Supplies vervangen

Overloopfles vervangen

Parts of the printer

1

Bovenklep

2

Toneroverloopfles

3

Rechterzijklep

4

Voorklep


  1. Haal de nieuwe toneroverloopfles uit de verpakking.

  2. Open de voorklep.

    attentiepictogram heet oppervlak LET OP: HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt.
    Open the front door.
  3. Open de bovenklep.

  4. Verwijder de rechterzijklep.

  5. Druk op de groene hendels aan beide zijden van de toneroverloopfles en verwijder de toneroverloopfles.

  6. Plaats de gebruikte toneroverloopfles in de meegeleverde verpakking en sluit de verpakking af.

    Zie Lexmark-producten recyclen voor meer informatie.

  7. Plaats de nieuwe toneroverloopfles.

  8. Plaats de rechterzijklep.

  9. Verschuif de ontgrendeling aan de rechterkant van de printer en houd deze vast. Sluit vervolgens voorzichtig de bovenklep.

  10. Sluit de voorklep.

Een zwart/wit- en kleurenkit vervangen

  1. Open de voorklep.

    attentiepictogram heet oppervlak LET OP: HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt.
    Open the front door.
  2. Open de bovenklep.

  3. Verwijder de tonercartridges door de hendels op te tillen en de tonercartridges voorzichtig uit de beeldverwerkingskit te trekken.

  4. Verwijder de rechterzijklep.

  5. Druk op de groene hendels aan beide zijden van de toneroverloopfles en verwijder de toneroverloopfles.

  6. Til de blauwe hendels van de beeldverwerkingskit op en trek de kit naar voren tot deze niet verder kan.

  7. Druk de blauwe hendels omlaag, pak de groene handgrepen aan de zijkanten vast en trek de beeldverwerkingskit naar buiten.

    Press down the blue lever, and then grasp the green handles on the sides to pull out the imaging kit.
  8. Haal de vervangende zwarte en kleurenbeeldverwerkingskit uit de verpakking.

    Opmerkingen:

    • De kleurenbeeldverwerkingskit bevat de beeldverwerkingskit en de cyaan, magenta, gele en zwarte developer-eenheden.
    • De zwarte beeldverwerkingskit bevat de beeldverwerkingskit en de zwarte developer-eenheid.
  9. Plaats de gebruikte beeldverwerkingskit in de zak waarin de vervangende beeldverwerkingskit was verpakt en sluit de zak af.

    Zie Lexmark-producten recyclen voor meer informatie.

    Opmerking: Als u de zwarte beeldverwerkingskit vervangt, moet u de cyaan, magenta en gele developer-eenheden bewaren. Gooi alleen de zwarte developer-eenheid weg.
  10. Schud de gele, cyaan, magenta en zwarte developer-eenheden voorzichtig heen en weer.

  11. Verwijder de rode verpakkingsstrip en de stoffen bescherming van de developer-eenheden.

  12. Plaats voorzichtig de gele, cyaan, magenta en zwarte developer-eenheden.

    Opmerking: Zorg ervoor dat u elke developer-eenheid in de juiste sleuf voor de betreffende kleur plaatst.
  13. Verwijder de rode verpakkingsstrip van de beeldverwerkingskit.

    Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Raak de glanzende fotoconductortrommel onder de beeldverwerkingskit niet aan. Dit kan de afdrukkwaliteit van toekomstige afdruktaken verminderen.
  14. Lijn de beeldverwerkingskit uit en plaats de kit in de printer.

  15. Duw de blauwe hendels voorzichtig maar stevig omlaag totdat de beeldverwerkingskit vastklikt.

    Opmerking: Controleer of de beeldverwerkingskit goed vastzit.
  16. Plaats de toneroverloopfles.

  17. Plaats de rechterzijklep.

  18. Plaats de tonercartridges.

  19. Verschuif de ontgrendeling aan de rechterkant van de printer en houd deze vast. Sluit vervolgens voorzichtig de bovenklep.

  20. Sluit de voorklep.

Tonercartridges vervangen

Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Schade die wordt veroorzaakt door het gebruik van een tonercartridge die niet van het merk Lexmark is, valt niet onder de garantie.
Opmerking: Als u tonercartridges gebruikt die niet van het merk Lexmark zijn, kan dit resulteren in verminderde afdrukkwaliteit.
  1. Open de bovenklep.

  2. Verwijder de tonercartridge door de hendel omhoog te drukken en de cartridge voorzichtig uit de beeldverwerkingskit te trekken.

  3. Pak de nieuwe tonercartridge uit en verwijder het verpakkingsmateriaal.

  4. Lijn de nieuwe tonercartridge uit en druk deze vervolgens omlaag totdat de cartridge op zijn plaats zit.

  5. Verschuif de ontgrendeling aan de rechterkant van de printer en houd deze vast. Sluit vervolgens voorzichtig de bovenklep.

  6. Plaats de gebruikte tonercartridge in de zak waarin de vervangende tonercartridge was verpakt en sluit de zak af.

    Zie Lexmark-producten recyclen voor meer informatie.

Een developer-eenheid vervangen

Vervang een developer-eenheid als er een probleem met de afdrukkwaliteit optreedt of als de printer is beschadigd.

  1. Open de voorklep.

    attentiepictogram heet oppervlak LET OP: HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt.
    Open the front door.
  2. Open de bovenklep.

  3. Til de hendel van de tonercartridge op en trek de cartridge voorzichtig uit de beeldverwerkingskit.

  4. Verwijder de rechterzijklep.

  5. Druk op de groene hendels aan beide zijden van de toneroverloopfles en verwijder de toneroverloopfles.

  6. Til de blauwe hendels van de beeldverwerkingskit op en trek de kit naar voren tot deze niet verder kan.

  7. Druk de blauwe hendels omlaag, pak de groene handgrepen aan de zijkanten vast en trek de beeldverwerkingskit naar buiten.

    Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Raak de onderkant van de beeldverwerkingskit niet aan. Dit kan de beeldverwerkingskit beschadigen.
    Pull out the imaging kit using the green handles on the sides.
  8. Verwijder de gebruikte developer-eenheid.

  9. Schud de vervangende developer-eenheid voorzichtig heen en weer voor u de eenheid uit de verpakking haalt.

  10. Verwijder de rode transportbescherming van de developer-eenheid.

  11. Plaats de developer-eenheid.

  12. Lijn de beeldverwerkingskit uit en plaats de kit in de printer.

  13. Duw de blauwe hendels voorzichtig maar stevig omlaag totdat de beeldverwerkingskit vastklikt.

    Opmerking: Controleer of de beeldverwerkingskit goed vastzit.
  14. Vervang de toneroverloopfles.

  15. Plaats de rechterzijklep.

  16. Plaats de tonercartridges.

  17. Verschuif de ontgrendeling aan de rechterkant van de printer en houd deze vast. Sluit vervolgens voorzichtig de bovenklep.

  18. Sluit de voorklep.

  19. Plaats de gebruikte developer-eenheid in de zak waarin de vervangende developer-eenheid was verpakt en sluit de zak af.

    Zie Lexmark-producten recyclen voor meer informatie.