Printer instellen voor faxen
Opmerkingen:
-
De volgende verbindingsmethoden zijn alleen van toepassing in bepaalde landen of regio's.
-
Tijdens de eerste printerinstallatie schakelt u de faxfunctie en elke andere functie die u later wilt installeren uit en raakt u vervolgens
Doorgaan
aan.
-
Het indicatielampje kan rood knipperen als de faxfunctie wel is ingeschakeld maar nog volledig is geconfigureerd.
Waarschuwing: mogelijke beschadiging:
Raak de kabels of de printer niet aan in het aangegeven gebied als er een fax wordt verzonden of ontvangen.
De SMTP-server configureren voor faxen
Vanaf het bedieningspaneel
-
Tik op het bedieningspaneel op
Instellingen
>
Fax
>
Instellingen faxserver
>
E-mailinstellingen faxserver
.
-
Configureer de instellingen.
Opmerking:
Als u de SMTP-server voor e-mail wilt gebruiken, schakelt u
SMTP-server voor e-mail gebruiken
in.
Vanuit de Embedded Web Server
-
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
-
Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
-
Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen.
-
Klik op
Instellingen
>
Fax
>
Instellingen faxserver
.
-
Configureer in het gedeelte E-mailinstellingen faxserver de instellingen.
Opmerking:
Als u de SMTP-server voor e-mail wilt gebruiken, schakelt u
SMTP-server voor e-mail gebruiken
in.
-
Klik op
Opslaan
.
Fax instellen met een vaste telefoonlijn
LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN:
Schakel tijdens onweer dit product niet in en maak geen elektrische of bekabelde verbindingen, zoals de fax, het netsnoer of een telefoonkabel, om elektrische schokken te voorkomen.
LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN:
Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer om het risico van elektrische schokken te voorkomen.
LET OP: RISICO OP LETSEL:
Gebruik om het risico op brand te verkleinen alleen een telecommunicatiesnoer (RJ-11) van 26 AWG of meer als u dit product aansluit op het openbare vaste telefoonnetwerk. Voor gebruikers in Australië geldt dat het snoer moet worden goedgekeurd door de Australische communicatie- en media-autoriteit.
Configuratie 1: Printer is aangesloten op een aparte faxlijn
-
Sluit het ene uiteinde van de telefoonkabel aan op de line-poort van de printer.
-
Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op een werkende analoge wandcontactdoos.
Opmerkingen:
-
U kunt de printer instellen om faxen automatisch (Automatisch beantwoorden: Aan) of handmatig (Automatisch beantwoorden: Uit) te beantwoorden.
-
Als u faxen automatisch wilt ontvangen, kunt u instellen dat de printer de oproep aanneemt na een gewenst aantal belsignalen.
Configuratie 2: Printer deelt de lijn met een antwoordapparaat
Opmerking:
Als u een abonnement hebt op een speciaal belsignaal, controleert u of het juiste belsignaal hebt ingesteld voor de printer. Anders ontvangt de printer geen faxsignalen, zelfs als u hebt ingesteld om faxen automatisch te ontvangen.
Aangesloten op dezelfde wandaansluiting voor telefoons
-
Sluit het ene uiteinde van de telefoonkabel aan op de line-poort van de printer.
-
Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op een werkende analoge wandcontactdoos.
-
Sluit het antwoordapparaat aan op de telefoonpoort van de printer.
Aangesloten op verschillende wandaansluitingen
-
Sluit het ene uiteinde van de telefoonkabel aan op de line-poort van de printer.
-
Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op een werkende analoge wandcontactdoos.
Opmerkingen:
-
Als voor uw lijn slechts één telefoonnummer is ingesteld, stelt u de printer in op het automatisch ontvangen van faxen.
-
Stel de printer zo in dat deze oproepen twee belsignalen na het antwoordapparaat aanneemt. Als het antwoordapparaat bijvoorbeeld na vier belsignalen de oproep aanneemt, stelt u de printerinstelling Aantal belsignalen in op zes.
Configuratie 3: Printer deelt de lijn met een telefoon met een abonnement op een voicemaildienst
-
Sluit het ene uiteinde van de telefoonkabel aan op de line-poort van de printer.
-
Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op een werkende analoge wandcontactdoos.
-
Sluit de telefoon aan op de telefoonpoort van de printer.
Opmerkingen:
-
Deze installatie is het meest geschikt als u de voicemaildienst vaker gebruikt dan de fax en als u een abonnement op een speciaal belsignaal hebt.
