Clientsoftware installeren op een Mac-besturingssysteem

Een Active Directory-domein koppelen

Het Active Directory-domein toevoegen aan de DNS-serverlijst
  1. Ga op de computer naar Systeemvoorkeuren en klik vervolgens op Netwerk.

  2. Selecteer het netwerk en klik op Geavanceerd.

  3. Klik op DNS, klik in het gedeelte DNS-servers op + en typ vervolgens het IP-adres van het Active Directory-domein.

  4. Klik in het gedeelte Zoekdomeinen op + en typ vervolgens de naam van het Active Directory-domein.

  5. Klik op OK.

  6. Klik in het venster Netwerk op Toepassen.

Het Active Directory-domein koppelen
  1. Ga op de computer naar Systeemvoorkeuren en klik vervolgens op Gebruikers en groepen.

    Opmerking: Als de instellingen niet beschikbaar zijn, klikt u op de vergrendelknop. U hebt een beheerdersaccount nodig om de instellingen te ontgrendelen.
  2. Klik op Aanmeldopties en klik in het gedeelte Netwerkaccountserver op Koppelen.

  3. Configureer de instellingen.

    • Server: het adres van de Active Directory-domeincontroller

    • Clientcomputer-ID: de naam van de clientcomputer

    • AD-beheerder: de accountnaam die is gekoppeld aan het Active Directory-domein

    • AD-beheerderswachtwoord: het wachtwoord van het account dat is gekoppeld aan het Active Directory-domein

  4. Klik op OK.

  5. Meld u af van de computer en meld u vervolgens weer aan met de gebruikers-ID en het wachtwoord die zijn gekoppeld aan het Active Directory-domein.

Het printerstuurprogramma installeren

Opmerking: We raden u aan Lexmark Mac UPD te installeren voordat u LPMC installeert.
  1. Voer het installatiebestand uit vanaf uw computer.

  2. Selecteer Uitpakken en schakel de optie Start de installatiesoftware uit.

  3. Kopieer het pad naar de UPD-bestanden.

    Opmerking: Als u het pad wilt wijzigen, bladert u naar de map waarin u de UPD-bestanden wilt opslaan.
  4. Klik op Installeren en volg de aanwijzingen op het scherm.

Lexmark Print Management Client installeren

Voor Mac wordt LPMC gedistribueerd als één PKG-bestand.

  1. Kopieer het configuratiebestand naar de map waarin u het installatiepakket hebt opgeslagen en pas dit aan, indien nodig. Zie Informatie over configuratiebestanden voor Mac-besturingssysteem voor meer informatie.

  2. Installeer het pakket. Voer een van de volgende handelingen uit:

    • Dubbelklik op het PKG-bestand.

    • Voer install.sh uit op de terminal.

  3. Volg de instructies op het computerscherm.

  4. Nadat de installatie is voltooid, controleert u in de Activity Monitor of de benodigde services actief zijn.

    • LPMCapture: de service Lexmark Print Capture

    • LPMRelease: de service Lexmark Print Release

    • LPMDeleteJobTracker: de service LPM Deleted Job Tracker

    • LPMApp: de LPM-achtergrondtoepassing op gebruikersniveau

  5. Opmerking: Na de installatie worden de uitvoerbare bestanden, het bestand configuration.xml en de SSL-certificaten opgeslagen in de map '/Bibliotheek/Lexmark/LPMC'. Het logbestand wordt standaard in '/var/tmp' opgeslagen als lpmc.log.

Informatie over configuratiebestanden voor Mac-besturingssysteem

Logboekfunctie

Instelling

Standaardwaarde

Beschrijving

LogFilePath

/var/tmp/lpmc.log

Het pad waar de logbestanden zijn opgeslagen.

LoggingEnabled

false

  • Als true is ingesteld, worden de LPMC-gebeurtenissen geregistreerd.

  • Als debug is ingesteld, wordt er meer informatie geregistreerd.


LPMServerlessADSettings

CaptureSettings

Instelling

Standaardwaarde

Beschrijving

LoopbackPort

9167

De poort die met de Capture-service communiceert bij inkomende afdruktaken. Als u een andere poort wilt gebruiken, wijzig dan de poort die door de afdrukwachtrij wordt gebruikt.

PrintJobFileNameFormat

%d_%i.prn

De bestandsnaamindeling die door de Capture-service wordt gebruikt voor het opslaan van de afdruktaken. %d is het tijdstip waarop een opdracht wordt afgedrukt, en %i is de huidige telling van het aantal tikken.

