Gebruik | Voor |
---|---|
Taal op display
| De taal van de tekst op de display selecteren. Opmerking: Niet alle talen zijn op alle modellen beschikbaar. Mogelijk moet u voor sommige talen speciale hardware installeren. |
Supplyschattingen tonen
| Schattingen weergeven van de supplies op het bedieningspaneel, Embedded Web Server, menu-instellingen en statistiekrapporten van het apparaat. Opmerking: Schattingen tonen is de standaardinstelling. |
Ecomodus
| Gebruik van energie, papier of speciaal afdrukmateriaal minimaliseren. Opmerkingen:
|
Pieptoon ADF geplaatst
| Een pieptoon voor ADF inschakelen bij het plaatsen van papier. Opmerking: Ingeschakeld is de standaardinstelling. |
Stille modus
| Beperk het geluid van de printer. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Eerste installatie uitvoeren
| De installatiewizard uitvoeren. |
Papierformaten
| Hiermee geeft u de maateenheden voor papierformaten op. Opmerking: US is de standaardinstelling. |
Scannen naar PC Port Range
| Een geldig poortbereik opgeven voor printers achter een firewall die poorten blokkeert. Opmerking: 9751:12000 is de standaardinstelling. |
Beginscherm aanpassen
| De pictogrammen wijzigen die worden weergegeven in het startscherm. Maak een keuze uit de volgende instellingen:
Opmerkingen:
|
Kopie van één pagina
| Instellen dat er één pagina per keer via de glasplaat mag worden gekopieerd. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Achtergrond verwijderen toestaan
| Opgeven of een afbeelding op de achtergrond mag worden verwijderd. Opmerking: Aan is de standaardinstelling. |
Aangepaste scantaken toestaan
| Hiermee worden meerdere taken naar één bestand gescand. Opmerking: Aan is de standaardinstelling. |
Herstel na scannerstoring
| Opgeven hoe een gescande taak opnieuw moet worden geladen als er een papierstoring optreedt in de ADI. Opmerking: Taakniveau is de standaardinstelling. |
Alarmen
| Hiermee stelt u een alarmsignaal in dat wordt afgespeeld wanneer de gebruiker moet ingrijpen. Maak een keuze uit de volgende instellingen:
|
Time-outs
| Instellen na hoeveel tijd inactief te zijn de printer overschakelt op de slaapstand. Opmerkingen:
|
Time-outs
| Een taak afdrukken terwijl het display is uitgeschakeld. Opmerking: Het display is standaard ingeschakeld tijdens het afdrukken. |
Time-outs
| Hiermee wordt ingesteld na hoeveel tijd de printer overschakelt naar de sluimerstand. Opmerking: 3 dagen is de standaardinstelling. |
Time-outs
| De printer instellen op de sluimerstand als er een actieve Ethernet-verbinding is. Opmerking: Geen sluimerstand is de standaardinstelling. |
Time-outs
| Instellen na hoeveel tijd inactief te zijn de printer terugkeert naar de werkstand Gereed. Opmerking: "30 seconden" is de standaardinstelling. |
Time-outs
| Stel de printer zo in dat een afdruktaak wordt beëindigd nadat het apparaat gedurende een bepaalde tijd inactief is. Opmerkingen:
|
Time-outs
| Instellen hoelang de printer wacht op verdere gegevens voordat de afdruktaak wordt geannuleerd. Opmerkingen:
|
Error Recovery
| Printer automatisch opnieuw opstarten. Opmerking: Altijd opnieuw opstarten is de standaardinstelling. |
Error Recovery
| Het aantal keren automatisch opnieuw opstarten instellen dat de printer kan uitvoeren. Opmerking: "2" is de standaardinstelling. |
Afdrukherstel
| Hiermee krijgt de printer opdracht automatisch door te gaan met afdrukken als bepaalde offline situaties niet binnen de opgegeven termijn zijn opgelost. Opmerking: Disabled (Uitgeschakeld) is de standaardinstelling. |
Afdrukherstel
| Opgeven of de printer vastgelopen pagina's opnieuw moet afdrukken. Opmerking: "Automatisch" is de standaardinstelling. De printer drukt vastgelopen pagina's opnieuw af, tenzij andere taken het geheugen voor het opslaan van pagina's nodig hebben. |
Afdrukherstel
| Instellen dat de printer controleert of er papier vastzit. Opmerking: Aan is de standaardinstelling. |
Afdrukherstel
| Stel de printer zo in de juiste uitvoer voor een pagina wordt afgedrukt. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Toegankelijkheidsinstellingen
| De spraaksnelheid van de gesproken begeleiding aanpassen. Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling. |
Toegankelijkheidsinstellingen
| Het volume van de hoofdtelefoon instellen. Opmerking: 5 is de standaardinstelling. |
