhittingsstation is afhankelijk van de opgegeven papiersoort. Als de instellingen niet correct zijn geconfigureerd, kunnen er afdrukproblemen optreden.

Een aangepaste papiersoort configureren

Embedded Web Server gebruiken
  1. Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.

    Opmerkingen:

    • Druk een netwerkconfiguratiepagina of een pagina met menu-instellingen af en zoek vervolgens het IP-adres op in het gedeelte voor TCP/IP. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
    • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen.
  2. Klik op Instellingen > Menu Papier > Aangepaste soorten.

  3. Selecteer een aangepaste papiersoortnaam en selecteer vervolgens een aangepaste papiersoort.

    Opmerking: Normaal papier is de standaardpapiersoort voor alle aangepaste namen die door de gebruiker worden gedefinieerd.
  4. Klik op Verzenden.

Printerinstellingen op de computer gebruiken

Afhankelijk van uw besturingssysteem kunt u het menu Aangepast openen via het Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen of via Printer Settings.

Een aangepaste papiersoort toewijzen

Embedded Web Server gebruiken
  1. Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.

    Opmerkingen:

    • Een pagina met netwerkinstellingen of menu-instellingen afdrukken en vervolgens het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte zoeken. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
    • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen.
  2. Klik op Instellingen > Menu Papier.

  3. Selecteer een papierbron in het gedeelte Ladeconfiguratie en selecteer vervolgens een aangepast papiersoort in de kolom voor papiersoort.

  4. Klik op Verzenden.

Printerinstellingen op de computer gebruiken

Afhankelijk van uw besturingssysteem kunt u het menu Papier openen via het Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen of via Printer Settings.

MS315, MS415 en MS417: lade koppelen

Laden koppelen en ontkoppelen

  1. Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.

    Opmerkingen:

    • Het IP-adres van de printer staat op het bedieningspaneel in het gedeelte TCP/IP in het menu Netwerken/Poorten. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
    • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen.
  2. Klik op Instellingen > Menu Papier.

  3. De instellingen voor het papierformaat en de papiersoort wijzigen voor de laden die u wilt koppelen.

    • Om laden te koppelen moeten het papierformaat en de papiersoort die in beide laden worden gebruikt hetzelfde zijn.

    • Om laden te ontkoppelen mogen het papierformaat en de papiersoort van de beide laden niet hetzelfde zijn.

  4. Klik op Verzenden.

Opmerking: U kunt de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort ook wijzigen via het bedieningspaneel. Zie Papierformaat en papiersoort instellen voor meer informatie.
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Het papier in de lade moet overeenkomen met de naam van de papiersoort die op de printer is toegewezen. De temperatuur van het verhittingsstation is afhankelijk van de opgegeven papiersoort. Als de instellingen niet correct zijn geconfigureerd, kunnen er afdrukproblemen optreden.

Een aangepaste naam maken voor een papiersoort

Embedded Web Server gebruiken
  1. Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.

    Opmerkingen:

    • Controleer het IP-adres van de printer in het gedeelte TCP/IP van het menu Netwerk/rapporten. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
    • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen.
  2. Klik op Instellingen > Menu Papier > Aangepaste namen.

  3. Selecteer een aangepaste naam en typ vervolgens een nieuwe aangepaste papiersoortnaam.

  4. Klik op Verzenden.

  5. Klik op Aangepaste soorten en controleer of de nieuwe aangepaste papiersoortnaam de aangepaste naam heeft vervangen.

Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
  1. Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:

    the home button > Instellingen > the select button > Menu Papier > the select button > Aangepaste namen

  2. Selecteer een aangepaste naam en typ vervolgens een nieuwe aangepaste papiersoortnaam.

  3. Druk op the select button.

  4. Druk op Aangepaste soorten en controleer of de nieuwe aangepaste papiersoortnaam de aangepaste naam heeft vervangen.

Een aangepaste papiersoortnaam toewijzen

Embedded Web Server gebruiken
  1. Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.

    Opmerkingen:

    • Controleer het IP-adres van de printer in het gedeelte TCP/IP van het menu Netwerk/rapporten. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
    • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen.
  2. Klik op Instellingen > Menu Papier > Aangepaste soorten.

  3. Selecteer een aangepaste papiersoortnaam en selecteer vervolgens een papiersoort.

    Opmerking: Papier is de standaardpapiersoort voor alle aangepaste namen die door de gebruiker zijn gemaakt.
  4. Klik op Verzenden.

Het bedieningspaneel van de printer gebruiken
  1. Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:

    the home button > Instellingen > the select button > Menu Papier > the select button > Aangepaste soorten

  2. Selecteer een aangepaste papiersoortnaam en selecteer vervolgens een papiersoort.

    Opmerking: Papier is de standaardpapiersoort voor alle aangepaste namen die door de gebruiker zijn gemaakt.
  3. Druk op the select button.