Batchweergave configureren

Een batchweergave aanmaken

  1. Klik op de navigatiebalk op het tabblad Interfaceconfiguratie.

  2. Klik in het menu Batchweergave op Weergaven > Aanmaken.

  3. Typ in de Sectie algemeen een unieke naam en omschrijving.

  4. Voeg indien nodig een of meer vragen toe.

  5. Selecteer in de sectie Tabelkolommen de kolommen die u wilt gebruiken voor de batchtabel. Voer een of meer van de volgende handelingen uit:

    • Om een kolom te activeren, klikt u op de kolomnaam in het veld Beschikbare items en vervolgens op the Move to the Right icon.

    • Om de geactiveerde kolommen te herschikken, klikt u op een kolomnaam en vervolgens op the Move Up icon of op the Move Down icon.

      Opmerking: De kolomnamen aan de rechterzijde van de Beschikbare items zijn geactiveerd.
    • Selecteer In-line bewerkbaar om updates door users mogelijk te maken.

    • Selecteer Hyperlink om meer informatie weer te geven over de items in de kolom.

  6. Voeg indien nodig nog filters en facetten toe. Voer een of meer van de volgende handelingen uit:

    Opmerking: Filters en facets zijn batchfilters die links van de kolommen van de batchweergave worden weergegeven.
    • Om een filter te activeren, klikt u op de filternaam in het veld Beschikbare items en vervolgens op the Move to the Right icon.

    • Om de geactiveerde filters te herschikken, klikt u op een filternaam en vervolgens op the Move Up icon of op the Move Down icon.

      Opmerkingen:

      • De filternamen aan de rechterzijde van de Beschikbare items zijn geactiveerd.
      • Klik the Edit icon naast de filternaam om het filter te bewerken.
  7. Selecteer in het gedeelte Standaard-sorteervolgorde een batch-eigenschap in oplopende/aflopende volgorde.

  8. Klik op Batchweergave aanmaken.

Een batchweergave bewerken

  1. Klik op de navigatiebalk op het tabblad Interfaceconfiguratie.

  2. Klik in het menu Batchweergave op Weergaven.

  3. Klik op een batchweergave.

  4. Configureer de instellingen van de batchweergave.

  5. Klik op Batchweergave bewaren.

Een standaardbatchweergave instellen

  1. Klik op de navigatiebalk op het tabblad Interfaceconfiguratie.

  2. Klik in het menu Batchweergave op Weergaven.

  3. Selecteer een batchweergave en klik vervolgens op Als standaard instellen.

Een batchweergave verwijderen

  1. Klik op de navigatiebalk, selecteer het tabblad Interfaceconfiguratie.

  2. Klik in het menu Batchweergave op Weergaven.

  3. Selecteer een batchweergave en klik vervolgens op Verwijderen > OK.

    Opmerking: U kunt een door het systeem geleverde weergave niet verwijderen.