Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Druk op het bedieningspaneel van de printer op om het al opgeslagen gedeelte van de taak af te drukken en de rest van de afdruktaak te sorteren.
Annuleer de huidige afdruktaak.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Druk op het bedieningspaneel van de printer op om de defragmentatie te stoppen en door te gaan met afdrukken.
Verwijder lettertypen, macro's en andere gegevens uit het RAM-geheugen van de printer. Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
> Instellingen >
> Afdrukinstellingen >
> Menu Extra >
> Flash formatteren >
> Ja >
Installeer extra printergeheugen.
Probeer een of meer van de oplossingen:
Plaats papier van het juiste formaat en de juiste soort in de lade of invoerlade, selecteer het papierformaat en de papiersoort in het menu Papier op het bedieningspaneel en druk vervolgens op .
Selecteer Negeren om het beschikbare papierformaat en -soort in de lade of invoer te gebruiken.
Annuleer de afdruktaak.
Probeer een of meer van de oplossingen:
Plaats papier van het juiste formaat en de juiste soort in de lade of invoerlade, selecteer het papierformaat en de papiersoort in het menu Papier op het bedieningspaneel en druk vervolgens op .
Selecteer Negeren om het beschikbare papierformaat en -soort in de lade of invoer te gebruiken.
Annuleer de afdruktaak.
Probeer een of meer van de oplossingen:
Plaats papier van het juiste formaat en de juiste soort in de lade of invoerlade, selecteer het papierformaat en de papiersoort in het menu Papier op het bedieningspaneel en druk vervolgens op .
Selecteer Negeren om het beschikbare papierformaat en -soort in de lade of invoer te gebruiken.
Annuleer de afdruktaak.
Probeer een of meer van de oplossingen:
Plaats papier van het juiste formaat en de juiste soort in de lade of invoerlade, selecteer het papierformaat en de papiersoort in het menu Papier op het bedieningspaneel en druk vervolgens op .
Selecteer Negeren om het beschikbare papierformaat en -soort in de lade of invoer te gebruiken.
Annuleer de afdruktaak.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Druk op het bedieningspaneel van de printer op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Gebruik minder lettertypen en kleinere lettergrootten, beperk het aantal afbeeldingen en gebruik eenvoudige afbeeldingen en druk minder pagina's af.
Annuleer de afdruktaak.
Installeer extra printergeheugen.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Vervang de beschadigde flashgeheugenkaart.
Druk op het bedieningspaneel van de printer op om het bericht te negeren en door te gaan met afdrukken.
Annuleer de huidige afdruktaak.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Druk op het bedieningspaneel van de printer op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Verwijder lettertypen, macro's en andere gegevens uit het flashgeheugen. Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
> Instellingen >
> Afdrukinstellingen >
> Menu Extra >
> Flash formatteren >
> Ja >
Gebruik een flashgeheugenkaart met een grotere capaciteit.
Opmerking: Gedownloade lettertypen en macro's die niet eerder zijn opgeslagen in het flashgeheugen, worden verwijderd als u de printer uitschakelt op opnieuw opstart. |
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Druk op het bedieningspaneel van de printer op om de defragmentatie te stoppen en door te gaan met afdrukken.
Formatteer het flashgeheugenapparaat.
Opmerking: Als het foutbericht niet verdwijnt, is het flashgeheugenapparaat mogelijk beschadigd en moet het wellicht worden vervangen. |
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Druk op het bedieningspaneel van de printer op om Bronnen opslaan uit te schakelen, het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Installeer extra printergeheugen.
Probeer een of meer van de oplossingen:
Druk op het bedieningspaneel van de printer op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Maak de router los en sluit deze na 30 seconden weer aan.
Schakel de printer uit en schakel de printer na ongeveer tien seconden weer in.
Werk de netwerkfirmware in de printer of afdrukserver bij. Ga naar de website van Lexmark op http://support.lexmark.com voor meer informatie.
Probeer een of meer van de oplossingen:
Druk op het bedieningspaneel van de printer op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Maak de router los en sluit deze na 30 seconden weer aan.
Schakel de printer uit en schakel de printer na ongeveer tien seconden weer in.