-
Wanneer u de telefoon opneemt en faxtonen hoort, drukt op de telefoon op
*9*
of geeft u de code voor handmatig beantwoorden op om de fax te ontvangen.
-
U kunt de printer ook instellen op het automatisch ontvangen van faxen, maar schakel dan de voicemaildienst wel uit wanneer u een fax verwacht.
Fax instellen met Digital Subscriber Line
LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN:
Schakel tijdens onweer dit product niet in en maak geen elektrische of bekabelde verbindingen, zoals de fax, het netsnoer of een telefoonkabel, om elektrische schokken te voorkomen.
LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN:
Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer om het risico van elektrische schokken te voorkomen.
LET OP: RISICO OP LETSEL:
Gebruik om het risico op brand te verkleinen alleen een telecommunicatiesnoer (RJ-11) van 26 AWG of meer als u dit product aansluit op het openbare vaste telefoonnetwerk. Voor gebruikers in Australië geldt dat het snoer moet worden goedgekeurd door de Australische communicatie- en media-autoriteit.
Een Digital Subscriber Line (DSL) splitst een gewone telefoonlijn in twee kanalen: spraakoproepen en internet. Telefoon- en faxsignalen worden beide via het spraakkanaal verzonden, terwijl internetsignalen via het andere kanaal worden verzonden.
Om storing tussen de twee kanalen tot een minimum te beperken, kunt u een DSL-filter bij uw DSL-provider aanvragen.
-
Sluit de LINE-poort van het DSL-filter aan op de wandcontactdoos.
-
Sluit het ene uiteinde van de telefoonkabel aan op de line-poort van de printer.
-
Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de telefoonpoort op het DSL-filter.
Opmerking:
Als u een telefoon wilt aansluiten op de printer, moet u eventueel geïnstalleerde adapterstekkers verwijderen uit de telefoonpoort van de printer en daarna de telefoon aansluiten.
Fax instellen met VoIP-telefoondienst
LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN:
Schakel tijdens onweer dit product niet in en maak geen elektrische of bekabelde verbindingen, zoals de fax, het netsnoer of een telefoonkabel, om elektrische schokken te voorkomen.
LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN:
Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer om het risico van elektrische schokken te voorkomen.
LET OP: RISICO OP LETSEL:
Gebruik om het risico op brand te verkleinen alleen een telecommunicatiesnoer (RJ-11) van 26 AWG of meer als u dit product aansluit op het openbare vaste telefoonnetwerk. Voor gebruikers in Australië geldt dat het snoer moet worden goedgekeurd door de Australische communicatie- en media-autoriteit.
-
Sluit het ene uiteinde van de telefoonkabel aan op de line-poort van de printer.
-
Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de poort met het label
Phone Line 1
(telefoonlijn 1) of
Phone Port
(telefoonpoort) op de VoIP-adapter.
Opmerking:
De poort met het label
Phone Line 2
(telefoonlijn 2) of
Fax Port
(faxpoort) is niet altijd actief. VoIP-aanbieders kunnen u extra geld in rekening brengen voor het activeren van een tweede telefoonpoort.
-
Sluit de telefoon aan op de telefoonpoort van de printer.
Opmerkingen:
-
Als u wilt controleren of de telefoonpoort op de VoIP-adapter actief is, sluit u een analoge telefoon aan op de poort en luistert u of u een kiestoon hoort.
-
Als u twee telefoonpoorten nodig hebt voor uw apparaten, maar geen extra kosten wilt betalen, gebruik dan een telefoonsplitter. Sluit de telefoonsplitter aan op
Phone Line 1
(telefoonlijn 1) of
Phone Port
(telefoonpoort) en sluit de printer en telefoon aan op de splitter.
-
Om de splitter te controleren, sluit u een analoge telefoon aan op de splitter en luistert u of u een kiestoon hoort.
Fax instellen met kabelmodemverbinding
LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN:
Schakel tijdens onweer dit product niet in en maak geen elektrische of bekabelde verbindingen, zoals de fax, het netsnoer of een telefoonkabel, om elektrische schokken te voorkomen.
LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN:
Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer om het risico van elektrische schokken te voorkomen.
LET OP: RISICO OP LETSEL:
Gebruik om het risico op brand te verkleinen alleen een telecommunicatiesnoer (RJ-11) van 26 AWG of meer als u dit product aansluit op het openbare vaste telefoonnetwerk. Voor gebruikers in Australië geldt dat het snoer moet worden goedgekeurd door de Australische communicatie- en media-autoriteit.
