Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADF-lade of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Opmerkingen:
Als u een document in de ADF-lade plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen.
Blader in het beginscherm naar:
Kopiëren > Kopiëren van > selecteer het formaat van het originele document >
Ga naar:
Kopiëren naar > selecteer een nieuw formaat voor de kopie > > Kopiëren
Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADF-lade of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Opmerkingen:
Als u een document in de ADF-lade plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen.
Blader in het beginscherm naar:
Kopiëren > Kopiëren van > selecteer het formaat van het originele document >
Ga naar:
Kopiëren naar > selecteer de lade met de papiersoort die u wilt gebruiken >
Raak Kopiëren aan.
Gebruik de ADI om originele documenten te kopiëren met verschillende papierformaten. Afhankelijk van de papierformaten die in de laden zijn geplaatst en de instellingen "Kopiëren naar" en "Kopiëren van", wordt elke kopie afgedrukt op verschillende papierformaten (voorbeeld 1) of passend gemaakt voor één formaat papier (voorbeeld 2).
Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADF-lade of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Opmerkingen:
Als u een document in de ADF-lade plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen.
Blader in het beginscherm naar:
Kopiëren > Kopiëren van > Gecombineerde formaten >
Ga naar:
Kopiëren naar > Auto formaataanpassing > > Kopiëren
De scanner herkent de verschillende papierformaten terwijl deze worden gescand. Kopieën worden afgedrukt op verschillende papierformaten, identiek aan de papierformaten van het originele document.
Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADF-lade of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Opmerkingen:
Als u een document in de ADF-lade plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen.
Blader in het beginscherm naar:
Kopiëren > Kopiëren van > Gecombineerde formaten >
Ga naar:
Kopiëren > Brief > > Kopiëren
De scanner herkent de verschillende papierformaten terwijl deze worden gescand en maakt pagina's van gemengde formaten die passen op het geselecteerde papierformaat.
Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADF-lade of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Opmerkingen:
Als u een document in de ADF-lade plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen.
Blader in het beginscherm naar:
Kopiëren > Zijden (Duplex) > selecteer de gewenste duplexmethode
Opmerking: Voor de gewenste duplexmethode geldt dat het eerste cijfer verwijst naar het aantal zijden van het origineel en het tweede cijfer verwijst naar het aantal zijden van de kopie. Selecteer bijvoorbeeld de optie voor 2-zijdig naar 2-zijdig als de originele documenten dubbelzijdig zijn en u dubbelzijdige kopieën wilt. |
Raak > Kopiëren aan.
Kopieën kunnen worden geschaald tot 25% of 400% van het originele formaat.
Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADF-lade of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Opmerkingen:
Als u een document in de ADF-lade plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen.
Raak in het startscherm Kopiëren aan.
Raak in Schalen of aan om de waarde met 1 % te verlagen of verhogen.
Als u "Kopiëren naar" of "Kopiëren van" aanraakt nadat u Schalen handmatig hebt ingesteld, wordt de waarde weer ingesteld op Autom.
Opmerking: "Automatisch" is de standaardinstelling. Hiermee wordt het formaat van de gescande afbeelding van het originele document automatisch aangepast aan het formaat van het papier waarop de kopie wordt afgedrukt. |
Raak Kopiëren aan.
Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADF-lade of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Opmerkingen:
Als u een document in de ADF-lade plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen.
Blader in het beginscherm naar:
Kopiëren > Inhoud
Raak de knop aan die het beste de inhoud beschrijft van het document dat u wilt kopiëren.
Tekst: de inhoud van het originele document bestaat vooral uit tekst en lijnillustraties.
Tekst/foto: het originele document bestaat uit een combinatie van tekst, afbeeldingen en foto's.
Foto: het originele document bestaat vooral uit foto's of afbeeldingen.
Afbeeldingen: het originele document bestaat vooral uit zakelijke illustraties zoals cirkeldiagrammen, staafdiagrammen en animaties.
