Hardware

Beschikbare, interne opties

Geheugenkaart installeren

attentiepictogram elektrische schokken LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Als u toegang tot de controllerkaart wilt of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat om het risico van elektrische schokken te voorkomen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
  1. Zet de printer uit.

  2. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.

  3. Verwijder de connectorklep van de achterkant van de printer met behulp van de schroevendraaier uit klep A.

  4. Als de printer een filterklep heeft, verwijdert u de klep.

  5. Verwijder de toegangsklep van de controllerkaart.

    Waarschuwing: mogelijke beschadiging: De elektronische componenten van de controllerkaart raken gemakkelijk beschadigd door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen oppervlak aan voordat u de componenten of aansluitingen van de controllerkaart aanraakt.
  6. Verwijder de afdekplaat van de controllerkaart.

  7. Haal de geheugenkaart uit de verpakking.

    Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Raak de aansluitpunten aan de rand van de kaart niet aan.
  8. Plaats de geheugenkaart totdat deze vastklikt.

  9. Bevestig de afdekplaat en vervolgens de toegangsklep.

  10. Bevestig de connectorklep.

  11. Als u een filterklep hebt verwijderd, bevestig dan de klep.

  12. Sluit de stekker van het netsnoer aan op het stopcontact en zet de printer aan.

    standaard attentiepictogram LET OP: RISICO OP LETSEL: Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en gemakkelijk bereikbaar is om brand of elektrische schokken te voorkomen.

Vaste schijf voor de printer installeren

attentiepictogram elektrische schokken LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Als u toegang tot de controllerkaart wilt of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat om het risico van elektrische schokken te voorkomen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
  1. Zet de printer uit.

  2. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.

  3. Verwijder de connectorklep van de achterkant van de printer met behulp van de schroevendraaier uit klep A.

  4. Als de printer een filterklep heeft, verwijdert u de klep.

  5. Verwijder de toegangsklep van de controllerkaart.

    Waarschuwing: mogelijke beschadiging: De elektronische componenten van de controllerkaart raken gemakkelijk beschadigd door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen oppervlak aan voordat u de componenten of aansluitingen van de controllerkaart aanraakt.
  6. Verwijder de afdekplaat van de controllerkaart.

  7. Haal de vaste schijf van de printer uit de verpakking.

  8. Bevestig de harde schijf en sluit vervolgens de interfacekabel van de harde schijf aan op de controllerkaart.

  9. Bevestig de afdekplaat en vervolgens de toegangsklep.

  10. Bevestig de connectorklep.

  11. Als u een filterklep hebt verwijderd, bevestig dan de klep.

  12. Sluit de stekker van het netsnoer aan op het stopcontact en zet de printer aan.

    standaard attentiepictogram LET OP: RISICO OP LETSEL: Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en gemakkelijk bereikbaar is om brand of elektrische schokken te voorkomen.

Een optionele kaart installeren

attentiepictogram elektrische schokken LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Als u toegang tot de controllerkaart wilt of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat om het risico van elektrische schokken te voorkomen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
  1. Zet de printer uit.

  2. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.

  3. Verwijder de connectorklep van de achterkant van de printer met behulp van de schroevendraaier uit klep A.

  4. Als de printer een filterklep heeft, verwijdert u de klep.

  5. Verwijder de toegangsklep van de controllerkaart.

    Waarschuwing: mogelijke beschadiging: De elektronische componenten van de controllerkaart raken gemakkelijk beschadigd door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen oppervlak aan voordat u de componenten of aansluitingen van de controllerkaart aanraakt.
  6. Verwijder de afdekplaat van de controllerkaart.

  7. Haal de optionele kaart uit de verpakking.

    Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Raak de aansluitpunten aan de rand van de kaart niet aan.
  8. Druk de kaart stevig op zijn plaats.

    Opmerking: De connector van de kaart moet over de gehele lengte in aanraking zijn met de controllerkaart.
    Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Een onjuiste installatie van de kaart kan schade veroorzaken aan de kaart en de controllerkaart.
  9. Bevestig de afdekplaat en vervolgens de toegangsklep.