Informatie verzonden naar Lexmark
| Anonieme informatie over het gebruik van het apparaat naar Lexmark verzenden. Opmerking: De standaardwaarde is afhankelijk van wat u tijdens de eerste installatie hebt geselecteerd. |
Druk op slaapknop
| Bepalen hoe de printer in de inactieve stand reageert als er kort op de slaapknop wordt gedrukt. Opmerking: Slapen is de standaardinstelling. |
Slaapknop ingedrukt houden
| Bepalen hoe de printer in de inactieve stand reageert als er lang op de slaapknop wordt gedrukt. Opmerking: Niets doen is de standaardinstelling. |
Standaardfabrieksinstellingen
| De standaardinstellingen van de printer herstellen. Opmerkingen:
|
Standaardthuisbericht
| Een aangepast startpaginabericht selecteren dat wordt weergegeven als alternatieve weergaven van de printerstatus. |
Configuratiepakket exporteren
| Exporteer het configuratiepakket naar een flashstation. |
Gecomprimeerd logbestand exporteren
| Het gecomprimeerde logbestand exporteren naar een flashstation. |
Optie | Tot |
---|---|
inhoudstype
| De inhoud van het originele document opgeven. Opmerking: "Tekst/foto" is de standaardinstelling. |
Inhoudsbron
| Opgeven hoe het originele document is geproduceerd. Opmerking: Zwart-wit laser is de standaardinstelling. |
Zijden (duplex)
| Opgeven of een origineel document dubbelzijdig of enkelzijdig is bedrukt en vervolgens instellen of dit dubbelzijdig of enkelzijdig moet worden gekopieerd. Opmerkingen:
|
Papierbesparing
| Twee of vier vellen van een document op één pagina kopiëren. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Paginaranden afdruk.
| Stel in of u paginaranden wilt afdrukken. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Sorteren
| De pagina's van een afdruktaak op volgorde houden als u meerdere exemplaren afdrukt. Opmerking: (1,2,3) (1,2,3) is de standaardinstelling. |
Origineel
| Het formaat van het originele document opgeven. Opmerking: Letter is de standaardinstelling. "A4" is de internationale standaardinstelling. |
Kopiëren naar bron
| De papierbron voor kopieertaken opgeven. Opmerking: Lade 1 is de standaardinstelling. |
Scheidingsvellen transparanten
| Een vel papier tussen transparanten plaatsen. Opmerking: Aan is de standaardinstelling. |
Scheidingsvellen
| Een vel papier tussen pagina's, kopieën of taken plaatsen. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Bron scheidingsblad
| De papierbron voor het scheidingsvel opgeven. Opmerking: Lade 1 is de standaardinstelling. |
Intensiteit
| Afdrukken lichter of donkerder maken. Opmerking: 5 is de standaardinstelling. |
Aantal exemplaren
| Het aantal exemplaren voor de kopieertaak opgeven. Opmerking: 1 is de standaardinstelling. |
Overlay
| De overlaytekst opgeven die wordt afgedrukt op elke pagina van de kopieertaak. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Aangepaste overlay | Een aangepaste overlaytekst opgeven. |
Kopieën met prioriteit toestaan
| Toestaan dat afdruktaak wordt onderbroken voor het kopiëren van een pagina of document. Opmerking: Aan is de standaardinstelling. |
Achtergrond verwijderen
| Instellen hoeveel van de achtergrond zichtbaar is op een kopie. Opmerking: 0 is de standaardinstelling. |
Automatisch centreren
| De inhoud automatisch centreren op de pagina. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Kleur wegfilteren
| Opgeven welke kleur wordt weggefilterd en in de filterinstelling aanpassen voor elke kleurdrempel. Opmerkingen:
|
Contrast
| Het contrast voor de uitvoer opgeven. Opmerking: “Beste instelling voor inhoud” is de standaardinstelling. |
Spiegelbeeld
| Een spiegelbeeld maken van het originele document. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Negatief afbeelding
| Een negatieve afbeelding van het originele document maken. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Schaduwdetail
| De zichtbaarheid van de schaduwdetails op een kopie aanpassen. Opmerking: 0 is de standaardinstelling. |
Rand tot rand scannen
| Opgeven dat het originele document van rand tot rand wordt gescand. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Scherpte
| De scherpte van een kopie instellen. Opmerking: 3 is de standaardinstelling. |
In de modus Analoge faxinstellingen worden faxtaken via een telefoonlijn verzonden.
