De tonercartridge is leeg.
Verwijder de gebruikte tonercartridge en installeer vervolgens een nieuw exemplaar.
Druk op om het bericht te wissen.
U kunt de huidige papierbron wijzigen voor de rest van de afdruktaak. De opgemaakte pagina wordt dan afgedrukt op het papier dat in de geselecteerde lade is is geladen. Hierdoor kunnen tekstfragmenten of afbeeldingen worden afgekapt. Probeer een van de volgende opties:
Om de papierlade met het juiste papierformaat of de juiste papiersoort te selecteren, drukt u op de pijl-omhoog of -omlaag tot verschijnt en vervolgens op
.
Om het bericht te negeren en af te drukken uit de lade die voor de afdruktaak is geselecteerd drukt u op de pijl-omhoog of –omlaag tot wordt weergegeven en vervolgens op
.
Om de huidige afdruktaak te annuleren, drukt u op de pijl-omhoog of –omlaag tot wordt weergegeven en vervolgens op
.
Druk voor meer informatie op de pijl-omhoog of -omlaag tot of
wordt weergegeven en druk op
.
U kunt de huidige papierbron wijzigen voor de rest van de afdruktaak. De opgemaakte pagina wordt dan afgedrukt op het papier dat in de geselecteerde lade is is geladen. Hierdoor kunnen tekstfragmenten of afbeeldingen worden afgekapt. Probeer een van de volgende opties:
Om de papierlade met het juiste papierformaat of de juiste papiersoort te selecteren, drukt u op de pijl-omhoog of -omlaag tot verschijnt en vervolgens op
.
Om het bericht te negeren en af te drukken uit de lade die voor de afdruktaak is geselecteerd drukt u op de pijl-omhoog of –omlaag tot wordt weergegeven en vervolgens op
.
Om de huidige afdruktaak te annuleren, drukt u op de pijl-omhoog of –omlaag tot wordt weergegeven en vervolgens op
.
Druk voor meer informatie op de pijl-omhoog of -omlaag tot of
wordt weergegeven en druk op
.
U kunt de huidige papierbron wijzigen voor de rest van de afdruktaak. De opgemaakte pagina wordt dan afgedrukt op het papier dat in de geselecteerde lade is is geladen. Hierdoor kunnen tekstfragmenten of afbeeldingen worden afgekapt. Probeer een van de volgende opties:
Om de papierlade met het juiste papierformaat of de juiste papiersoort te selecteren, drukt u op de pijl-omhoog of -omlaag tot verschijnt en vervolgens op
.
Om het bericht te negeren en af te drukken uit de lade die voor de afdruktaak is geselecteerd drukt u op de pijl-omhoog of –omlaag tot wordt weergegeven en vervolgens op
.
Om de huidige afdruktaak te annuleren, drukt u op de pijl-omhoog of –omlaag tot wordt weergegeven en vervolgens op
.
Druk voor meer informatie op de pijl-omhoog of -omlaag tot of
wordt weergegeven en druk op
.
U kunt de huidige papierbron wijzigen voor de rest van de afdruktaak. De opgemaakte pagina wordt dan afgedrukt op het papier dat in de geselecteerde lade is is geladen. Hierdoor kunnen tekstfragmenten of afbeeldingen worden afgekapt. Probeer een van de volgende opties:
Om de papierlade met het juiste papierformaat of de juiste papiersoort te selecteren, drukt u op de pijl-omhoog of -omlaag tot verschijnt en vervolgens op
.
Om het bericht te negeren en af te drukken uit de lade die voor de afdruktaak is geselecteerd drukt u op de pijl-omhoog of –omlaag tot wordt weergegeven en vervolgens op
.
Om de huidige afdruktaak te annuleren, drukt u op de pijl-omhoog of –omlaag tot wordt weergegeven en vervolgens op
.
Druk voor meer informatie op de pijl-omhoog of -omlaag tot of
wordt weergegeven en druk op
.
Probeer een van de volgende opties:
Plaats het aangegeven papier in de aangegeven bron om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Om de papierlade met het juiste papierformaat of de juiste papiersoort te selecteren, drukt u op de pijl-omhoog of -omlaag tot verschijnt en vervolgens op
.