Werk de netwerkfirmware in de printer of afdrukserver bij. Ga naar de website van Lexmark op http://support.lexmark.com voor meer informatie.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Plaats het juiste papierformaat in de lade.
Druk op het bedieningspaneel van de printer op om het bericht te wissen en af te drukken vanuit een andere lade.
Controleer de lengte- en breedtegeleiders en zorg ervoor dat het papier op de juiste manier in de lade wordt geplaatst.
Zorg dat de juiste waarden voor papierformaat en -soort zijn opgegeven bij Printereigenschappen of in het dialoogvenster Afdrukken.
Controleer of de instellingen voor papierformaat en papiersoort zijn opgegeven in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer.
Controleer of het papierformaat correct is ingesteld. Als Formaat U-lader bijvoorbeeld is ingesteld op Universal, moet u ervoor zorgen dat het papier groot genoeg is voor de gegevens die u wilt afdrukken.
Annuleer de afdruktaak.
Druk op op het bedieningspaneel van de printer om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Ga voor meer informatie naar http://support.lexmark.com of neem contact op met de klantenondersteuning.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Druk op het bedieningspaneel van de printer op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Opmerking: De printer negeert gegevens die via de USB-poort worden ontvangen. |
Stel op het bedieningspaneel van de printer USB-buffer in op Automatisch.
Zet de printer uit.
Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
Verwijder de extra laden.
Steek de stekker van het netsnoer weer in het stopcontact.
Zet de printer weer aan.
Probeer een of meer van de oplossingen:
Plaats papier van het juiste type en het juiste formaat in de lade en druk op op het bedieningspaneel.
Opmerking: Controleer of de instellingen voor papierformaat en papiersoort zijn opgegeven in het menu Papier op het bedieningspaneel. |
Selecteer Huidige [papierbron] gebruiken op het bedieningspaneel om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken met het huidige type en formaat papier in de lade.
Annuleer de afdruktaak.
Probeer een of meer van de oplossingen:
Plaats papier van het juiste type en het juiste formaat in de lade en druk op op het bedieningspaneel.
Opmerking: Controleer of de instellingen voor papierformaat en papiersoort zijn opgegeven in het menu Papier op het bedieningspaneel. |
Selecteer Huidige [papierbron] gebruiken op het bedieningspaneel om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken met het huidige type en formaat papier in de lade.
Annuleer de afdruktaak.
Probeer een of meer van de oplossingen:
Plaats papier van het juiste type en het juiste formaat in de lade en druk op op het bedieningspaneel.
Opmerking: Controleer of de instellingen voor papierformaat en papiersoort zijn opgegeven in het menu Papier op het bedieningspaneel. |
Selecteer Huidige [papierbron] gebruiken op het bedieningspaneel om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken met het huidige type en formaat papier in de lade.
Annuleer de afdruktaak.
Probeer een of meer van de oplossingen:
Plaats papier van het juiste type en het juiste formaat in de lade en druk op op het bedieningspaneel.
Opmerking: Controleer of de instellingen voor papierformaat en papiersoort zijn opgegeven in het menu Papier op het bedieningspaneel. |
Selecteer Huidige [papierbron] gebruiken op het bedieningspaneel om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken met het huidige type en formaat papier in de lade.
Annuleer de afdruktaak.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Druk op het bedieningspaneel van de printer op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Gebruik minder lettertypen en kleinere lettergrootten, beperk het aantal afbeeldingen en gebruik eenvoudige afbeeldingen en druk minder pagina's af.
Annuleer de afdruktaak.
Installeer extra printergeheugen.
Druk op het bedieningspaneel op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Vervang de beschadigde flashgeheugenkaart.
Druk op het bedieningspaneel van de printer op om het bericht te negeren en door te gaan met afdrukken.
Annuleer de huidige afdruktaak.
Opmerking: De papierbron kan een lade of een invoerlade zijn. |
Probeer een of meer van de oplossingen:
Plaats het juiste papierformaat in de papierbron.
Druk op het bedieningspaneel op om het bericht te wissen en af te drukken met een andere papierbron.
