Stel de parameters op de printer in.
Via het bedieningspaneel navigeert u naar het menu voor de poortinstellingen.
Zoek het menu voor de seriële poortinstellingen en pas de instellingen aan, indien nodig.
Pas de wijzigingen toe.
Open op uw computer de map Printers en selecteer vervolgens uw printer.
Open de printereigenschappen en selecteer de COM-poort in de lijst.
Stel de COM-poortparameters in Apparaatbeheer.
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Open de printermap.
In het snelmenu van de printer met de nieuwe ISP, opent u Printereigenschappen.
Configureer de poort in de lijst.
Werk het IP-adres bij.
Pas de wijzigingen toe.
Via Systeemvoorkeuren in het Apple -menu, navigeert u naar de lijst met printers en selecteert u vervolgens + > IP.
Typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Pas de wijzigingen toe.
In dit hoofdstuk worden algemene ondersteunende beheertaken beschreven die worden uitgevoerd met de Embedded Web Server. Raadpleeg de Handleiding netwerken op de cd Software en documentatie of de Beheerdershandleiding voor de Embedded Web Server voor informatie over geavanceerde systeemondersteuningstaken op de ondersteuningswebsite van Lexmark op http://support.lexmark.com.
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
Controleer of de virtuele display wordt weergegeven in de linkerbovenhoek van het scherm.
De virtuele display werkt net zoals een echt display op het bedieningspaneel van de printer.
U kunt opgeven hoe u meldingen wilt ontvangen wanneer supplies bijna leeg, leeg of zeer leeg zijn, of wanneer het einde van de levensduur van supplies wordt bereikt. Hiertoe stelt u de selecteerbare meldingen in.
Opmerkingen:
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
Klik op Instellingen > Afdrukinstellingen > Meldingen over supplies.
Selecteer in het vervolgkeuzemenu voor elke supply een van de volgende meldingsopties:
Berichten | Beschrijving |
---|---|
Uit | Het normale printergedrag voor alle supplies vindt plaats. |
Alleen e-mail | De printer genereert een e-mail wanneer de supplystatus wordt bereikt. De status van de supply wordt weergegeven op de menupagina en statuspagina. |
Waarschuwing | De printer geeft de waarschuwing weer en genereert een e-mail over de status van de supply. De printer stopt niet wanneer de supplystatus wordt bereikt. |
Stop met mogelijke hervatting1 | Wanneer de supplystatus wordt bereikt, stopt de printer met het verwerken van taken en de gebruiker kan op een knop drukken om door te gaan met afdrukken. |
Stop zonder mogelijke hervatting1,2 | Wanneer de supplystatus wordt bereikt, stopt de printer met het verwerken van taken. De supply moet worden vervangen voordat de gebruiker kan doorgaan met afdrukken. |
1 De printer genereert een e-mail over de status van de supply wanneer meldingen over supplies zijn ingeschakeld. 2 Wanneer sommige supplies leeg raken, stopt de printer om beschadiging te voorkomen. |
Klik op Verzenden.
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
Klik op Instellingen > Beveiliging > Instellingen beveiligd afdrukken.
Wijzig de instellingen:
Stel een waarde in voor het maximum aantal pogingen voor het invoeren van de PIN. Wanneer een gebruiker dat aantal overschrijdt, worden alle taken van die gebruiker verwijderd.
Stel een vervaltijd in voor vertrouwelijke afdruktaken. Wanneer een gebruiker de taken niet binnen de opgegeven tijd heeft afgedrukt, worden alle taken van die gebruiker verwijderd.
Klik op Indienen om de gewijzigde instellingen op te slaan.
Opmerking: Deze functie is alleen beschikbaar op netwerkprinters. |
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
Klik op Copy Printer Settings (Printerinstellingen kopiëren).
Als u de taal wilt wijzigen, selecteert u de gewenste taal in de keuzelijst en klikt u op Klik hier om de taal in te stellen.
Klik op Printer Settings (Printerinstellingen).
Geef het IP-adres van de bron- en doelprinter op.
Opmerking: Als u een doelprinter wilt toevoegen of verwijderen, klikt u op Doel-IP toevoegen of Doel-IP verwijderen. |
Klik op Copy Printer Settings (Printerinstellingen kopiëren).
Met het menu Pincodebeveiliging bedieningspaneel kunt u de toegang tot de menu's op het bedieningspaneel van de printer beperken. Als u de toegang tot de menu's wilt beperken, maakt u een pincode en wijst u de code toe aan de afzonderlijke menu's.