Annuleer de afdruktaak. Druk op de pijl-omhoog of de pijl-omlaag omlaag tot .
Druk voor meer informatie op de pijl-omhoog of -omlaag tot of
wordt weergegeven en druk op
.
Probeer een van de volgende opties:
Plaats het aangegeven papier in de aangegeven bron om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Om de papierlade met het juiste papierformaat of de juiste papiersoort te selecteren, drukt u op de pijl-omhoog of -omlaag tot verschijnt en vervolgens op
.
Annuleer de afdruktaak. Druk op de pijl-omhoog of de pijl-omlaag omlaag tot .
Druk voor meer informatie op de pijl-omhoog of -omlaag tot of
wordt weergegeven en druk op
.
Probeer een van de volgende opties:
Plaats het aangegeven papier in de aangegeven bron om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Om de papierlade met het juiste papierformaat of de juiste papiersoort te selecteren, drukt u op de pijl-omhoog of -omlaag tot verschijnt en vervolgens op
.
Annuleer de afdruktaak. Druk op de pijl-omhoog of de pijl-omlaag omlaag tot .
Druk voor meer informatie op de pijl-omhoog of -omlaag tot of
wordt weergegeven en druk op
.
Probeer een van de volgende opties:
Plaats het aangegeven papier in de aangegeven bron om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Om de papierlade met het juiste papierformaat of de juiste papiersoort te selecteren, drukt u op de pijl-omhoog of -omlaag tot verschijnt en vervolgens op
.
Annuleer de afdruktaak. Druk op de pijl-omhoog of de pijl-omlaag omlaag tot .
Druk voor meer informatie op de pijl-omhoog of -omlaag tot of
wordt weergegeven en druk op
.
Probeer een van de volgende opties:
Plaats papier van het juiste formaat en de juiste soort in de universeellader.
Negeer het verzoek en druk af op papier dat al wordt gebruikt in een van de laden. Druk op de pijl-omhoog of de pijl-omlaag omlaag tot .
Als de printer een lade vindt met papier van de juiste soort, wordt het papier vanuit die lade ingevoerd. Als de printer geen lade kan vinden met de juiste papiersoort, wordt de taak afgedrukt op het papier in de standaardinvoerbron.
Druk op de pijl-omhoog of de pijl-omlaag omlaag tot om de afdruktaak te annuleren.
Druk voor meer informatie op de pijltoets omhoog of omlaag tot .
Probeer een van de volgende opties:
Plaats papier van het juiste formaat en de juiste soort in de universeellader.
Negeer het verzoek en druk af op papier dat al wordt gebruikt in een van de laden. Druk op de pijl-omhoog of de pijl-omlaag omlaag tot .
Als de printer een lade vindt met papier van de juiste soort, wordt het papier vanuit die lade ingevoerd. Als de printer geen lade kan vinden met de juiste papiersoort, wordt de taak afgedrukt op het papier in de standaardinvoerbron.
Annuleer de afdruktaak. Druk op de pijl-omhoog of de pijl-omlaag omlaag tot .
Druk voor meer informatie op de pijl-omhoog of -omlaag tot of
wordt weergegeven en druk op
.
Probeer een van de volgende opties:
Plaats papier van het juiste formaat en de juiste soort in de universeellader.
Negeer het verzoek en druk af op papier uit een van de invoerbronnen. Druk op de pijl-omhoog of de pijl-omlaag omlaag tot . De huidige taak wordt mogelijk niet correct afgedrukt.
Als de printer een bron detecteert met de juiste papiersoort, gebruikt de printer het papier uit die bron. Als de printer geen bron met de juiste papiersoort kan vinden, drukt de printer af op het papier uit de standaardpapierbron.
Annuleer de afdruktaak. Druk op de pijl-omhoog of de pijl-omlaag omlaag tot .
Druk voor meer informatie op de pijl-omhoog of -omlaag tot of
wordt weergegeven en druk op
.
Probeer een van de volgende opties:
Plaats papier van het juiste formaat in de opgegeven lade.
Als de universeellader geen papier bevat, moet u een vel papier doorvoeren om het bericht te wissen.