Controleer de lengte- en breedtegeleiders van de papierbron en of het papier op de juiste manier is geplaatst.
Zorg ervoor dat het juiste papierformaat en -soort staan ingesteld in de Voorkeursinstellingen voor afdrukken of in het dialoogvenster Afdrukken.
Controleer of het papierformaat en het papiersoort worden vermeld in het menu Papier op het bedieningspaneel.
Controleer of het papierformaat correct is ingesteld. Als Formaat U-lader bijvoorbeeld is ingesteld op Universal, dient u ervoor te zorgen dat het papier groot genoeg is voor de gegevens die u wilt afdrukken.
Annuleer de afdruktaak.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Druk op het bedieningspaneel van de printer op om Bronnen opslaan uit te schakelen, het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Installeer extra printergeheugen.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Druk op het bedieningspaneel van de printer op om het al opgeslagen gedeelte van de taak af te drukken en de rest van de afdruktaak te sorteren.
Annuleer de huidige afdruktaak.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Druk op het bedieningspaneel van de printer op om de defragmentatie te stoppen en door te gaan met afdrukken.
Verwijder lettertypen, macro's en andere gegevens uit het RAM-geheugen van de printer. Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
> Instellingen >
> Instellingen >
> Afdrukinstellingen >
> Menu Extra >
> Flash formatteren >
> Ja >
Installeer extra printergeheugen.
Druk op het bedieningspaneel van de printer op om het bericht te wissen.
Voer een van de volgende handelingen uit:
Druk op het bedieningspaneel van de printer op om het bericht te wissen.
Verwijder andere taken in de wachtrij om extra printergeheugen vrij te maken.
Probeer een of meer van de oplossingen:
Druk op het bedieningspaneel op om door te gaan met afdrukken.
Schakel de printer uit en schakel de printer na ongeveer tien seconden weer in.
Werk de netwerkfirmware in de printer of afdrukserver bij. Ga voor meer informatie naar http://support.lexmark.com.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Druk op het bedieningspaneel van de printer op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Verwijder lettertypen, macro's en andere gegevens uit het flashgeheugen.
Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
> Instellingen >
> Instellingen >
> Afdrukinstellingen >
> Menu Extra >
> Flash formatteren >
> Ja >
Gebruik een flashgeheugenkaart met een grotere capaciteit.
Opmerking: Gedownloade lettertypen en macro's die niet zijn opgeslagen in het flashgeheugen, worden verwijderd als u de printer uitschakelt of opnieuw opstart. |
Selecteer Doorgaan op het bedieningspaneel van de printer om het bericht te sluiten en verder te gaan met afdrukken.
Ga voor meer informatie naar http://support.lexmark.com of neem contact op met de klantenservice.
Probeer een of meer van de oplossingen:
Controleer of u de juiste seriële kabel hebt voor de seriële poort en of deze goed is aangesloten.
Controleer of de parameters voor de seriële interface (protocol, baud, pariteit en databits) correct zijn ingesteld op de printer en de computer.
Druk op het bedieningspaneel van de printer op om door te gaan met afdrukken.
Schakel de printer uit en weer in.
Druk op het bedieningspaneel van de printer op om het bericht te wissen.
Opmerking: Neem contact op met uw systeembeheerder als het bericht opnieuw wordt weergegeven. |
Probeer een of meer van de oplossingen:
Druk op het bedieningspaneel van de printer op om te bevestigen.
Maak de router los en sluit deze na 30 seconden weer aan.
Schakel de printer uit en weer in.
Werk de netwerkfirmware in de printer of afdrukserver bij. Meer informatie vindt u op de website van Lexmark op http://support.lexmark.com.
Druk op het bedieningspaneel van de printer op om het bericht te wissen.
Opmerkingen:
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Druk op het bedieningspaneel van de printer op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Opmerking: De printer negeert gegevens die via de USB-poort worden ontvangen. |
Stel op het bedieningspaneel van de printer USB-buffer in op Automatisch.
Zet de printer uit.
Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
Verwijder het extra flashgeheugen.
Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact.
Zet de printer weer aan.
Zet de printer uit.
Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
Verwijder de extra laden.
Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact.