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
Klik op Instellingen > Beveiliging > Pincodebeveiliging bedieningspaneel.
Voer in het gedeelte Gebruikerspincode maken of Beheerderspincode maken de pincode in.
Opmerking: u kunt maximaal zestien cijfers invoeren voor de pincode. |
Klik op Modify (Wijzigen).
Selecteer Gebruikerspincode beveiligd, Beheerderspincode beveiligd of Beheerders- en gebruikerspincode beveiligd in een menu in het gedeelte Beheerdersmenu's, Beheer of Toegang tot functies.
Opmerking: met de beheerderspincode hebt nog steeds toegang tot een menu waaraan de gebruikerspincode is toegewezen. |
Klik op Verzenden.
Als u een menu met pincodebeveiliging op het bedieningspaneel van de printer wilt openen, moet u de pincode opgeven.
Opmerking: zorg dat u ![]() |
Blader in het startscherm naar:
> Rapporten > Pagina Menu-instellingen
Als de printer op een netwerk is aangesloten, kunt u de netwerkaansluiting controleren door een netwerkconfiguratiepagina af te drukken. Deze pagina bevat ook informatie die van belang is bij de configuratie van het afdrukken via een netwerk.
Blader in het startscherm naar:
> Rapporten > Netwerkconfiguratiepagina
Controleer het eerste gedeelte van de pagina met netwerkinstellingen om te zien of bij Status wordt aangegeven dat de printer is
.Als bij Status wordt aangegeven dat de printer
, is het mogelijk dat het LAN-aansluitpunt niet actief is of dat de netwerkkabel niet goed functioneert. Vraag de systeembeheerder om dit probleem op te lossen en druk daarna nog een pagina met netwerkinstellingen af.Raak in het startscherm Status/Supplies > Supplies weergeven aan.
Opmerking: Controleer of de computer en printer beide met hetzelfde netwerk zijn verbonden. |
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
Klik op Apparaatstatus > Meer details.
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
Klik op Instellingen > Algemene instellingen > Ecomodus > selecteer een instelling
Optie | Functie |
---|---|
Uit | Standaardwaarden voor alle instellingen voor de Ecomodus gebruiken. De instelling Uit ondersteunt de prestatiespecificaties voor uw printer. |
Stroom | Energieverbruik beperken, met name wanneer de printer inactief is.
|
Energie/papier | Alle instellingen voor energie- en papierbesparing gebruiken. |
Normaal papier |
|
Klik op Verzenden.
Schakel de stille modus in om het geluid van de printer te reduceren.
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
Klik op Instellingen > Algemene instellingen > Stille modus > selecteer een instelling
Optie | Tot |
---|---|
Uit | Beperk het geluid van de printer. Opmerkingen:
|
Aan | Standaardinstellingen te gebruiken. Opmerking: Deze instelling ondersteunt de prestatiespecificaties voor uw printer. |
Klik op Verzenden.
Blader in het beginscherm naar:
> Instellingen > Algemene instellingen > Time-outs > Slaapstand
Selecteer in het veld Slaapstand het aantal minuten dat de printer moet wachten voordat deze overschakelt naar de slaapstand.
Pas de wijzigingen toe.
In de sluimerstand verbruikt de printer bijna geen stroom.
Opmerkingen:
Blader in het beginscherm naar:
> Instellingen > Algemene instellingen
Raak Druk op slaapknop of Slaapknop ingedrukt houden aan.
Raak Sluimerstand > aan.
Met de time-out voor de sluimerstand kunt u instellen na hoeveel minuten de spaarstand wordt ingeschakeld nadat een afdruktaak is verwerkt.
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
Klik op Instellingen > Algemene instellingen > Time-outs.
Selecteer in het menu Time-out sluimerstand het aantal uren, dagen, weken of maanden dat de printer moet wachten voordat deze overschakelt naar de spaarstand.
Klik op Verzenden.
Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
> Instellingen > Algemene instellingen > Time-outs > Time-out sluimerstand
Selecteer de tijd dat de printer wacht nadat een afdruktaak is verwerkt voordat de sluimerstand wordt ingeschakeld.
Raak aan.
Met Planning stroomstand kunt u instellen wanneer de printer overschakelt over naar een spaarstand of naar de stand Gereed.
Opmerking: Deze functie is alleen beschikbaar op netwerkprinters of printers die zijn aangesloten op afdrukservers. |
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
Klik op Instellingen > Algemene instellingen > Planning stroomstand.