Negeer het verzoek en druk af op papier uit een van de invoerbronnen. Druk op de pijl-omhoog of de pijl-omlaag omlaag tot .
Als de printer een bron detecteert met de juiste papiersoort, gebruikt de printer het papier uit die bron. Als de printer geen bron met de juiste papiersoort kan vinden, drukt de printer af op het papier uit de standaardpapierbron.
Annuleer de afdruktaak. Druk op de pijl-omhoog of de pijl-omlaag omlaag tot .
Druk voor meer informatie op de pijl-omhoog of -omlaag tot of
wordt weergegeven en druk op
.
De capaciteitslimiet van de standaarduitvoerlade is bereikt. Verwijder papier uit de standaarduitvoerlade om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
De tonercartridge is leeg.
Verwijder de gebruikte tonercartridge en installeer vervolgens een nieuw exemplaar.
Druk op om het bericht te wissen.
Dit is het vroege bericht voor de fotoconductorkit. De printer blijft afdrukken, tenzij de waarde voor het cartridge-alarm wordt gewijzigd via het bedieningspaneel van de printer of wordt ingesteld op Aan vanaf de webpagina Meldingen over supplies (op de Embedded Web Server).
Als Aan is ingesteld, stopt de printer met afdrukken. Druk op om te selecteren zodat het afdrukken wordt voortgezet.
Bestel een nieuwe fotoconductorkit als het bericht
wordt weergegeven.U hebt No (Nee) geselecteerd op het scherm "Verify PC unit replaced" (Vervanging van fc-eenheid verifiëren). Wacht tot het bericht is verdwenen.
Wacht tot het bericht is verdwenen.
Bij het herstellen van de fabrieksinstellingen gebeurt het volgende:
Alle bronnen die in het printergeheugen zijn geladen, worden verwijderd. Hieronder vallen ook lettertypen, macro's en symbolensets.
Alle fabrieksinstellingen worden hersteld, behalve de instelling Taal op display in het menu Instellingen en de aangepaste instellingen in de menu's Serieel <x>, Netwerk, Infrarood, LocalTalk en USB.
De printer heeft geregeld onderhoud nodig. Bestel een onderhoudskit, die een verhittingsstation en een overdrachtsrol bevat. Neem contact op met de klantenondersteuning en meld het bericht.
De printer is nu vergrendeld om de volgende reden:
U hebt te vaak een onjuiste PIN ingevoerd bij pogingen om u aan te melden
U hebt geprobeerd u aan te melden met een onjuiste wachtwoordcode om toegang te krijgen tot een printerfunctie, -instelling of -menu waar u geen toegang toe hebt.
Opmerking: Er is een maximum gedefinieerd voor het aantal aanmeldingspogingen. Zodra dit maximum is bereikt, wordt dit bericht weergegeven en wordt de printer vergrendeld. Het bericht blijf op het bedieningspaneel van de printer staan en alle verdere pogingen om menu's te openen mislukken totdat de gedefinieerde time-out is verstreken. De duur van de time-out wordt ingesteld door uw systeembeheerder. |
Wacht tot het bericht is verdwenen nadat de time-out is verstreken en doe daarna het volgende:
Voer de juiste PIN in om toegang te krijgen tot eventuele wachttaken
Raadpleeg uw systeembeheerder als u een wachtwoordcode nodig hebt om toegang te krijgen tot specifieke printerfuncties, -instellingen of -menu's die niet beschikbaar voor u zijn als u de code niet invoert.
De opgegeven lade is uitgeschakeld vanuit het menu Hardware uitschakelen in het menu Configuratie. Wis het bericht door de opgegeven lade vanuit hetzelfde menu in te schakelen. Neem contact op met uw systeembeheerder voor ondersteuning.
Er is een niet-ondersteunde, opnieuw gevulde tonercartridge geïnstalleerd. Verwijder de tonercartridge en installeer vervolgens een nieuw exemplaar.
De opgegeven tonercartridge ontbreekt of functioneert niet goed.
Probeer een van de volgende oplossingen:
Verwijder de tonercartridge en installeer deze vervolgens opnieuw.