  10. Bevestig de connectorklep.

  11. Als u een filterklep hebt verwijderd, bevestig dan de klep.

  12. Sluit de stekker van het netsnoer aan op het stopcontact en zet de printer aan.

    standaard attentiepictogram LET OP: RISICO OP LETSEL: Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en gemakkelijk bereikbaar is om brand of elektrische schokken te voorkomen.

Een draadloze afdrukserver installeren

attentiepictogram elektrische schokken LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Als u toegang tot de controllerkaart wilt of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat om het risico van elektrische schokken te voorkomen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
  1. Zet de printer uit.

  2. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.

  3. Verwijder de toegangsklep van de controllerkaart met de schroevendraaier uit klep A.

    Waarschuwing: mogelijke beschadiging: De elektronische componenten van de controllerkaart raken gemakkelijk beschadigd door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen oppervlak aan voordat u de componenten of aansluitingen van de controllerkaart aanraakt.
  4. Verwijder de afdekplaat van de controllerkaart.

  5. Open de toegangsklep van de poort.

  6. Verwijder de klep van de optionele sleuf.

    Opmerking: Verwijder de schroef met een kruiskopschroevendraaier. Til de klep omhoog en trek deze volledig naar buiten.
  7. Pak de draadloze afdrukserver uit en leid deze door de optionele sleuf.

  8. Bevestig de duimschroeven.

  9. Sluit de draadloze afdrukserver aan op de controllerkaart.

  10. Plaats de beschermkap terug en bevestig de toegangsklep opnieuw.

  11. Sluit de stekker van het netsnoer aan op het stopcontact en zet de printer aan.

    standaard attentiepictogram LET OP: RISICO OP LETSEL: Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en gemakkelijk bereikbaar is om brand of elektrische schokken te voorkomen.

De lade voor 2 x 500 of 2500 vel installeren

attentiepictogram elektrische schokken LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Als u toegang tot de controllerkaart wilt of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat om het risico van elektrische schokken te voorkomen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
attentiepictogram kantelgevaar LET OP: KANTELGEVAAR: Wanneer u een of meer opties op uw printer of MFP installeert, is mogelijk een onderstel met zwenkwielen, printerkast of andere voorziening vereist om instabiliteit te voorkomen waardoor letsel kan worden veroorzaakt. Meer informatie over ondersteunde opstellingen vindt u op www.lexmark.com/multifunctionprinters.
  1. Zet de printer uit.

  2. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en haal het netsnoer uit de printer.

  3. Pak de lade uit en verwijder al het verpakkingsmateriaal.

  4. Bevestig de stabilisatievoetjes aan de lade en verwijder de sticker.

  5. Lijn de printer uit met de lade met behulp van de grepen aan de zijkant en laat de printer op zijn plaats zakken.

    standaard attentiepictogram LET OP: RISICO OP LETSEL: Als de printer meer weegt dan 20 kg (44 lb), moet deze mogelijk door twee of meer personen worden verplaatst.
  6. Verwijder de connectorklep van de achterkant van de printer met behulp van de schroevendraaier uit klep A.

  7. Sluit de ladeconnector aan op de printer.

  8. Open lade 2 en lade 3.

  9. Bevestig de lade op de printer met behulp van de vergrendelingsklemmen en de metalen beugel.

    • Voorkant

    • Achterkant

  10. Sluit de laden en plaats de connectorklep.

  11. Sluit het netsnoer aan op de printer en vervolgens op een stopcontact.

    standaard attentiepictogram LET OP: RISICO OP LETSEL: Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en gemakkelijk bereikbaar is om brand of elektrische schokken te voorkomen.
  12. Zet de printer aan.

Voeg de lade toe in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te maken voor afdruktaken. Zie Beschikbare opties van het printerstuurprogramma toevoegen voor meer informatie.

Als u hardware-opties wilt installeren, volg dan deze volgorde van installatie.

De lade voor 3000 vel installeren

Opmerking: De lade voor 3000 vel wordt alleen ondersteund als de optionele lade voor 2 x 500 of 2500 vel is geïnstalleerd.
attentiepictogram elektrische schokken LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Als u toegang tot de controllerkaart wilt of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken voor u doorgaat om het risico van elektrische schokken te voorkomen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
attentiepictogram kantelgevaar LET OP: KANTELGEVAAR: Wanneer u een of meer opties op uw printer of MFP installeert, is mogelijk een onderstel met zwenkwielen, printerkast of andere voorziening vereist om instabiliteit te voorkomen waardoor letsel kan worden veroorzaakt. Meer informatie over ondersteunde opstellingen vindt u op www.lexmark.com/multifunctionprinters.
  1. Zet de printer uit.

