Als de organisatie een IP-adres gebruikt voor communicatie met de proxyserver, configureert u de HTTP/FTP-instellingen.
Voer in de Embedded Web Server een van de volgende handelingen uit:
Klik op Apparaat > Network/poorten > HTTP/FTP-instellingen.
Voer het IP-adres van de HTTP-proxyserver in.
Klik op Instellingen > Netwerk/poorten > TCP/IP.
Typ in het gedeelte HTTP/FTP-instellingen het IP-adres van de HTTP-proxyserver.
Sla de instellingen op.
Als de proxyserver is geconfigureerd met een hostnaam, of een gebruikersnaam en wachtwoord vereist, doet u het volgende:
Voer in de Embedded Web Server een van de volgende handelingen uit:
Klik op Apps > Configuratie app-framework.
Schakel in het gedeelte Configuratie Framework de optie Proxy-instellingen van printer gebruiken uit.
Voer de hostnaam en de proxygegevens van de HTTP-proxyserver in.
Voer afhankelijk van uw printermodel een van de volgende handelingen uit:
Klik op Instellingen > Toepassingen > Toepassingsbeheer > Systeem > Configureren.
Klik op Instellingen > Apparaatoplossingen > Oplossingen (eSF) > Systeem > Configureren.
Klik op Instellingen > Embedded Solutions > Systeem > Configureren.
Schakel Proxy-instellingen van printer gebruiken uit.
Voer hostnaam en proxyreferenties van de HTTP-proxyserver in.
Sla de instellingen op.
Importeer een UCF- of VCC-bestand dat de volgende instellingen bevat:
<setting name="settings.useprinterproxy"> <setting name="settings.http.proxyurl"> <setting name="settings.http.proxyport"> <setting name="settings.proxyurl"> <setting name="settings.proxyport">
Voorbeeldwaarden
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?> <esfSettings> <app name="systemManagerImpl" settingVersion="6.2.0"> <global> <setting name="settings.useprinterproxy">false</setting> <setting name="settings.http.proxyurl">http.proxy1.fmr.com</setting> <setting name="settings.http.proxyport">80</setting> <setting name="settings.proxyurl">http.proxy.fmr.com</setting> <setting name="settings.proxyport">8000</setting> </global> </app> </esfSettings>