Selecteer de stroomstand in het menu Actie.
Selecteer de tijd in het menu Tijd.
Selecteer de dag of dagen in het menu Dag(en).
Klik op Toevoegen.
Als u energie wilt besparen of als u het display niet goed kunt lezen, kunt u de helderheid van het display aanpassen.
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
Selecteer Instellingen > Algemene instellingen.
Geef in het vak Helderheid van scherm het gewenste percentage voor de display op.
Pas de wijzigingen toe.
Blader in het beginscherm naar:
> Instellingen > Algemene instellingen
Geef in het vak Helderheid van scherm het gewenste percentage voor de display op.
Pas de wijzigingen toe.
Als u een lijst van de huidige menu-instellingen wilt behouden voor naslagdoeleinden, drukt u een pagina met menu-instellingen af voordat u de fabrieksinstellingen herstelt. Zie Pagina met menu-instellingen afdrukken voor meer informatie.
Als u een uitgebreidere methode voor het herstellen van de standaardfabrieksinstellingen wilt, voert u de optie Alle instellingen wissen uit. Zie Niet-vluchtig geheugen wissen voor meer informatie.
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: als de standaardinstellingen worden hersteld, worden de meeste printerinstellingen teruggezet naar de oorspronkelijke waarden zoals deze in de fabriek zijn ingesteld. Uitzonderingen zijn: de weergavetaal, de aangepaste formaten en berichten en de instellingen voor de menu's Netwerk/Poort. Alle downloads in het RAM worden verwijderd. Downloads die zijn opgeslagen in het flashgeheugen of op de vaste schijf van de printer worden niet verwijderd. |
Blader in het startscherm naar:
> Instellingen > Algemene instellingen > Fabrieksinstellingen > Nu herstellen >
U kunt op de aangegeven locatie een beveiligingsslot bevestigen dat compatibel is met de meeste laptops om toegang tot de controllerkaart te voorkomen.
De printer bevat verschillende soorten geheugens waarin apparaat- en netwerkinstellingen en gebruikersgegevens kunnen worden opgeslagen.
Geheugensoort | Beschrijving |
---|---|
Vluchtig geheugen | De printer gebruikt standaard RAM-geheugen (Random Access Memory) om gebruikersgegevens te bufferen tijdens eenvoudige afdruk- en kopieertaken. |
Niet-vluchtig geheugen | De printer gebruikt mogelijk twee soorten niet-vluchtig geheugen: EEPROM en NAND (flashgeheugen). Beide soorten worden gebruikt voor het opslaan van het besturingssysteem, apparaatinstellingen, netwerkgegevens, bladwijzerinstellingen en ingesloten oplossingen. |
Vaste schijf | In sommige printers is een vaste schijf geïnstalleerd. De vaste schijf van de printer is ontworpen voor printerspecifieke functies. Hiermee kan de printer gebufferde gebruikersgegevens voor complexe afdruktaken en formulier- en lettertypegegevens bewaren. |
In de volgende gevallen moet u de inhoud van het printergeheugen wissen:
De printer wordt uit gebruik genomen.
De vaste schijf van de printer wordt vervangen.
De printer wordt verplaatst naar een andere afdeling of een ander kantoor.
Er moet onderhoud aan de printer worden uitgevoerd door iemand buiten uw organisatie.
De printer moet voor onderhoud worden vervoerd naar een locatie buiten uw bedrijf.
De printer wordt verkocht aan een ander bedrijf.
Opmerking: In sommige printermodellen is mogelijk geen vaste schijf geïnstalleerd. |
In omgevingen waar wordt gewerkt met zeer gevoelige informatie moet mogelijk extra maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat vertrouwelijke gegevens op de vaste schijf van de printer niet toegankelijk zijn nadat de printer of de vaste schijf van de printer zijn verwijderd van de betreffende bedrijfslocatie.
Demagnetiseren: hiermee wordt de vaste schijf blootgesteld aan een magnetisch veld waardoor de opgeslagen gegevens worden gewist
Pletten: de vaste schijf fysiek samenpersen waardoor de onderdelen breken en onleesbaar worden
Verbrijzelen: de vaste schijf fysiek opdelen in kleine metalen stukjes
Opmerking: de meeste gegevens kunnen doorgaans elektronisch worden gewist, maar de enige manier waarop u zeker weet dat alle gegevens volledig worden gewist, is het fysiek vernietigen van elk geheugenapparaat waarop gegevens zijn opgeslagen. |
Er is een voedingsbron nodig om informatie te bewaren in het vluchtige geheugen (RAM-geheugen) van de printer. Schakel de printer uit als u de gebufferde gegevens wilt wissen.