  2. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en haal het netsnoer uit de printer.

  3. Pak de lade uit.

  4. Gebruik de schroevendraaier uit klep A om de kabel van lade voor 2 x 500 vel of 2500 vel te ontkoppelen van de achterkant van de printer.

  5. Open lade 2 en lade 3.

  6. Verwijder de metalen beugels en de vergrendelingsklem waarmee de laden voor 2 x 500 of 2500 vel aan de printer zijn bevestigd.

    • Voorkant

    • Achterkant

  7. Sluit de laden.

  8. Maak gebruik van de grepen aan de zijkant om de printer van de lade voor 2 x 500 vel of 2500 vel te verwijderen.

    standaard attentiepictogram LET OP: RISICO OP LETSEL: Als de printer meer weegt dan 20 kg (44 lb), moet deze mogelijk door twee of meer personen worden verplaatst.
  9. Verwijder de stabilisatievoetjes van de lade.

  10. Verwijder de stickers.

  11. Open de lade en verwijder vervolgens de montagebeugel en railkapjes.

  12. Bevestig de montagebeugels aan de zijkant in de lade en plaats vervolgens de geleiderplaat in de rail.

  13. Bevestig de rail en bevestig vervolgens de montagebeugel en railkapjes.

  14. Sluit de lade.

  15. Lijn de printer uit met de lade met behulp van de grepen aan de zijkant en laat de printer op zijn plaats zakken.

  16. Lijn de lade voor 3000 vel uit met de printer en bevestig vervolgens de bevestigingsstijl.

  17. Bevestig de kabel van de lade met de klem.

  18. Sluit de kabel van de lade aan op de printer.

  19. Bevestig de kabelbehuizing van de lade.

  20. Verschuif de lade tot deze vastklikt.

  21. Bevestig de stabilisatievoetjes aan de printer.

  22. Verbind de connector van de lade voor 2 x 500 of 2500 vel met de printer.

  23. Open laden 2 en 3 en bevestig daarna de laden voor 2 x 500 of 2500 vel op de printer met de vergrendelingsklemmen en de metalen beugel.

    • Voorkant

    • Achterkant

  24. Sluit de laden.

  25. Sluit het netsnoer aan op de printer en vervolgens op een stopcontact.

    standaard attentiepictogram LET OP: RISICO OP LETSEL: Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en gemakkelijk bereikbaar is om brand of elektrische schokken te voorkomen.
  26. Zet de printer aan.

Voeg de lade toe in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te maken voor afdruktaken. Zie Beschikbare opties van het printerstuurprogramma toevoegen voor meer informatie.

Als u hardware-opties wilt installeren, volg dan deze volgorde van installatie.

Nietfinisher installeren

attentiepictogram kantelgevaar LET OP: KANTELGEVAAR: Wanneer u een of meer opties op uw printer of MFP installeert, is mogelijk een onderstel met zwenkwielen, printerkast of andere voorziening vereist om instabiliteit te voorkomen waardoor letsel kan worden veroorzaakt. Meer informatie over ondersteunde opstellingen vindt u op www.lexmark.com/multifunctionprinters.
  1. Zet de printer uit.

  2. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en haal het netsnoer uit de printer.

  3. Haal de finisher voor nieten uit de verpakking.

    Opmerking: Verwijder de tag, maar houd de schroef voor gebruik bij stap 11.
  4. Verwijder de standaardlade.

  5. Verwijder de sticker en verwijder vervolgens de papierbeugel.

  6. Verwijder de kap van de papiergeleiders en de schuifrail met behulp van de schroevendraaier uit klep A.

  7. Verwijder de papiergeleiders.

  8. Bevestig de sensorkap.

  9. Plaats de finisher.

  10. Bevestig de finisher op de printer.

    Opmerking: Gebruik de schroef die met de finisher is meegeleverd.
  11. Bevestig de kap van de schuifrail van de finisher.

