Draadloos afdrukken instellen

Opmerking: Een SSID (Service Set Identifier) is een naam die is toegewezen aan een draadloos netwerk. WEP (Wireless Encryption Protocol) en WPA (Wi-Fi Protected Access) zijn beveiligingstypen die in een netwerk worden gebruikt.

Benodigde gegevens voor het instellen van een printer op een draadloos netwerk

Opmerking: sluit de installatie- of netwerkkabel niet aan totdat dit wordt aangegeven door de installatiesoftware.

Als u de printer installeert op een 802.1X-netwerk met de geavanceerde methode, hebt u wellicht de volgende gegevens nodig:

De printer installeren op een draadloos netwerk (Windows)

Controleer het volgende voor u de printer installeert op een draadloos netwerk:

  1. Sluit het netsnoer aan op de printer en steek de stekker in een geaard stopcontact, schakel de stroom in.


    Zorg dat de printer en computer helemaal zijn ingeschakeld en klaar voor gebruik.

    Schakel geen USB-kabel aan totdat de instructies hiervoor op het scherm verschijnen.

  2. Plaats de cd Software en documentatie.

  3. Klik op Printer en software installeren.

  4. Klik op Akkoord om de licentieovereenkomst te accepteren.

  5. Klik op Aanbevolen en vervolgens op Volgende.

  6. Klik op Draadloos netwerk aansluiten.

  7. Sluit tijdelijk een USB-kabel aan tussen de computer op het draadloze netwerk en de printer.

    Opmerking: Als de printer eenmaal is geconfigureerd, dan zal de software u de instructie geven de tijdelijke USB-kabel te verwijderen; hierna kunt u draadloos afdrukken.
  8. Volg de instructies op het computerscherm om de installatie van de software te voltooien.

    Opmerking: Basis is de aanbevolen keuzemogelijkheid. Selecteer alleen Geavanceerd als u de installatie wilt aanpassen.
  9. Om andere computers op het draadloze netwerk toegang te geven tot het gebruik van de draadloze printer volgt u stap 2 t/m 6 en stap 8 voor elke computer afzonderlijk.

De printer installeren op een draadloos netwerk (Macintosh)

Configuratie van de printer voorbereiden

  1. Zoek het MAC-adres van de printer op het blad dat bij de printer is geleverd. Schrijf de laatste zes cijfers van het MAC-adres op in het vakje hieronder:

    MAC-adres: ___ ___ ___ ___ ___ ___

  2. Sluit het netsnoer aan op de printer en steek de stekker in een geaard stopcontact, schakel de stroom van de printer in.

      

Voer de printerinformatie in

  1. Open de AirPort-opties.

    In Mac OS X versie 10.5 en later
    1. Kies vanuit het Apple-menu Systeemvoorkeuren.

    2. Klik op Netwerk.

    3. Klik op AirPort.

    In Mac OS X 10.4 en eerder
    1. Kies in de Finder Ga > Programma's.

    2. Dubbelklik in de map Programma's op Internetverbinding.

    3. Klik in de werkbalk op AirPort.

  2. Selecteer vanuit het pop-upmenu Netwerk printserver xxxxxx, hier staan de x’en voor de laatste zes cijfers van het MAC-adres dat u hebt gevonden op het blad met het MAC-adres.

  3. Open de Safari-browser.

  4. Selecteer vanuit het keuzemenu Bladwijzers Toon.

  5. Selecteer Bonjour of Rendezvous bij Collecties en dubbelklik op de printernaam.

    Opmerking: De applicatie heeft de naam Rendezvous in Mac OS X versie 10.3, maar heet nu Bonjour bij Apple Computer.
  6. Ga vanaf de hoofdpagina van de Embedded Web Server naar de pagina waar de informatie over de draadloze instellingen is opgeslagen.