Configuratie 1: Printer is rechtstreeks aangesloten op een kabelmodem
-
Sluit het ene uiteinde van de telefoonkabel aan op de line-poort van de printer.
-
Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de poort met het label
Phone Line 1
(telefoonlijn 1) of
Phone Port
(telefoonpoort) op het kabelmodem.
-
Sluit uw analoge telefoon aan op de telefoonpoort van de printer.
Opmerking:
Als u wilt controleren of de telefoonpoort op de kabelmodem actief is, sluit u een analoge telefoon aan en luistert u of u een kiestoon hoort.
Configuratie 2: De printer is aangesloten op een wandaansluiting; kabelmodem bevindt zich ergens anders in het gebouw
-
Sluit het ene uiteinde van de telefoonkabel aan op de line-poort van de printer.
-
Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op een werkende analoge wandaansluiting voor telefoons.
-
Sluit uw analoge telefoon aan op de telefoonpoort van de printer.
Het instellen van de fax in landen of regio's met afwijkende telefoonwandcontactdozen en stekkers
LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN:
Schakel tijdens onweer dit product niet in en maak geen elektrische of bekabelde verbindingen, zoals de fax, het netsnoer of een telefoonkabel, om elektrische schokken te voorkomen.
LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN:
Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer om het risico van elektrische schokken te voorkomen.
LET OP: RISICO OP LETSEL:
Gebruik om het risico op brand te verkleinen alleen een telecommunicatiesnoer (RJ-11) van 26 AWG of meer als u dit product aansluit op het openbare vaste telefoonnetwerk. Voor gebruikers in Australië geldt dat het snoer moet worden goedgekeurd door de Australische communicatie- en media-autoriteit.
De standaard wandaansluiting in de meeste landen is RJ11. Wanneer de wandcontactdoos of de apparatuur in uw gebouw niet compatibel is met dit soort aansluitingen, gebruikt u een telefoonadapter. Wanneer er in uw land of regio geen adapter bij de printer wordt geleverd, kunt u deze los aanschaffen.
Er kan een adapterstekker zijn geïnstalleerd in de telefoonpoort van de printer. Verwijder de adapterstekker niet uit de telefoonpoort van de printer als u verbinding maakt met een serie- of cascade-geschakeld telefoonsysteem.
Lexmark-adapterstekker
|
40X8519
|
Printer aansluiten op een niet-RJ11-wandaansluiting
-
Sluit het ene uiteinde van de telefoonkabel aan op de line-poort van de printer.
-
Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de RJ11-adapter en sluit de adapter vervolgens aan op de wandaansluiting.
-
Als u een ander apparaat met een niet-RJ11-aansluiting op deze wandaansluiting wilt aansluiten, moet u dit apparaat rechtstreeks aansluiten op de telefoonadapter.
De printer aansluiten op een wandaansluiting in Duitsland
De Duitse wandaansluiting heeft twee soorten poorten. De N-poorten zijn voor faxapparaten, modems en antwoordapparaten. De F-poort is voor telefoons. Sluit de printer aan op een van de N-poorten.
-
Sluit het ene uiteinde van de telefoonkabel aan op de line-poort van de printer.
-
Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de RJ11-adapter en sluit de adapter vervolgens aan op een N-poort.
-
Als u een telefoon en een antwoordapparaat wilt aansluiten op dezelfde wandaansluiting, moet u de apparaten aansluiten zoals aangegeven.
Abonneren op speciale belsignalen
Een specifiek belsignaal stelt u in staat meerdere telefoonnummers op één telefoonlijn te gebruiken. Aan elk telefoonnummer is een ander belsignaal toegekend.
-
Tik in het startscherm op
Instellingen
>
Fax
>
Faxinstellingen
>
Faxontvangstinstellingen
>
Beheercontrole
>
Beantwoorden na
aan.
-
Selecteer een belsignaal.
Datum en tijd van de fax instellen
-
Raak in het startscherm
Instellingen
>
Apparaat
>
Voorkeuren
>
Datum en tijd
>
Configureren
aan.
-
Configureer de instellingen.
Configureren, zomertijd
-
Raak vanaf het beginscherm
Instellingen
>
Apparaat
>
Voorkeuren
>
Datum en tijd
>
Configureren
aan.
-
In het menu Tijdzone selecteert u
(UTC+gebruiker) Aangepast
.
-
Configureer de instellingen.