    Opmerking: Gebruik de schroeven die met de finisher geleverd zijn.
  12. Verwijder de filterklep.

    Opmerking: Deze stap is alleen van toepassing op bepaalde printermodellen.
  13. Sluit de finisherkabel aan op de printer.

  14. Bevestig de filterklep opnieuw.

    Opmerking: Deze stap is alleen van toepassing op bepaalde printermodellen.
  15. Sluit het netsnoer aan op de printer en vervolgens op een stopcontact.

    standaard attentiepictogram LET OP: RISICO OP LETSEL: Om het risico op elektrische schokken of brand te voorkomen, moet u het netsnoer rechtstreeks aansluiten op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk toegankelijk is.
    standaard attentiepictogram LET OP: RISICO OP LETSEL: U mag dit product niet gebruiken met verlengsnoeren, stekkerdozen, verdelers of UPS-apparaten. De vermogenscapaciteit van dit soort accessoires kan door een laserprinter eenvoudig worden overschreden, wat kan leiden tot slechte printerprestaties, schade aan eigendommen of brand.
  16. Zet de printer aan.

    Voeg de finisher toe in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te maken voor afdruktaken. Zie Beschikbare opties van het printerstuurprogramma toevoegen voor meer informatie.

Nietfinisher, perforatiefinisher of boekjesfinisher installeren

attentiepictogram kantelgevaar LET OP: KANTELGEVAAR: Wanneer u een of meer opties op uw printer of MFP installeert, is mogelijk een onderstel met zwenkwielen, printerkast of andere voorziening vereist om instabiliteit te voorkomen waardoor letsel kan worden veroorzaakt. Meer informatie over ondersteunde opstellingen vindt u op www.lexmark.com/multifunctionprinters.
  1. Zet de printer uit.

  2. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en haal het netsnoer uit de printer.

  3. Verwijder de publicatiehouder van de zijkant of achterkant van de printer.

  4. Pak de nietfinisher, perforatiefinisher of boekjesfinisher uit.

  5. Verwijder de standaardlade en verwijder vervolgens de papierbeugel.

  6. Verwijder de papiergeleiders met behulp van de schroevendraaier uit klep A.

  7. Installeer het papiertransport.

    Opmerking: Gebruik de schroeven die met de finisher geleverd zijn.
  8. Sluit de finisher aan op de printer.

  9. Plaats de nietcassette in de finisher tot deze vastklikt.

  10. Verwijder de filterklep.

    Opmerking: Deze stap is alleen van toepassing op bepaalde printermodellen.
  11. Sluit de finisherkabel aan op de printer.

  12. Bevestig de filterklep opnieuw.

    Opmerking: Deze stap is alleen van toepassing op bepaalde printermodellen.
  13. Bevestig de kabel.

  14. Plaats de laden.

    Opmerkingen:

    • Gebruik de schroeven die met de finisher geleverd zijn.
    • Verplaats de beugel niet bij het plaatsen van lade 2.
    • Uitvoerlade 3 wordt alleen ondersteund in de finisher voor boekjes.
    Laden wordt geïnstalleerd
  15. Bevestig de publicatiehouder en bevestig vervolgens de klem.

    Publicatiehouder en klem worden geïnstalleerd
  16. Sluit het netsnoer aan op de printer en vervolgens op een stopcontact.

    standaard attentiepictogram LET OP: RISICO OP LETSEL: Om het risico op elektrische schokken of brand te voorkomen, moet u het netsnoer rechtstreeks aansluiten op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk toegankelijk is.
    standaard attentiepictogram LET OP: RISICO OP LETSEL: U mag dit product niet gebruiken met verlengsnoeren, stekkerdozen, verdelers of UPS-apparaten. De vermogenscapaciteit van dit soort accessoires kan door een laserprinter eenvoudig worden overschreden, wat kan leiden tot slechte printerprestaties, schade aan eigendommen of brand.
  17. Zet de printer aan.

    Voeg de finisher toe in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te maken voor afdruktaken. Zie Beschikbare opties van het printerstuurprogramma toevoegen voor meer informatie.