Terug naar Hoofdpagina

Spuitopeningen en contactpunten schoonvegen

Als de afdrukkwaliteit na het reinigen van de spuitopeningen niet beter is, kan er opgedroogde inkt op de spuitopeningen of contactpunten zitten.

  1. Verwijder de cartridges uit de printer. Zie Gebruikte inktcartridges verwijderen voor meer informatie.
  2. Maak een schone, pluisvrije doek vochtig met water en plaats de doek op een vlakke ondergrond.
    Opmerking: plaats twee vellen papier onder de doek om te voorkomen dat er inkt op het werkoppervlak komt.
  3. Houd de doek voorzichtig ongeveer drie seconden tegen de spuitopeningen en veeg de spuitopeningen schoon in de aangegeven richting.

  4. Houd een schoon gedeelte van de doek voorzichtig ongeveer drie seconden tegen de contactpunten en veeg de contactpunten schoon in de aangegeven richting.

  5. Laat de spuitopeningen en contactpunten helemaal opdrogen voordat u de cartridges terugplaatst. Zie Inktcartridges installeren voor meer informatie.
Terug naar All-In-One onderhouden