Gebruik | Voor |
---|---|
Instellingen e-mailserver
| Een kopie van een e-mailbericht verzenden naar de afzender. Opmerking: Wordt nooit weergegeven in de standaardinstelling. |
Instellingen e-mailserver
| De maximumgrootte voor een e-mailbericht opgeven. Opmerking: E-mails die groter zijn dan de opgegeven grootte worden niet verzonden. |
Indeling
| De indeling opgeven van het bestand dat wordt gescand. Opmerkingen:
|
PDF-instellingen
| De PDF-instellingen configureren. Opmerkingen:
|
inhoudstype
| De inhoud van het originele document opgeven. Opmerking: "Tekst/foto" is de standaardinstelling. |
Inhoudsbron
| Opgeven hoe het originele document is geproduceerd. Opmerking: Zwart-wit laser is de standaardinstelling. |
Kleur
| Bepalen of de printer inhoud in kleur vastlegt en verzendt. Opmerking: Aan is de standaardinstelling. |
Resolutie
| De resolutie van de scan opgeven in dpi (dots per inch). Opmerking: "150 dpi" is de standaardinstelling. |
Intensiteit
| Afdrukken lichter of donkerder maken. Opmerking: 5 is de standaardinstelling. |
Afdrukstand
| De afdrukstand van de gescande afbeelding opgeven. Opmerking: "Staand" is de standaardinstelling. |
Origineel
| Het formaat opgeven van het document dat moet worden gescand. Opmerking: Letter is de standaardinstelling. "A4" is de internationale standaardinstelling. |
JPEG-kwaliteit
| De kwaliteit instellen van een JPEG-afbeelding voor een foto op basis van de bestandsgrootte en kwaliteit van de afbeelding. Opmerkingen:
|
Standaardinstelling Tekst
| De kwaliteit van een afbeelding met tekst instellen op basis van de bestandsgrootte en kwaliteit van de afbeelding. Opmerking: 75 is de standaardinstelling. |
Standaardinstelling Tekst/foto
| De kwaliteit van een afbeelding met tekst of een foto instellen op basis van de bestandsgrootte en kwaliteit van de afbeelding. Opmerking: 75 is de standaardinstelling. |
Standaardinstelling Foto
| De kwaliteit van een foto instellen op basis van de bestandsgrootte en kwaliteit van de afbeelding. Opmerking: 50 is de standaardinstelling. |
E-mailafbeeldingen verzenden als
| Opgeven hoe afbeeldingen worden verzonden. Opmerking: "Bijlage" is de standaardinstelling. |
Multi-page TIFF gebruiken
| Instellen dat gebruikers kunnen kiezen tussen TIFF-bestanden met één pagina of met meer pagina's. Wanneer u meerdere pagina's scant voor een e-mailtaak, kunt u één TIFF-bestand maken dat alle pagina's van de taak bevat. U kunt ook meerdere TIFF-bestanden maken die elk één pagina van de taak bevatten. Opmerking: Aan is de standaardinstelling. |
Transmissielog
| Instellen dat na elke e-mailtaak een transmissielogbestand wordt afgedrukt. Opmerking: "Log afdrukken" is de standaardinstelling. |
Papierbron logs
| De papierbron opgeven voor het afdrukken van e-maillogbestanden. Opmerking: Lade 1 is de standaardinstelling. |
Bitdiepte e-mail
| De modus Tekst/foto inschakelen voor kleinere bestanden waarvoor 1-bits afbeeldingen worden gebruikt als Kleur is ingesteld op Uit. Opmerking: "8 bit" is de standaardinstelling. |
Opslaan als snelkoppeling toestaan
| E-mailadressen opslaan als snelkoppelingen. Opmerkingen:
|
Achtergrond verwijderen
| Instellen hoeveel van de achtergrond zichtbaar is op een gescande afbeelding. Opmerking: 0 is de standaardinstelling. |
Kleur wegfilteren