U kunt de volgende waarden gebruiken als onderdeel van de bestandsnaam:

%u - Gebruikersnaam

%pd - Naam van het printerstuurprogramma

%pq - Naam van de afdrukwachtrij


ClientSettings

Instelling

Standaardwaarde

Beschrijving

PrintAndKeepLifespan

48

Geeft aan hoeveel uren na het afdruktijdstip de afdruktaak door LPMC wordt verwijderd.

UnprintedJobsLifespan

48

Na dit aantal uren wordt een afdruktaak die niet is vrijgegeven in een afdrukwachtrij door LPMC verwijderd.


ReleaseSettings

Instelling

Standaardwaarde

Beschrijving

EsfListenerPort

9443

De poort waarnaar een opdracht wordt vrijgegeven vanaf de printer.

UseSSL

true

Hiermee bepaalt u of de communicatie met Print Release via SSL verloopt. Als ServerPort is ingesteld op 80, stelt u de waarde in op false om een niet-SSL-verbinding tot stand te brengen.


ServerSettings

Instelling

Standaardwaarde

Beschrijving

ActiveDirectoryUserProperty

Otherloginworkstations

Active Directory-kenmerk dat LPMC gebruikt voor opslaan en ophalen van data. Als otherLoginWorkstations niet beschikbaar is, gebruikt u customAttributeName om een aangepast gebruikerskenmerk te gebruiken.

ServiceAccountUserName

N.v.t.

Gebruikersnaam aangewezen als het serviceaccount. De beheerder stelt deze instelling in vóór de implementatie.


ADWriteSettings

Instelling

Standaardwaarde

Beschrijving

ADWriteOption

AtPrintTime

Bepaalt wanneer LPMC het IP-adres van het werkstation naar de Active Directory-server schrijft.

Gebruik een van de volgende waarden:

  • AtStartup- het IP-adres van het werkstation wordt uitsluitend geschreven wanneer LPMC wordt gestart. Het IP-adres wordt verwijderd wanneer het werkstation wordt afgesloten of overschakelt op een energiebesparende stand.

  • AtPrintTime- IP-adres van het werkstation wordt uitsluitend geschreven wanneer een afdruktaak wordt afgedrukt. Het wordt verwijderd wanneer de gebruiker geen taken meer heeft die op het werkstation worden vastgehouden, wanneer het werkstation wordt afgesloten of overschakelt op een energiebesparende stand. Als een opgeslagen taak wordt aangetroffen tijdens het starten van LPMC, dan wordt het IP-adres van het werkstation onmiddellijk geschreven.

  • AtStartupAndPrintTime- het IP-adres van het werkstation wordt geschreven tijdens het starten van LPMC en tijdens het afdrukken van een afdruktaak. Het wordt niet verwijderd wanneer de gebruiker geen taken meer heeft die op het werkstation worden vastgehouden. Het wordt verwijderd wanneer het werkstation wordt afgesloten of overschakelt op een energiebesparende stand.


LPMServerlessSettings

CaptureSettings

Instelling

Standaardwaarde

Beschrijving

LoopbackPort

9168

De poort die met de Capture-service communiceert bij inkomende afdruktaken. Als u een andere poort wilt gebruiken, wijzig dan de poort die door de afdrukwachtrij wordt gebruikt.

PrintJobFileNameFormat

%d_%i.ps

De bestandsnaamindeling die door de Capture-service wordt gebruikt voor het opslaan van de afdruktaken. %d is het tijdstip waarop een opdracht wordt afgedrukt, en %i is de huidige telling van het aantal tikken.

U kunt de volgende waarden gebruiken als onderdeel van de bestandsnaam:

%u - Gebruikersnaam

%pd - Naam van het printerstuurprogramma

%pq - Naam van de afdrukwachtrij


ClientSettings

Instelling

Standaardwaarde

Beschrijving

PrintAndKeepLifespan

48

Geeft aan hoeveel uren na het afdruktijdstip een afdruktaak door LPMC wordt verwijderd.

UnprintedJobsLifespan

48

Na dit aantal uren wordt een afdruktaak die niet is vrijgegeven in een afdrukwachtrij door LPMC verwijderd.


ReleaseSettings

Instelling

Standaardwaarde

Beschrijving

EsfListenerPort

443

De poort waarnaar een opdracht wordt vrijgegeven vanaf de printer.

UseSSL

true

Hiermee bepaalt u of de communicatie met Print Release via SSL verloopt.


ServerSettings

Instelling

Standaardwaarde

Beschrijving

ServerIP

api.iss.lexmark.com/lpm-gateway

Het serveradres voor vrijgeven en bijhouden.