Raak aan.
Raak de knop aan die het beste de inhoudsbron beschrijft van het document dat u wilt kopiëren.
Kleurenlaser: het originele document is afgedrukt met een kleurenlaserprinter.
Inkjet: het originele document is afgedrukt met een inkjetprinter.
Tijdschrift: het originele document is afkomstig uit een tijdschrift.
Drukpers: het originele document is afgedrukt met een drukpers.
Zwart-witlaser: het originele document is afgedrukt met een zwart-witlaserprinter.
Foto/film: het originele document bestaat vooral uit foto's van film.
Krant: het originele document is afkomstig uit een krant.
Overige: het originele document is afgedrukt met een andere of onbekende printer.
Raak > Kopiëren aan.
Als u meerdere exemplaren van een document afdrukt, kunt u ervoor kiezen om deze als een set (gesorteerd) af te drukken of de exemplaren af te drukken als groepen van dezelfde pagina's (niet gesorteerd).
Gesorteerd | Niet gesorteerd |
---|---|
Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADF-lade of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Opmerkingen:
Als u een document in de ADF-lade plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen.
Blader in het beginscherm naar:
Kopiëren > voer het aantal exemplaren in > Sorteren > selecteer de volgorde van de pagina's > > Kopiëren
Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADF-lade of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Opmerkingen:
Als u een document in de ADF-lade plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen.
Blader in het beginscherm naar:
Kopiëren > Geavanceerde opties > Scheidingsvellen
Opmerking: Als u Sorteren instelt op “1,2,3 - 1,2,3”, komen er scheidingsbladen tussen kopieën. Als u Sorteren instelt op “1,1,1 - 2,2,2”, worden de scheidingsbladen toegevoegd als het kopiëren is voltooid. Zie Exemplaren sorteren voor meer informatie. |
Selecteer een van de volgende opties:
Tussen kopieën
Tussen taken
Tussen pagina's
Uit
Raak > Kopiëren aan.
Om papier te besparen kunt u twee of vier opeenvolgende pagina's van een document met meerdere pagina's op één vel papier kopiëren.
Opmerkingen:
Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADF-lade of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Opmerkingen:
Als u een document in de ADF-lade plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen.
Blader in het beginscherm naar:
Kopiëren > Geavanceerde opties > Papierbesparing > selecteer de gewenste uitvoer > > Kopiëren
Opmerking: Als Papierbesparing op Uit staat, is de optie Paginaranden afdrukken niet beschikbaar. |
U gebruikt een aangepaste kopieertaak of taak om één kopieertaak samen te stellen uit een of meer sets originelen. Elke set kan volgens verschillende taakparameters worden gescand. Als een kopieertaak wordt verzonden terwijl Aangepaste taak is ingeschakeld, wordt de eerste originelenset volgens de gespecificeerde instellingen gescand. De volgende set wordt volgens dezelfde of andere instellingen gescand.
De definitie van een set hangt af van de scanbron:
Als u een document scant via de glasplaat, bestaat een set uit één pagina.
Als u meerdere pagina's scant via de ADF, bestaat een set uit alle pagina's die worden gescand totdat de ADF-lade leeg is.
Als u één pagina scant via de ADI, bestaat een set uit één pagina.
Voorbeeld:
Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADF-lade of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Opmerkingen:
Als u een document in de ADF-lade plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen.
Blader in het beginscherm naar:
Kopiëren > Geavanceerde opties > Aangepaste taak > Aan > > Kopiëren
Opmerking: Wanneer de laatste pagina van de set wordt gescand, verschijnt het scanscherm. |
Plaats het volgende document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde naar voren in de ADF-lade of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Raak vervolgens Scannen vanaf de automatische documentinvoer of Scannen via flatbed aan.
Opmerking: Pas zo nodig de scaninstellingen aan. |
Herhaal de vorige stap als u nog een document wilt scannen. Raak anders Taak voltooien aan.