| Opgeven welke kleur wordt weggefilterd en in de filterinstelling aanpassen voor elke kleurdrempel. Opmerkingen:
|
Contrast
| Het contrast voor de uitvoer opgeven. Opmerking: “Beste instelling voor inhoud” is de standaardinstelling. |
Spiegelbeeld
| Een spiegelbeeld maken van het originele document. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Negatief afbeelding
| Een negatieve afbeelding van het originele document maken. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Schaduwdetail
| Instellen hoeveel schaduw zichtbaar is op een gescande afbeelding. Opmerking: 0 is de standaardinstelling. |
Rand tot rand scannen
| Instellen of het originele document van rand tot rand wordt gescand. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Scherpte
| De scherpte van een gescande afbeelding instellen. Opmerking: 3 is de standaardinstelling. |
Gebruik | Voor |
---|---|
Indeling
| De bestandsindeling opgeven. Opmerkingen:
|
PDF-instellingen
| De PDF-instellingen configureren. Opmerkingen:
|
inhoudstype
| De inhoud van het originele document opgeven. Opmerking: "Tekst/foto" is de standaardinstelling. |
Inhoudsbron
| Opgeven hoe het originele document is geproduceerd. Opmerking: Zwart-wit laser is de standaardinstelling. |
Kleur
| Bepalen of de printer inhoud in kleur vastlegt en verzendt. Opmerking: Aan is de standaardinstelling. |
Resolutie
| De resolutie van de scan opgeven in dpi (dots per inch). Opmerking: "150 dpi" is de standaardinstelling. |
Intensiteit
| Afdrukken lichter of donkerder maken. Opmerking: 5 is de standaardinstelling. |
Afdrukstand
| De afdrukstand van de gescande afbeelding opgeven. Opmerking: "Staand" is de standaardinstelling. |
Origineel
| Het formaat van het originele document opgeven. Opmerking: Letter is de standaardinstelling. "A4" is de internationale standaardinstelling. |
JPEG-kwaliteit
| De kwaliteit van een JPEG-afbeelding voor foto instellen op basis van de bestandsgrootte en kwaliteit van de afbeelding. Opmerkingen:
|
Standaardinstelling Tekst
| De kwaliteit van de tekst instellen op basis van de bestandsgrootte en de kwaliteit van de afbeelding. Opmerking: 75 is de standaardinstelling. |
Standaardinstelling Tekst/foto
| De kwaliteit van een afbeelding met tekst of een foto instellen op basis van de bestandsgrootte en kwaliteit van de afbeelding. Opmerking: 75 is de standaardinstelling. |
Standaardinstelling Foto
| De kwaliteit van een foto instellen op basis van de bestandsgrootte en kwaliteit van de afbeelding. Opmerking: 50 is de standaardinstelling. |
Multipage TIFF gebruiken
| Instellen dat gebruikers kunnen kiezen tussen TIFF-bestanden met één pagina of met meer pagina's. Bij een scan van meerdere pagina's voor een FTP-taak, kan één TIFF-bestand worden gemaakt dat alle pagina's van de taak bevat of kunnen meerdere TIFF-bestanden worden gemaakt die elk één pagina van de taak bevatten. Opmerking: Aan is de standaardinstelling. |
Transmissielog
| Opgeven of u het transmissielog wilt afdrukken. Opmerking: "Log afdrukken" is de standaardinstelling. |
Papierbron logs
| Een papierbron opgeven voor het afdrukken van FTP-logbestanden. Opmerking: Lade 1 is de standaardinstelling. |
Bitdiepte FTP
| De modus Tekst/foto inschakelen voor kleinere bestanden waarvoor 1-bits afbeeldingen worden gebruikt . Opmerking: "8 bit" is de standaardinstelling. |
Opslaan als snelkoppeling toestaan