ServerPort

443

De poort waarnaar een opdracht wordt vrijgegeven vanaf de printer.

UseSSL

true

Hiermee bepaalt u of de communicatie met Print Release via SSL verloopt.


ServerAPISettings

Instelling

Standaardwaarde

Beschrijving

APIVersion

2.0

De gebruikte versie van de application programming interface (API).

IDPServerSettings

ServerIP

ServerPort

idp.iss.lexmark.com

443

Het adres van de identiteitsserviceprovider waarmee gebruikers worden geverifieerd.

De poort waarnaar een opdracht wordt vrijgegeven vanaf de printer.

UseSSL

true

Hiermee bepaalt u of de communicatie met Print Release via SSL verloopt.


LPMServerSettings

CaptureSettings

Instelling

Standaardwaarde

Beschrijving

LoopbackPort

9168

De poort die met de Capture-service communiceert bij inkomende afdruktaken. Als u een andere poort wilt gebruiken, wijzig dan de poort die door de afdrukwachtrij wordt gebruikt.

PrintJobFileNameFormat

%d_%i.prn

De bestandsnaamindeling die door de Capture-service wordt gebruikt voor het opslaan van de afdruktaken. %d is het tijdstip waarop een opdracht wordt afgedrukt, en %i is de huidige telling van het aantal tikken.

U kunt de volgende waarden gebruiken als onderdeel van de bestandsnaam:

%u - Gebruikersnaam

%pd - Naam van het printerstuurprogramma

%pq - Naam van de afdrukwachtrij


ServerSettings

Instelling

Standaardwaarde

Beschrijving

ServerIP

lsp.lexmark.com/lexmark

Het SaaS-serveradres voor vrijgeven en bijhouden.

Typ https://lsp.lexmark.com/<companyID>, waar <companyID> de unieke naam of ID is die is toegekend aan het bedrijf.

ServerPort

443

De poort waarnaar een opdracht wordt vrijgegeven vanaf de printer.


IDPServerSettings

Instelling

Standaardwaarde

Beschrijving

ServerIP

idp.iss.lexmark.com

Het adres van de identiteitsserviceprovider waarmee gebruikers worden geverifieerd.

ServerPort

443

De poort waarnaar een opdracht wordt vrijgegeven vanaf de printer.


DeleteJobTrackerSettings

Instelling

Standaardwaarde

Beschrijving

TrackDeletedJob

true

Als deze waarde is ingesteld op false worden de verwijderde taken niet bijgehouden.

SendImmediately

true

Als deze waarde is ingesteld op false worden de verwijderde taken door LPMC verzonden met behulp van de IntervalMode.

IntervalMode

minuten

De gegevens van de verwijderde taken worden na een opgegeven tijdsinterval verzonden. U kunt dit interval opgeven in minuten, uren, dagen of weken.

SendInterval

Minutes

Daily

Weekly

Day

Hour

1200

Hiermee geeft u wanneer de gegevens van de verwijderde taken naar de rapportageserver moeten worden verzonden.

Minuten: geef een waarde op die gelijk is aan of hoger is dan 1.

Dagelijks: geef de waarde op in uren in de notatie UUMM. Het interval wordt elke dag geactiveerd op het ingestelde uur. U kunt meerdere instellingen opgeven voor Dagelijks. Deze instelling activeert meerdere keren per dag de Deleted Job Tracker.

Wekelijks: bestaat uit de waarden Dag en Uur.

Dag: geef een waarde op van 1 t/m 7, waarbij 1 'zondag' is en 7 'zaterdag'.

Uur: geef de waarde op in de notatie UUMM, waarbij het interval wordt geactiveerd op het ingestelde tijdstip.

U kunt meerdere instellingen opgeven voor Dag en Uur.

ServerSettings

ServerIP

ServerPort

ServerSSL

0.0.0.0

9780

false

Bevat de informatie over de rapportageserver waarop de gegevens van de verwijderde taken zijn opgeslagen.

OtherSettings

SiteName

N.v.t.

Meer informatie over gegevens van verwijderde opdrachten.

SiteName: de naam van de locatie vanwaar de opdracht is verzonden.


