Kleurinstellingen aanpassen
In plaats van de automatische kleurinstellingen te gebruiken kunt u de kleurinstellingen ook handmatig aanpassen voor een optimaal kleurresultaat.
Kleurinstellingen aanpassen tijdens het afdrukken
- Open het opgeslagen document.
- Klik op Archief
Print in de toepassing. - Kies Kleuropties in het voorgrondmenu Aantal en pagina's.
- Maak een keuze uit de volgende kleurinstellingen:
- Kleur: resulteert in natuurlijke kleuren, ideaal voor het afdrukken van foto's en afbeeldingen.
- Alleen zwart: bij deze instelling wordt alleen de zwarte inktcartridge gebruikt voor afdrukken, zodat alle uitvoer volledig zwart is. Documenten worden met een hogere snelheid afgedrukt.
Kleurinstellingen aanpassen tijdens het scannen of kopiëren
- Scan of kopieer een item.
- Open Lexmark 3300 Series Takencentrum.
- Op het tabblad Scannen kunt u de kleurinstellingen als volgt aanpassen:
- Klik op Voorbeeld/bewerken.
- Selecteer op het tabblad Instellingen een standaardscaninstelling die overeenkomt met het document.
Als de juiste standaardinstelling ontbreekt, kunt u de scaninstellingen aanpassen door de kleurdiepte en resolutie te wijzigen en een optie voor effenen te kiezen.
- Pas op het tabblad Aanpassingen de instellingen voor helderheid, contrast en gamma aan en verzacht of verscherp de afbeelding.
- Stel negatiefkleuren in.
- Op het tabblad Kopiëren kunt u de kleurinstellingen als volgt aanpassen:
- Klik op Voorbeeld/bewerken.
- Bij Soort kopie op het tabblad Instellingen kunt u de volgende instellingen selecteren:
- Kleur: voor alle kleurendocumenten en -afbeeldingen.
- Grijsschaal: voor zwartwitafbeeldingen.
- Zwart: voor documenten die alleen tekst bevatten.
- Effenen.
- Pas op het tabblad Aanpassingen de instellingen voor helderheid, contrast en gamma aan en verzacht of verscherp de afbeelding.
- Stel negatiefkleuren in.