Spuitopeningen en contactpunten schoonvegen
Als de afdrukkwaliteit na het reinigen van de spuitopeningen niet beter is, kan er opgedroogde inkt op de spuitopeningen of contactpunten zitten.
- Verwijder de cartridges uit de printer. Zie Gebruikte inktcartridges verwijderen voor meer informatie.
- Maak een schone, pluisvrije doek vochtig met water en plaats de doek op een vlakke ondergrond.
Opmerking: | plaats twee vellen papier onder de doek om te voorkomen dat er inkt op het werkoppervlak komt. |
- Houd de doek voorzichtig ongeveer drie seconden tegen de spuitopeningen en veeg de spuitopeningen schoon in de aangegeven richting.

- Houd een schoon gedeelte van de doek voorzichtig ongeveer drie seconden tegen de contactpunten en veeg de contactpunten schoon in de aangegeven richting.

- Laat de spuitopeningen en contactpunten helemaal opdrogen voordat u de cartridges terugplaatst. Zie Inktcartridges installeren voor meer informatie.