Omgaan met de printer

Printerconfiguraties

Basismodel

The basic printer model

1

Standaarduitvoerlade

2

Bedieningspaneel van de printer

3

Multifunctionele invoer

4

Standaardlade voor 550 vel (lade 1)


Volledig geconfigureerd model

attentiepictogram kantelgevaar LET OP: KANTELGEVAAR: Voor configuraties die op de grond staan, zijn extra onderdelen nodig ter bevordering van de stabiliteit. Als u meerdere invoeropties gebruikt, moet u een printerstandaard of een printerbasis gebruiken. Als u een printer met een soortgelijke configuratie hebt aangeschaft, hebt u mogelijk aanvullende onderdelen nodig. Zie www.lexmark.com/multifunctionprinters voor meer informatie.

De volgende illustratie toont het maximale aantal optionele finishers en laden dat door de printer wordt ondersteund. Meer informatie over andere opstellingen vindt u op www.lexmark.com/multifunctionprinters.

A fully configured printer
 

Hardware-optie

Alternatieve hardware-optie

1

Nietfinisher

  • Optionele uitvoerlade

  • Postbak met 4 laden

  • Niet-, perforatiefinisher

2

Postbak met 4 laden

  • Nietfinisher

  • Niet-, perforatiefinisher

  • Optionele uitvoerlade

3

Onderstel met zwenkwieltjes

Geen

4

2100 vel, lade voor

Geen

5

550 vel, lade voor

250 vel, lade voor

6

250 vel, lade voor

550 vel, lade voor

7

Postbak met 4 laden

Optionele uitvoerlade

8

Optionele uitvoerlade

Postbak met 4 laden


De finisher met niet- en perforeerfunctie kan niet met andere uitvoeropties worden gecombineerd.

Bedieningspaneel van de printer gebruiken

The printer control panel and its parts
 

Onderdeel

Functie

1

Display

  • De printerstatus weergeven.

  • De printer configureren en bedienen.

2

Startscherm (knop)

Naar het startscherm gaan.

3

Slapen (knop)

De slaapstand of sluimerstand inschakelen.

Met de volgende handelingen wordt de slaapstand uitgeschakeld:

  • Druk op een van de printerknoppen.

  • Trek lade 1 naar buiten of plaats papier in de universeellader.

  • Open een klep of paneel.

  • Verzend een afdruktaak vanaf de computer.

  • Voer een reset uit met uit- en inschakelen via de aan/uit-schakelaar.

  • Sluit een apparaat aan op de USB-poort van de printer.

4

Toetsenblok

Cijfers, letters of symbolen invoeren.

5

Knop Stoppen of Annuleren

Alle printeractiviteiten beëindigen.

6

Indicatielampje

De status van de printer controleren.

7

USB-poort

Flashstation aansluiten op de printer.

Opmerking: alleen de USB-poort aan de voorzijde ondersteunt flashstations.


Uitleg over de kleuren van de slaapknop en de indicatielampjes

De kleuren van de slaapknop en indicatielampjes geven een bepaalde printerstatus of -toestand aan.

Indicatielampje

Printerstatus

Uit

De printer is uitgeschakeld of de sluimerstand van de printer is actief.

Knippert groen

De printer is bezig met opwarmen, met het verwerken van gegevens of met afdrukken.

Brandt groen

De printer staat aan, maar is niet actief.

Knippert rood

De printer vereist interventie door de gebruiker.


Lampje van slaapknop

Printerstatus

Uit

De printer is uitgeschakeld, niet actief of staat in de stand Gereed.

Brandt oranje

De printer bevindt zich in de slaapstand.

Knippert oranje

De sluimerstand van de printer wordt in- of uitgeschakeld.

Knippert oranje volgens een langzaam patroon waarbij de knop 0,1 seconde brandt en 1,9 seconde uit gaat.

De sluimerstand van de printer is actief.


Informatie over het beginscherm

Als de printer wordt ingeschakeld, wordt op het display een basisscherm weergegeven. Dit wordt het beginscherm genoemd. U kunt met de knoppen en pictogrammen op het startscherm een actie starten.