De printer configureren voor draadloze toegang

  1. Typ de naam van uw netwerk (SSID) in het daarvoor bedoelde veld.

  2. Selecteer Infrastructuur als uw Netwerkmodus als u gebruikmaakt van een draadloze router.

  3. Selecteer het type beveiliging dat u wilt gebruiken om uw draadloze netwerk te beschermen.

  4. Voer de beveiligingsinformatie in die nodig is om de printer toe te voegen aan uw draadloze netwerk.

  5. Klik op Submit (Verzenden).

  6. Open de AirPort-toepassing op uw computer:

    In Mac OS X versie 10.5 en later
    1. Kies vanuit het Apple-menu Systeemvoorkeuren.

    2. Klik op Netwerk.

    3. Klik op AirPort.

    In Mac OS X 10.4 en eerder
    1. Kies in de Finder Ga > Programma's.

    2. Dubbelklik in de map Programma's op Internetverbinding.

    3. Klik in de werkbalk op AirPort.

  7. Selecteer vanuit het pop-upvenster Netwerk uw draadloze netwerk.

Configureer uw computer voor draadloos gebruik van de printer

Als u wilt afdrukken op een netwerkprinter, moet elke Macintosh-gebruiker een aangepast PPD-bestand (Postscript Printer Description) installeren en een afdrukwachtrij maken in Afdrukbeheer of Printerconfiguratie.

  1. Installeer een PPD-bestand op de computer:

    1. Plaats de cd Software en documentatie in het cd-rom- of dvd-romstation

    2. Dubbelklik op het printerinstallatiepakket.

    3. Klik in het welkomstvenster op Ga door.

    4. Klik nogmaals op Ga door nadat u het Leesmij-bestand hebt gelezen.

    5. Lees de licentieovereenkomst door, klik op Ga door en klik vervolgens op Akkoord om hiermee akkoord te gaan.

    6. Kies een bestemming en klik op Ga door.

    7. Klik in het scherm Standaard op Installeer.

    8. Voer het gebruikerswachtwoord in en klik vervolgens op OK.

      Alle benodigde software is op de computer geïnstalleerd.

    9. Klik op Close (Sluit) wanneer de installatie is voltooid.

  2. Voeg de printer toe:

    1. Voor afdrukken via IP:

      In Mac OS X versie 10.5 en later
      1. Kies vanuit het Apple-menu Systeemvoorkeuren.

      2. Klik op Afdrukken en faxen.

      3. Klik op +.

      4. Selecteer de printer uit de lijst.

      5. Klik op Voeg toe.

      In Mac OS X 10.4 en eerder
      1. Kies in de Finder Ga > Programma's.

      2. Dubbelklik op de map Hulpprogramma's.

      3. Dubbelklik op Printer Setup Utility (Printerconfiguratie) of Print Center (Afdrukbeheer).

      4. Kies Voeg toe in de printerlijst.

      5. Selecteer de printer uit de lijst.

      6. Klik op Voeg toe.

    2. Voor afdrukken via AppleTalk:

      In Mac OS X versie 10.5
      1. Kies vanuit het Apple-menu Systeemvoorkeuren.

      2. Klik op Afdrukken en faxen.

      3. Klik op +.

      4. Klik op AppleTalk.

      5. Selecteer de printer uit de lijst.

      6. Klik op Voeg toe.

      In Mac OS X 10.4 en eerder
      1. Kies in de Finder Ga > Programma's.

      2. Dubbelklik op de map Hulpprogramma's.

      3. Dubbelklik op Print Center (Afdrukbeheer) of Printer Setup Utility (Printerconfiguratie).

      4. Kies Voeg toe in de printerlijst.

      5. Selecteer het tabblad Standaardbrowser.

      6. Klik op Meer printers.

      7. Kies AppleTalk in het eerste pop-upmenu.

      8. Selecteer Lokale AppleTalk-zone in het tweede pop-upmenu.

      9. Selecteer de printer uit de lijst.

      10. Klik op Voeg toe.