| Instellen dat snelkoppelingen voor FTP-adressen kunnen worden gemaakt. Opmerking: Aan is de standaardinstelling. |
Achtergrond verwijderen
| Instellen hoeveel van de achtergrond zichtbaar is op een kopie. Opmerking: 0 is de standaardinstelling. |
Kleur wegfilteren
| Opgeven welke kleur wordt weggefilterd en in de filterinstelling aanpassen voor elke kleurdrempel. Opmerkingen:
|
Contrast
| Het contrast voor de uitvoer opgeven. Opmerking: “Beste instelling voor inhoud” is de standaardinstelling. |
Spiegelbeeld
| Een spiegelbeeld maken van het originele document. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Negatief afbeelding
| Een negatieve afbeelding van het originele document maken. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Schaduwdetail
| Instellen hoeveel schaduw zichtbaar is op een gescande afbeelding. Opmerking: 0 is de standaardinstelling. |
Rand tot rand scannen
| Instellen of het originele document van rand tot rand wordt gescand. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Scherpte
| De scherpte van de gescande afbeelding aanpassen. Opmerking: 3 is de standaardinstelling. |
Optie | Tot |
---|---|
Printertaal
| De standaardprintertaal instellen. Opmerkingen:
|
Afdrukgebied
| Het logische en fysieke afdrukbare gebied instellen. Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling. Als u probeert gegevens af te drukken in het niet-afdrukbare gebied dat is aangegeven via de instelling "Normaal", dan snijdt de printer de afbeelding bij op de begrenzing. |
Bronnen opslaan
| Opgeven wat de printer moet doen met tijdelijke downloads, zoals lettertypen en macro's die zijn opgeslagen in het RAM-geheugen, als de printer een taak ontvangt die groter is dan het beschikbare geheugen. Opmerkingen:
|
Volgorde voor alles afdrukken
| Geef de volgorde op waarin vertrouwelijke en vastgehouden taken worden afgedrukt wanneer Alles afdrukken wordt geselecteerd. Opmerking: De standaardinstelling is "Alfabetisch". |
Optie | Functie |
---|---|
Zijden (duplex)
| Instellen of dubbelzijdig afdrukken standaard wordt gebruikt voor alle afdruktaken. Opmerkingen:
|
Dubbelzijdig inbinden
| Instellen hoe dubbelzijdig bedrukte pagina's moeten worden ingebonden en afgedrukt. Opmerkingen:
|
Exemplaren
| Een standaardaantal exemplaren opgeven voor elke afdruktaak. Opmerking: 1 is de standaardinstelling. |
Lege pagina's
| Instellen of er lege pagina's in een afdruktaak worden ingevoegd. Opmerking: Niet afdrukken is de standaardinstelling. |
Sorteren
| De pagina's van een afdruktaak op volgorde houden als u meerdere exemplaren afdrukt. Opmerking: (1,2,3) (1,2,3) is de standaardinstelling. |
Scheidingsvellen
| Instellen of er lege scheidingsvellen worden ingevoerd. Opmerkingen:
|
Scheidingsbron
| De papierbron voor scheidingsvellen opgeven. Opmerkingen:
|
Papierbesparing
| Meerdere pagina's op een vel papier afdrukken. Opmerkingen:
|
Indeling papierbesparing
| De volgorde opgeven waarin pagina's worden afgedrukt op één vel wanneer Papierbesparing wordt gebruikt. Opmerkingen:
|
Stand papierbesparing
| De afdrukstand opgeven waarin pagina's worden afgedrukt op één vel. Opmerking: "Automatisch" is de standaardinstelling. De printer kiest tussen de afdrukstanden Staand en Liggend. |
Rand papierbesparing
| Een rand afdrukken wanneer Papierbesparing wordt gebruikt. Opmerking: Geen is de standaardinstelling. |