Voorbeeld van een configuratiebestand voor Mac-besturingssysteem

<?xml version="1.0" encoding="utf-8"?>
<Configuration xmlns:xsd="http://www.w3.org/2001/XMLSchema" 
xmlns:xsi="http://www.w3.org/2001/XMLSchema-instance">
  <Logger>
    <LogFilePath>/var/tmp/lpmc.log</LogFilePath>
    <LoggingEnabled>false</LoggingEnabled>
  </Logger>
  <LPMServerlessADSettings>
	  <CaptureSettings>
          <LoopbackPort>9167</LoopbackPort>
          <PrintJobFileNameFormat>%d_%i.ps</PrintJobFileNameFormat>
	  </CaptureSettings>
	  <ClientSettings>
          <PrintAndKeepLifespan>48</PrintAndKeepLifespan>
          <UnprintedJobsLifespan>48</UnprintedJobsLifespan>
	  </ClientSettings>
	  <ReleaseSettings>
          <EsfListenerPort>9443</EsfListenerPort>
          <UseSSL>true</UseSSL>
	  </ReleaseSettings>
	  <ServerSettings>
          <ActiveDirectoryUserProperty>otherLoginWorkstations</ActiveDirectoryUserProperty>
          <ServiceAccountUsername></ServiceAccountUsername>
	  </ServerSettings>
      <ADWriteSettings>
          <!--values are {AtStartup | AtPrintTime | AtStartupAndPrintTime} -->
          <ADWriteOption>AtStartupAndPrintTime</ADWriteOption>
      </ADWriteSettings>
  </LPMServerlessADSettings>
<LPMServerlessSettings>
	  <CaptureSettings>
          <LoopbackPort>9168</LoopbackPort>
          <PrintJobFileNameFormat>%d_%i.ps</PrintJobFileNameFormat>
	  </CaptureSettings>
	  <ClientSettings>
          <PrintAndKeepLifespan>48</PrintAndKeepLifespan>
          <UnprintedJobsLifespan>48</UnprintedJobsLifespan>
	  </ClientSettings>
	  <ReleaseSettings>
          <EsfListenerPort>443</EsfListenerPort>
          <UseSSL>true</UseSSL>
	  </ReleaseSettings>
	  <ServerSettings>
          <ServerIP>api.iss.lexmark.com/lpm-gateway</ServerIP>
          <ServerPort>443</ServerPort>
          <UseSSL>true</UseSSL>
	  </ServerSettings>
      <ServerAPISettings>
          <APIVersion>2.0</APIVersion>
          <IDPServerSettings>
              <ServerIP>idp.iss.lexmark.com</ServerIP>
              <ServerPort>443</ServerPort>
              <UseSSL>true</UseSSL>
          </IDPServerSettings>
      </ServerAPISettings>
  </LPMServerlessSettings>
  <LPMServerSettings>
      <CaptureSettings>
          <LoopbackPort>9168</LoopbackPort>
          <PrintJobFileNameFormat>%d_%i.ps</PrintJobFileNameFormat>
      </CaptureSettings>
      <ClientSettings>
      </ClientSettings>
      <ServerSettings>
          <ServerIP>lsp.lexmark.com/lexmark</ServerIP>
          <ServerPort>443</ServerPort>
      </ServerSettings>
      <IDPServerSettings>
          <ServerIP>idp.iss.lexmark.com</ServerIP>
          <ServerPort>443</ServerPort>
      </IDPServerSettings>
  </LPMServerSettings>
  <DeleteJobTrackerSettings>
      <TrackDeletedJob>true</TrackDeletedJob>
      <SendImmediately>true</SendImmediately>
      <IntervalMode>minutes</IntervalMode>
      <SendInterval>
          <Minutes>5</Minutes>
          <Daily>1200</Daily>
          <Daily>2300</Daily>
          <Weekly>
              <Day>2</Day>
              <Day>3</Day>
              <Day>4</Day>
              <Day>5</Day>
              <Day>6</Day>
              <Hour>1000</Hour>
              <Hour>1500</Hour>
          </Weekly>
      </SendInterval>
      <ServerSettings>
          <ServerIP>0.0.0.0</ServerIP>
          <ServerPort>9780</ServerPort>
          <ServerSSL>false</ServerSSL>
      </ServerSettings>
      <OtherSettings>
          <SiteName></SiteName>
      </OtherSettings>
  </DeleteJobTrackerSettings>
</Configuration>

Een afdrukwachtrij maken

  1. Ga op de computer naar Systeemvoorkeuren en klik vervolgens op Printers en scanners.

  2. Klik op + en klik daarna in het venster Toevoegen op IP.

  3. Typ in het veld Adres 127.0.0.1:9167.

  4. Selecteer HP Jetdirect - socket in het menu Protocol.

  5. Typ in het veld Naam de naam van de afdrukwachtrij.

  6. Selecteer Lexmark algemene zwart-witlaserprinter of Lexmark algemene kleurenlaserprinter in het menu Gebruiken.

  7. Klik op Toevoegen.