Voer de volgende stappen uit om afzonderlijke instellingen, apparaat- en netwerkinstellingen, beveiligingsinstellingen en embedded solutions te wissen:
Zet de printer uit.
Houd 2 en 6 op het toetsenblok ingedrukt terwijl u de printer inschakelt. Laat de knoppen pas los wanneer het scherm met de voortgangsbalk wordt weergegeven.
De printer voert de opstartcyclus uit, waarna het menu Configuratie wordt weergegeven. Als de printer volledig is opgewarmd, verschijnt er een lijst met functies op het printerdisplay in plaats van de standaardpictogrammen van het beginscherm.
Raak Alle instellingen wissen aan
Tijdens dit proces wordt de printer meerdere malen opnieuw opgestart.
Opmerking: Met de functie Alle instellingen wissen verwijdert u apparaatinstellingen, oplossingen, taken en wachtwoorden uit het printergeheugen. |
Raak Terug > Menu Configuratie afsluiten aan.
De printer wordt uitgeschakeld en weer ingeschakeld en keert terug naar de normale bedrijfsmodus.
Opmerkingen:
Zet de printer uit.
Houd 2 en 6 ingedrukt terwijl u de printer inschakelt. Laat de knoppen pas los wanneer het scherm met de voortgangsbalk wordt weergegeven.
De printer voert de opstartcyclus uit, waarna het menu Configuratie wordt weergegeven. Wanneer de printer volledig is ingeschakeld, moet op het aanraakscherm een lijst met functies worden weergegeven.
Raak Schijf wissen en een van de volgende opties aan:
Schijf wissen (snel): hiermee kunt u de schijf in een keer overschrijven met alleen maar nullen.
Schijf wissen (veilig): hiermee kunt u de vaste schijf meerdere keren overschrijven met willekeurige bitpatronen gevolgd door een verificatiebewerking. Een veilige overschrijfbewerking is in overeenstemming met de DoD 5220.22-M-standaard voor het veilig verwijderen van gegevens van een vaste schijf. Zeer vertrouwelijke informatie kan het beste alleen met deze methode worden gewist.
Raak Ja aan om door te gaan met het wissen van de schijf.
Opmerkingen:
Raak Terug > Menu Configuratie afsluiten aan.
De printer wordt uitgeschakeld en weer ingeschakeld en keert terug naar de normale bedrijfsmodus.
Schakel codering van de vaste schijf in om te voorkomen dat u gevoelige gegevens verliest als uw printer of de vaste schijf wordt gestolen.
Opmerking: in sommige printermodellen is mogelijk geen vaste schijf geïnstalleerd. |
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
Klik op Instellingen > Beveiliging > Schijfcodering.
Opmerking: Schijfcodering wordt alleen weergegeven in het menu Beveiliging als een geformatteerde, niet-defecte vaste schijf in de printer is geïnstalleerd. |
Selecteer Inschakelen in het menu Schijfcodering.
Opmerkingen:
Klik op Verzenden.
Zet de printer uit.
Houd 2 en 6 ingedrukt terwijl u de printer inschakelt. Laat de knoppen pas los wanneer het scherm met de voortgangsbalk wordt weergegeven.
De printer voert de opstartcyclus uit, waarna het menu Configuratie wordt weergegeven. Als de printer volledig is opgewarmd, verschijnt er een lijst met functies op het printerdisplay.
Raak Schijfcodering > Inschakelen aan.
Opmerking: als u schijfcodering inschakelt, wordt de inhoud van de vaste schijf van de printer verwijderd. |
Raak Ja aan om door te gaan met het wissen van de schijf.
Opmerkingen:
Raak Terug > Menu Configuratie afsluiten aan.
De printer wordt uitgeschakeld en weer ingeschakeld en keert terug naar de normale bedrijfsmodus.
In omgevingen waar wordt gewerkt met zeer gevoelige informatie moeten mogelijk extra maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat vertrouwelijke gegevens op de vaste schijf van de printer niet toegankelijk zijn voor onbevoegden. Ga voor meer informatie naar de beveiligingswebpagina van Lexmark of raadpleeg de beheerdershandleiding Embedded Web Server, beveiliging op http://support.lexmark.com.