Optie | Tot |
---|---|
Afdrukresolutie
| Geef de kwaliteit van de scan op in dpi (dots per inch). Opmerking: 600 dpi is de standaardinstelling. |
Pixelversterking
| Hiermee worden meer pixels mogelijk om af te drukken in clusters voor een betere helderheid, om afbeeldingen horizontaal of verticaal te verbeteren of om lettertypen te verbeteren. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Tonerintensiteit
| Afdrukken lichter of donkerder maken. Opmerkingen:
|
Dunne lijnen verbeteren
| Een afdrukmodus inschakelen die speciaal bedoeld is voor bestanden met nauwkeurige details, zoals bouwkundige tekeningen, kaarten, stroomcircuitschema's en stroomdiagrammen. Opmerkingen:
|
Grijscorrectie
| Automatisch de contrastverbetering aanpassen die is toegepast op de afgedrukte beelden. Opmerking: "Automatisch" is de standaardinstelling. |
Helderheid
| Hiermee maakt u afdrukken lichter of donkerder. U kunt toner besparen door lichtere afdrukken te maken. Opmerking: 0 is de standaardinstelling. |
Contrast
| Hiermee past u het contrast van de afgedrukte objecten aan. Opmerking: 0 is de standaardinstelling. |
Selecteren | Functie |
---|---|
Flash formatteren
| Formatteer het flashgeheugen. Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Zet de printer niet uit als het flashgeheugen wordt geformatteerd. Opmerkingen:
|
Hex Trace inschakelen | De oorzaak van een afdrukprobleem opsporen. Opmerkingen:
|
Dekkingsindicatie
| Een schatting geven van het dekkingspercentage voor toner op een pagina. De schatting wordt afgedrukt op een aparte pagina aan het einde van elke afdruktaak. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Optie | Functie |
---|---|
Foutpagina's afdrukken
| Een pagina afdrukken met informatie over fouten, waaronder XML-markupfouten. Opmerking: Uit is de standaardinstelling. |
Optie | Functie |
---|---|
Passend
| Pagina-inhoud aanpassen aan het formaat van het geselecteerde papier. Opmerking: Nee is de standaardinstelling. |
Aantekeningen
| Aantekeningen in een PDF-bestand afdrukken. Opmerking: Niet afdrukken is de standaardinstelling. |
Optie | Tot |
---|---|
PS-fout afdrukken
| Een pagina afdrukken die de PostScript-fout bevat. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
PS-opstartmodus vergrendelen
| Het bestand SysStart inschakelen. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Selecteren | Functie |
---|---|
Lettertypebron
| De lettertypeset instellen die wordt gebruikt in het menu-item Lettertypenaam. Opmerkingen:
|
Lettertypenaam
| Specifiek lettertype identificeren en aangeven waar het is opgeslagen. Opmerking: Courier 10 is de standaardinstelling. |
Symbolenset
| De symbolenset voor elke lettertypenaam weergeven. Opmerkingen:
|
Instell. PCL-emulatie
| De puntgrootte wijzigen van schaalbare, typografische lettertypen. Opmerkingen:
|
Instell. PCL-emulatie
| Lettertypepitch instellen voor schaalbare lettertypen met een vaste tekenafstand (monogespatieerd). Opmerkingen:
|
Instell. PCL-emulatie
| Afdrukstand van tekst en afbeeldingen op de pagina instellen. Opmerkingen:
|
Instell. PCL-emulatie
| Het aantal regels opgeven dat op elke pagina wordt afgedrukt. Opmerkingen:
|
Instell. PCL-emulatie
| De printer instellen op A4-papierformaat. Opmerkingen:
|
Instell. PCL-emulatie