Zet de printer weer aan.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Druk op het bedieningspaneel van de printer op om de defragmentatie te stoppen en door te gaan met afdrukken.
Formatteer het flashgeheugenapparaat.
Opmerking: Als het foutbericht niet verdwijnt, is het flashgeheugenapparaat mogelijk beschadigd en moet het wellicht worden vervangen. |
Schakel de printer uit.
Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
Verwijder de niet-ondersteunde optionele kaart van de printercontrollerkaart en vervang deze door een ondersteunde kaart.
Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact.
Zet de printer weer aan.
Druk op het bedieningspaneel van de printer op om het bericht te wissen.
Opmerking: Neem contact op met uw systeembeheerder als het bericht opnieuw wordt weergegeven. |
Controleer of de tonercartridge en beeldverwerkingseenheid beide door Lexmark geautoriseerde MICR- (Magnetic Ink Character Recognition) of niet-MICR-supplies zijn.
Vervang de tonercartridge of de beeldverwerkingseenheid zodat beide door Lexmark geautoriseerde MICR- of niet-MICR-supplies zijn.
Opmerkingen:
Druk zo nodig op op het bedieningspaneel van de printer om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Mogelijk moet u een tonercartridge bestellen. Druk zo nodig op op het bedieningspaneel van de printer om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Mogelijk moet u een tonercartridge zeer binnenkort vervangen. Raadpleeg het gedeelte “Supplies vervangen” in de Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Druk zo nodig op op het bedieningspaneel van de printer om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Voer de juiste referenties in of neem contact op met de systeembeheerder.
Druk zo nodig op op het bedieningspaneel van de printer om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Mogelijk moet u een beeldverwerkingseenheid bestellen. Druk zo nodig op op het bedieningspaneel van de printer om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Mogelijk moet u de beeldverwerkingseenheid zeer binnenkort vervangen. Raadpleeg het gedeelte “Supplies vervangen” in de Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Druk zo nodig op op het bedieningspaneel van de printer om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Plaats papier met het juiste formaat en van de juiste papiersoort in de aangegeven lade of invoer.
Druk op het bedieningspaneel van de printer op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Opmerking: Als de printer een lade detecteert met papier van het juiste formaat en de juiste soort, wordt het papier uit die lade ingevoerd. Als de printer geen lade met papier van het juiste formaat en de juiste soort kan vinden, wordt de taak afgedrukt op het papier uit de standaardpapierbron. |
Annuleer de actieve taak.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Plaats papier van het juiste formaat en de juiste soort in de lade of invoer.
Druk op het bedieningspaneel van de printer op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Opmerking: Als de printer een lade vindt met papier van het juiste formaat en de juiste soort, wordt het papier uit die lade ingevoerd. Als de printer geen lade met papier van het juiste formaat en de juiste soort kan vinden, wordt de taak afgedrukt op het papier uit de standaardpapierbron. |
Annuleer de actieve taak.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Plaats papier van het juiste formaat in de lade of invoer.
Druk op het bedieningspaneel van de printer op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Opmerking: Als de printer een lade detecteert met papier van het juiste formaat, wordt het papier vanuit die lade ingevoerd. Als de printer geen lade met papier van het juiste formaat en kan vinden, wordt de taak afgedrukt op het papier uit de standaardpapierbron. |
Annuleer de actieve taak.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Plaats papier van het juiste formaat en de juiste soort in de lade of invoer.
Druk op het bedieningspaneel van de printer op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Opmerking: Als de printer een lade vindt met papier van het juiste formaat en de juiste soort, wordt het papier uit die lade ingevoerd. Als de printer geen lade met papier van het juiste formaat en de juiste soort kan vinden, wordt de taak afgedrukt op het papier uit de standaardpapierbron. |
Annuleer de actieve taak.
Probeer een of meer van de oplossingen:
Plaats papier van het juiste formaat en de juiste soort in de multifunctionele invoer.
Afhankelijk van uw type printer raakt u Doorgaan aan of drukt u op om de boodschap te verwijderen en door te gaan met afdrukken.
Opmerking: Als de invoer geen papier bevat, wordt de vraag door de printer genegeerd en wordt er afgedrukt uit een automatisch geselecteerde lade. |
Annuleer de huidige taak.