Opmerking: Het startscherm van uw apparaat kan er anders uitzien, afhankelijk van de aangepaste instellingen, beheerdersinstellingen en actieve ingesloten oplossingen.
De afbeelding toont een voorbeeld van een beginscherm.

Aanraken

Tot

1

Taal wijzigen

De hoofdtaal wijzigen van de printer.

2

Bladwijzers

Hiermee kunt een verzameling met bladwijzers (URLs's) maken, indelen en opslaan in een structuurweergave met mappen en bestandskoppelingen.

Opmerking: De structuurweergave bevat geen bladwijzers die in Formulieren en favorieten zijn gemaakt en de bladwijzers in de structuurweergave kunnen niet in Formulieren en favorieten worden gebruikt.

3

Wachttaken

Hiermee worden alle huidige taken in de wachtstand weergegeven.

4

USB

Foto's en documenten weergeven, selecteren of afdrukken vanaf een flashstation.

Opmerking: dit pictogram wordt alleen weergegeven als u terugkeert naar het startscherm terwijl een flashstation of geheugenkaart is aangesloten op de printer.

5

Menu's

Printermenu's openen.

Opmerking: Deze menu's zijn alleen beschikbaar als de printer in de stand Gereed staat.

6

Statusbalk

  • Hiermee wordt de huidige status van de printer weergegeven, zoals Gereed of Bezig.

  • De status van de printersupplies weergeven.

  • Interventieberichten weergeven en de aanwijzingen om deze op te lossen.

7

Status/supplies

  • Een waarschuwing of foutbericht weergeven als er een handeling moet worden uitgevoerd om ervoor te zorgen dat de printer kan doorgaan met verwerken.

  • Meer informatie over het foutbericht of de waarschuwing en informatie voor het wissen van de betreffende melding weergeven.

8

Tips

Contextgevoelige Help-informatie weergeven.


Het volgende kan ook op het startscherm wordt weergegeven:

Aanraken

Tot

Wachttaken zoeken

Huidige wachttaken doorzoeken.

Taken per gebruiker

Afdruktaken openen die zijn opgeslagen door de gebruiker.

Profielen en apps

Profielen en toepassingen openen.


Functies

Functie

Beschrijving

Waarschuwing interventiebericht

Pictogram berichtmelding

Als een interventiebericht van invloed is op een functie, wordt dit pictogram weergegeven en gaat het rode lampje knipperen.

Waarschuwing

Waarschuwingsknop

Dit pictogram wordt weergegeven wanneer er een fout is opgetreden.

IP-adres printer

Voorbeeld: 123.123.123.123

Het IP-adres van uw printer bevindt zich in de linkerbovenhoek van het beginscherm. U kunt het IP-adres gebruiken voor toegang tot de Embedded Web Server, waarmee u printerinstellingen op afstand kunt bekijken en configureren.


Knoppen op het aanraakscherm gebruiken

Opmerking: Het beginscherm kan er anders uitzien, afhankelijk van de aangepaste beginscherminstellingen, beheerdersinstellingen en actieve ingesloten programma's.
De afbeelding toont een voorbeeld van een aanraakscherm op het bedieningspaneel van de printer.
 

Raak aan

Handeling

1

Keuzerondje

Een item selecteren of wissen.

2

Pijl omhoog

Omhoog bladeren.

3

Pijl omlaag

Omlaag bladeren.

4

Knop Accepteren

Een instelling opslaan.

5

Annuleren, knop

  • Een actie of een selectie annuleren.

  • Hiermee kunt u terug naar het vorige scherm.


Raak

Tot

Pictogram beginscherm

Raak deze knop aan om naar het beginscherm terug te keren.

Tips-pictogram

Een dialoogvenster met contextgevoelige Help openen op het bedieningspaneel van de printer.

Pijl naar links

Naar links bladeren.

Pijl naar rechts

Naar rechts bladeren.