| Opgeven of de printer automatisch een harde return (CR) moet geven na de opdracht om naar een nieuwe regel te gaan (LF). Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Instell. PCL-emulatie
| Aangeven of de printer automatisch een nieuwe regel (NR) uitvoert na een opdracht voor een harde return (HR). Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. |
Lade-nr. wijzigen
| De printer zodanig configureren dat deze werkt met printersoftware of toepassingen die andere laden als papierbron hebben gedefinieerd. Opmerkingen:
|
Lade-nr. wijzigen
| De standaardinstelling weergeven voor elke invoer of lade. |
Lade-nr. wijzigen
| Alle lade- en invoertoewijzingen terugzetten op standaardfabrieksinstellingen. |
Menu-item | Beschrijving |
---|---|
Afdrukstand
| Hiermee stelt u de afdrukstand in van tekst en afbeeldingen op de pagina. Opmerkingen:
|
Regels per pagina
| Hiermee bepaalt u het aantal regels dat op elke pagina wordt afgedrukt. Opmerkingen:
|
Regels per inch
| Hiermee bepaalt u het aantal regels dat per inch wordt afgedrukt. Opmerkingen:
|
Pagina-indeling
| Hiermee stelt u het logische en fysieke afdrukbare gebied van de pagina in. Opmerkingen:
|
Tekenset
| Hiermee stelt u een standaardtekenset voor PPDS-afdruktaken in. Opmerkingen:
|
Meest gelijkend
| Met deze instelling wordt een ontbrekend lettertype vervangen met een vergelijkbaar lettertype. Opmerking: "Aan" is de standaardinstelling. Als het gewenste lettertype niet is gevonden, gebruikt de printer een vergelijkbaar lettertype. |
Lade 1 wijzigen
| Hiermee configureert u de printer zodanig dat deze werkt met printersoftware of toepassingen die andere laden als papierbron hebben gedefinieerd. Opmerkingen:
|
Automatisch HR na NR
| Hiermee geeft u op of de printer automatisch een harde return (HR) moet geven na de opdracht om naar een nieuwe regel te gaan (NR) Opmerkingen:
|
Automatisch NR na HR
| Hiermee geeft u aan of de printer automatisch een nieuwe regel (NR) uitvoert na een opdracht voor een harde return (HR). Opmerkingen:
|
Optie | Functie | |
---|---|---|
Lettertypenaam
|
| Het standaardlettertype voor HTML-documenten instellen. Opmerking: Het Times-lettertype wordt gebruikt in HTML-documenten waarin geen lettertype wordt opgegeven. |
Optie | Functie |
---|---|
Tekengrootte
| De standaardlettergrootte voor HTML-documenten instellen. Opmerkingen:
|
Vergroot/verklein
| Schaal aanpassen van het standaardlettertype voor HTML-documenten. Opmerkingen:
|
Afdrukstand
| De afdrukstand voor HTML-documenten instellen. Opmerking: Staand is de standaardinstelling. |
Margegrootte
| De paginamarge voor HTML-documenten instellen. Opmerkingen:
|
Achtergronden
| Instellen of achtergronden in HTML-documenten worden afgedrukt. Opmerking: Afdrukken is de standaardinstelling. |
Optie | Functie |
---|---|
Autom. aanpassen.
| Optimale waarden selecteren voor papierformaat, schaal en afdrukstand. Opmerking: Aan is de standaardinstelling. Deze instelling zorgt ervoor dat de instellingen voor schaling en afdrukstand voor sommige afbeeldingen worden genegeerd. |
Omkeren
| Tweekleurige zwart-witafbeeldingen omkeren. Opmerkingen:
|
Vergroten/verkleinen
| De afbeeldingsgrootte aanpassen zodat deze op het geselecteerde papierformaat past. Opmerkingen:
|
Afdrukstand
| Afdrukstand van de afbeelding instellen. Opmerking: Staand is de standaardinstelling. |