Probeer een of meer van de oplossingen:
Plaats papier van het juiste formaat en de juiste soort in de invoer.
Afhankelijk van uw type printer raakt u Doorgaan aan of drukt u op om de boodschap te verwijderen en door te gaan met afdrukken.
Opmerking: Als de invoer geen papier bevat, wordt de vraag door de printer genegeerd en wordt er afgedrukt uit een automatisch geselecteerde lade. |
Annuleer de huidige taak.
Probeer een of meer van de oplossingen:
Plaats papier van het juiste formaat in de opgegeven lade.
Afhankelijk van uw type printer raakt u Doorgaan aan of drukt u op om de boodschap te verwijderen en door te gaan met afdrukken.
Opmerking: Als de invoer geen papier bevat, wordt de vraag door de printer genegeerd en wordt er afgedrukt uit een automatisch geselecteerde lade. |
Annuleer de huidige taak.
Probeer een of meer van de oplossingen:
Plaats papier van het juiste formaat en de juiste soort in de multifunctionele invoer.
Afhankelijk van uw type printer raakt u Doorgaan aan of drukt u op om de boodschap te verwijderen en door te gaan met afdrukken.
Opmerking: Als de invoer geen papier bevat, wordt de vraag door de printer genegeerd en wordt er afgedrukt uit een automatisch geselecteerde lade. |
Annuleer de huidige taak.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Druk op het bedieningspaneel van de printer op om het bericht te wissen.
Verlaag de instelling voor de resolutie.
Installeer extra printergeheugen.
Opmerking: Het supplytype kan de tonercartridge of beeldverwerkingseenheid zijn. |
De printer heeft gedetecteerd dat een supply of onderdeel van een ander merk dan Lexmark in de printer is geïnstalleerd.
Uw Lexmark-printer werkt het beste met originele supplies en onderdelen van Lexmark. Wanneer u supplies of onderdelen van andere fabrikanten gebruikt, kan dit negatieve gevolgen hebben voor de prestaties, betrouwbaarheid of levensduur van de printer en de beeldverwerkingsonderdelen van het apparaat. Zie Officiële Lexmark onderdelen en supplies gebruiken voor meer informatie.
Alle levensduurindicators zijn ontworpen om te functioneren met de supplies en onderdelen Lexmark. Als u supplies of onderdelen van andere fabrikanten gebruikt, kan dat tot onvoorspelbare resultaten leiden. Het gebruik van beeldverwerkingsonderdelen langer dan de beoogde levensduur kan uw Lexmark-printer of de desbetreffende onderdelen beschadigen.
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Het gebruik van supplies of onderdelen van andere fabrikanten kan gevolgen hebben voor uw garantie. Schade die werd veroorzaakt door het gebruik van supplies of onderdelen van andere fabrikanten valt niet onder de garantie. |
Als u deze risico's wilt aanvaarden en wilt doorgaan met het gebruik van niet-originele supplies of onderdelen in uw printer, hou dan en de knop # op het bedieningspaneel gedurende 15 seconden gelijktijdig ingedrukt.
Bij printermodellen zonder aanraakscherm houdt u en
op het bedieningspaneel gedurende 15 seconden gelijktijdig ingedrukt om het bericht te sluiten en verder te gaan met afdrukken.
Als u deze risico's niet wilt aanvaarden, verwijder dan het supply of onderdeel van andere fabrikanten uit uw printer en vervang deze door een origineel supply of onderdeel van Lexmark.
Opmerking: Raadpleeg het gedeelte 'Supplies bestellen' of ga naar www.lexmark.com voor een lijst met ondersteunde supplies. |
Afhankelijk van uw type printer raakt u Doorgaan aan of drukt u op om de boodschap te verwijderen en door te gaan met afdrukken.
Opmerkingen:
Neem contact op met de afdeling voor systeemondersteuning.
Neem contact op met de afdeling voor systeemondersteuning.
Probeer een of meer van de oplossingen:
Controleer of de tonercartridge ontbreekt. Als dit het geval is, installeert u de tonercartridge.
