De Lexmark Print Management Client installeren

Voor het Microsoft Windows-besturingssysteem

1. Voer het pakket uit op de computer.

2. Volg de aanwijzingen op het scherm.

   Opmerkingen:

   • De uitvoerbare bestanden worden opgeslagen in de map Program Files.
   • Het configuratiebestand voor aangepaste pakketten is opgenomen in het gedownloade gecomprimeerde bestand. Zorg ervoor dat het installatieprogramma en het configuratiebestand in dezelfde map staan.
   • De configuratie- en de logbestanden worden opgeslagen in de map %allusersprofile%\LPMC na de installatie.
   • Zorg ervoor dat u Microsoft .NET Framework 4.6.2 (volledige versie) of hoger hebt geïnstalleerd.

Na het installatieproces kunt u Lexmark Cloud Print Management, Lexmark Hybrid Print Management of Lexmark Direct-printer openen.

Voor macOS-besturingssysteemsoftware

1. Voer het pakket uit op de computer.

2. Volg de aanwijzingen op het scherm.

   Opmerkingen:

   • Na de installatie worden de uitvoerbare bestanden, het configuratiebestand en de SSL-certificaten opgeslagen in de map /Library/Lexmark/LPMC.
   • Het logbestand wordt standaard opgeslagen in /var/tmp als lpmc.log.
   • Het configuratiebestand voor het aangepaste pakket is opgenomen in het gedownloade gecomprimeerde bestand. Zorg ervoor dat het installatieprogramma en het configuratiebestand in dezelfde map staan.
   • Installeer Rosetta 2 om er zeker van te zijn dat LPMC voor Mac werkt als u een Mac met Apple Silicon hebt.

Voor het Ubuntu-besturingssysteem

1. Download de bestanden lpmc-upd-install.sh en configuration.xml.

2. Typ sudo lpmc-upd-install.sh op de opdrachtregel.

   Opmerkingen:

   • De uitvoerbare bestanden worden opgeslagen in de map /usr/share/Lexmark/LPMC.
   • Het configuratiebestand wordt opgeslagen in de map /etc/Lexmark/LPMC.
   • De SSL-certificaten worden opgeslagen in /var/LPMC.
   • Het logbestand wordt opgeslagen in /var/LPMC/lpmc.log.

De stuurprogrammaconfiguratie toepassen

Het LPMC-installatieprogramma ondersteunt het gebruik van LDC-bestanden van het configuratieprogramma voor printerstuurprogramma's. Tijdens de installatie zoekt het systeem naar specifieke bestandsnamen voor de LDC-bestanden.

Opmerkingen:

• Als u een stuurprogrammaconfiguratie wilt toepassen wanneer de LPMC is geïnstalleerd, slaat u het LDC-bestand op in dezelfde map als het LPMC-installatieprogramma.
• Voor Ubuntu en macOS biedt het LPMC-installatieprogramma geen ondersteuning voor het gebruik van LDC-bestanden.

Gebruik de volgende bestandsnamen:

• LPMSaaSPrintQueueConfiguration.ldc voor de Cloud Print Management-afdrukwachtrij

• LPMServerlessPrintQueueConfiguration.ldc voor de Hybride Print Management-afdrukwachtrij

De LDC-configuratie moet de volgende waarde gebruiken voor de afdrukwachtrij:

<PrinterObject value="Cloud Print Management - PCLXL"></PrinterObject>

U kunt ook de volgende algemene waarden gebruiken voor het printerprofiel en het printermodel:

<PrinterProfile name="Lexmark Universal v2" version="1.0"><PrinterModel value="Lexmark Universal v2"></PrinterModel>

Opmerkingen:

• Als de oude versie van LPMC op uw werkstation is geïnstalleerd, kunt u upgraden naar de nieuwste versie van LPMC (versie 3.3.x).
• Niet-vrijgegeven hybride taken worden niet bewaard. We raden u aan geen taken in de wachtrij te hebben staan wanneer u gaat upgraden.

Gebruikers kunnen een van de volgende instellingen selecteren bij het upgraden naar de nieuwste versie van LPMC:

• Gebruikersinstellingen behouden: doe het volgende om uw huidige instellingen te behouden:

  1. Voer het LPMC-installatieprogramma voor het pakket uit met uw bestaande bestand configuration.xml of directprintconfiguration.xml.

  2. Plaats een kopie van het bestand configuration.xml of directprintconfiguration.xml in de map van het nieuwe LPMC-installatieprogramma voor het pakket.

• Nieuwe gebruikersinstellingen: doe het volgende om de bestaande instellingen aan te passen:

  1. Download en bewerk het bestand configuration.xml of directprintconfiguration.xml.

  2. Plaats de bewerkte bestanden in dezelfde map als het bestaande LPMC-installatieprogramma voor het pakket.

• Standaardinstellingen: als er geen bestand configuration.xml aan het LPMC-installatieprogramma voor het pakket is toegevoegd, worden de standaardconfiguratie-instellingen toegepast die door het gedownloade LPMC-installatieprogramma voor het pakket zijn verstrekt.