Met deze optie kunt u het IP-adres voor de FTP-bestemming invoeren.
Opmerking: Een IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld 123.123.123.123. |
Met deze optie kunt u de huidige instellingen opslaan als snelkoppeling door een snelkoppelingsnaam toe te wijzen.
Opmerking: Door deze optie te selecteren, wordt het volgende beschikbare snelkoppelingsnummer automatisch toegewezen. |
Hiermee stelt u het papierformaat in voor de documenten die u gaat scannen. Als u Origineel formaat op Combinatie formaten instelt, kunt u een origineel document scannen dat verschillende papierformaten bevat (pagina's van het formaat Letter en Legal).
Met deze optie kunt u het soort uitvoer voor de scanafbeelding instellen.
Selecteer een van de volgende opties:
PDF: hiermee kunt u één bestand met meerdere pagina's maken. Het PDF-bestand kan worden verzonden als een beveiligd of gecomprimeerd bestand.
TIFF: hiermee kunt u meerdere bestanden of één bestand maken. Als u Multipage TIFF uitschakelt in het menu Instellingen, dan wordt bij TIFF elke pagina als een bestand opgeslagen. Een TIFF-bestand is meestal groter dan een gelijkwaardig JPEG-bestand.
JPEG: hiermee kunt u een afzonderlijk bestand voor elke pagina van het originele document maken en bijvoegen.
XPS: hiermee kunt u één XPS-bestand met meerdere pagina's maken.
Met deze optie kunt u de uitvoerkwaliteit van uw bestand aanpassen. Door een hogere afbeeldingsresolutie wordt het bestand groter en duurt het langer om uw originele document te scannen. Door de afbeeldingsresolutie te verlagen, wordt het bestand kleiner.
Met deze optie kunt u aangeven hoeveel lichter of donkerder de gescande documenten moeten worden ten opzichte van het originele document.
Met deze optie kunt u de volgende instellingen wijzigen:
Zijden (Duplex): hiermee wordt ingesteld of het originele document op één zijde of op beide zijden van het papier bedrukt is.
Afdrukstand: hiermee wordt de afdrukstand van het originele document ingesteld en worden de instellingen voor Zijden (Duplex) en Inbinden afgestemd op de afdrukstand.
Inbinden: hiermee wordt aangegeven of het originele document aan de lange of korte zijde is ingebonden.
Met deze optie kunt u het type en de bron van het originele document instellen.
Maak een keuze uit de volgende inhoudstypen:
Afbeeldingen: het originele document bestaat vooral uit zakelijke illustraties zoals cirkeldiagrammen, staafdiagrammen en animaties.
Foto: het originele document bestaat vooral uit foto's of afbeeldingen.
Tekst: de inhoud van het originele document bestaat vooral uit tekst en lijnillustraties.
Tekst/foto: het originele document bestaat uit een combinatie van tekst, afbeeldingen en foto's.
Maak een keuze uit de volgende inhoudsbronnen:
Zwart-witlaser: het originele document is afgedrukt met een zwart-witlaserprinter.
Kleurenlaser: het originele document is afgedrukt met een kleurenlaserprinter.
Inkjet: het originele document is afgedrukt met een inkjetprinter.
Tijdschrift: het originele document is afkomstig uit een tijdschrift.
Krant: het originele document is afkomstig uit een krant.
Overige: het originele document is afgedrukt met een andere of onbekende printer.
Foto/film: het originele document bestaat vooral uit foto's van film.
Drukpers: het originele document is afgedrukt met een drukpers.
Met deze optie kunt u de eerste pagina van de afbeelding bekijken voordat deze in het bestand wordt opgenomen. Als de eerste pagina is gescand, volgt er een korte pauze en vervolgens wordt het voorbeeld weergegeven.
Opmerking: Deze optie wordt alleen weergegeven als er een geformatteerde, werkende vaste schijf voor de printer is geïnstalleerd. |
Maak een keuze uit de volgende instellingen:
Geavanceerde beeldverwerking: hiermee kunt u instellingen voor Achtergrond verwijderen, Kleurbalans, Weggevallen kleur, Contrast, JPEG-kwaliteit, Spiegelafbeelding, Negatiefafbeelding, Rand tot rand scannen, Schaduwdetail, Scherpte en Temperatuur aanpassen voor u het document scant.
Aangepaste taak: hiermee kunt u meerdere scantaken combineren in één taak.
Rand wissen: hiermee kunt u vlekken of markeringen rondom de randen van een document verwijderen. U kunt een heel gebied langs alle zijden van het papier weghalen, of een bepaalde rand aangeven. Met Rand wissen wist u alles wat in het geselecteerde gebied ligt, zodat er niets wordt afgedrukt op dat gedeelte van het papier.
Transmissielog: hiermee drukt u het transmissielog of het transmissiefoutenlog af.
Sensor universeellader: dit controleert of de ADF meer dan één vel papier tegelijk pakt. Als dit gebeurt, wordt een foutmelding weergegeven.
Opmerking: Deze optie wordt alleen ondersteund op bepaalde modellen. |