Voor meer informatie over het installeren van de tonercartridge, ziet u het gedeelte 'Supplies vervangen'.
Als de tonercartridge wel is geïnstalleerd, verwijdert u deze en installeert u de niet-reagerende tonercartridge opnieuw.
Opmerking: Als het bericht wordt weergegeven nadat u de supply opnieuw hebt geplaatst, moet u de tonercartridge vervangen. De cartridge is mogelijk defect of een niet-origineel Lexmark-supply. Zie Officiële Lexmark onderdelen en supplies gebruiken voor meer informatie. |
Probeer een of meer van de oplossingen:
Controleer of de beeldverwerkingseenheid ontbreekt. Als dit het geval is, installeert u de beeldverwerkingseenheid.
Voor meer informatie over het installeren van de beeldverwerkingseenheid, zie het gedeelte 'Supplies vervangen'.
Als de beeldverwerkingseenheid wel is geïnstalleerd, verwijdert u deze en installeert u de niet-reagerende tonercartridge opnieuw.
Opmerking: Als het bericht wordt weergegeven nadat u de supply opnieuw hebt geplaatst, moet u de beeldverwerkingseenheid vervangen. De beeldverwerkingseenheid is mogelijk defect of een niet-origineel Lexmark-supply. Zie Officiële Lexmark onderdelen en supplies gebruiken voor meer informatie. |
Vervang de tonercartridge om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Raadpleeg voor meer informatie de instructies die bij de supply zijn geleverd of het gedeelte “Supplies vervangen” van de Gebruikershandleiding.
Opmerking: Als u geen vervangende tonercartridge hebt, raadpleegt u het gedeelte “Supplies bestellen” van de Gebruikershandleiding of gaat u naar www.lexmark.com. |
Installeer een tonercartridge die overeenkomt met de regiocode van de printer. x is de waarde voor de regio van de printer. y is de waarde voor de regio van de cartridge. x en y kunnen de volgende waarden hebben:
Opmerkingen:
Vervang de beeldverwerkingseenheid om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Raadpleeg voor meer informatie de instructies die bij de supply zijn geleverd of het gedeelte “Supplies vervangen” van de Gebruikershandleiding.
Opmerking: Als u geen vervangende beeldverwerkingseenheid hebt, raadpleegt u het gedeelte “Supplies bestellen” van de Gebruikershandleiding of gaat u naar www.lexmark.com. |
De printer vereist onderhoud. Ga voor meer informatie naar http://support.lexmark.com. Of neem contact op met uw servicevertegenwoordiger en meld het probleem.
Vervang de tonercartridge en installeer een ondersteund exemplaar om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Raadpleeg de instructies bij de supply voor meer informatie.
Deze fout kan ook worden veroorzaakt door het installeren van een officiële Lexmark-cartridge, zoals een cartridge met hoog rendement die niet is bedoeld voor dit product.
De volgende foutcodes geven aan dat een niet-origineel Lexmark-tonercartridge is geïnstalleerd:
32.13
32.16
32.19
32.22
32.25
32.28
32.31
32.34
32.37
Zie Officiële Lexmark onderdelen en supplies gebruiken voor meer informatie.
Opmerking: Raadpleeg het gedeelte 'Supplies bestellen' of ga naar www.lexmark.com als u geen vervangende cartridge hebt. |
Vervang de beeldverwerkingseenheid en installeer een ondersteund exemplaar om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Raadpleeg de instructies bij de supply voor meer informatie.
Deze fout kan ook worden veroorzaakt door de installatie van een originele beeldverwerkingseenheid van Lexmark, zoals een MICR-eenheid, die niet is bedoeld voor dit product.
De volgende foutcodes geven aan dat een niet-originele Lexmark beeldverwerkingseenheid is geïnstalleerd:
32.14
32.17
32.20
32.23
32.26
32.29
32.32
32.35
32.38
Zie Officiële Lexmark onderdelen en supplies gebruiken voor meer informatie.
Opmerking: Raadpleeg het gedeelte 'Supplies bestellen' of ga naar www.lexmark.nl als u geen vervangende beeldverwerkingseenheid hebt. |