Verwijder de tonercartridge en installeer vervolgens een nieuw exemplaar.
Verwijder de tonercartridge en installeer vervolgens een exemplaar dat wel wordt ondersteund.
Verwijder de tonercartridge en installeer vervolgens een exemplaar dat wel wordt ondersteund.
Probeer een van de volgende oplossingen:
Vul de lade met het juiste papier.
Druk op de pijl-omhoog of -omlaag totdat wordt weergegeven en druk vervolgens op
om het bericht te wissen en de taak af te drukken vanuit een andere papierlade.
Controleer de lengte van de lade en de breedtegeleiders en zorg ervoor dat het papier op de juiste manier wordt geplaatst.
Windows-gebruikers controleren de instellingen van Eigenschappen om er zeker van te zijn dat de printer het juiste papierformaat en de juiste papiersoort vraagt voor de afdruktaak.
Macintosh-gebruikers controleren de instellingen van het dialoogvenster Druk af om er zeker van te zijn dat de printer het juiste papierformaat en de juiste papiersoort vraagt voor de afdruktaak.
Controleer of het papierformaat correct is ingesteld. Als Formaat U-lader bijvoorbeeld is ingesteld op Universal, dient u ervoor te zorgen dat het papier lang genoeg is voor de gegevens die u wilt afdrukken.
Annuleer de huidige afdruktaak. Druk op de pijl-omhoog en -omlaag tot verschijnt en druk op
.
Er is onvoldoende geheugen beschikbaar op de printer om de instellingen op te slaan. Installeer extra geheugen of druk op om Bronnen opslaan uit te schakelen en door te gaan met afdrukken.
Probeer een van de volgende opties:
Druk op de pijl omlaag totdat wordt weergegeven en druk vervolgens op
om het defragmenteren te stoppen en door te gaan met afdrukken.
Verwijder lettertypen, macro's en andere gegevens uit het RAM-geheugen van de printer.
Installeer extra printergeheugen.
Probeer een van de volgende opties:
Druk op de pijl omlaag totdat wordt weergegeven. Druk vervolgens op
om het opgeslagen gedeelte van de taak af te drukken en de rest van de afdruktaak te sorteren.
Annuleer de huidige afdruktaak.
De printer heeft enkele wachttaken verwijderd om de huidige taken te kunnen verwerken. Druk op de pijl omlaag totdat wordt weergegeven en druk vervolgens op
om het bericht te wissen.
Probeer een van de volgende oplossingen:
Druk op de pijl-omhoog of -omlaag totdat wordt weergegeven en druk vervolgens op
om het bericht te wissen.
Annuleer de huidige afdruktaak. Druk op de pijl-omhoog en -omlaag tot verschijnt en druk op
.
Installeer extra printergeheugen.
Probeer een van de volgende oplossingen:
Druk op de pijl-omhoog of -omlaag totdat wordt weergegeven. Druk vervolgens op
om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Annuleer de huidige afdruktaak. Druk op de pijl-omhoog en -omlaag tot verschijnt en druk op
.
Installeer extra printergeheugen.
Installeer een tonercartridge die overeenkomt met de regiocode van de printer. x is de waarde voor de regio van de printer. y is de waarde voor de regio van de cartridge. x en y kunnen de volgende waarden hebben:
1 | VS en Canada |
2 | EMEA (Europa, Midden-Oosten, Afrika) |
3 | Azië en landen in de Stille Oceaan |
4 | Latijns-Amerika |
9 | Ongedefinieerd |
Druk op de knop pijl-omhoog of pijl-omlaag tot wordt weergegeven. Druk vervolgens op
om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Annuleer de huidige afdruktaak.
Probeer een van de volgende oplossingen:
Druk op de pijl omlaag totdat wordt weergegeven en druk vervolgens op
om het defragmenteren te stoppen en door te gaan met afdrukken.
Geladen lettertypen en macro's die niet eerder zijn opgeslagen in het flashgeheugen worden verwijderd.
Verwijder lettertypen, macro's en andere gegevens uit het flashgeheugen.
Voer een upgrade uit naar een flashgeheugenkaart met een grotere capaciteit.
Probeer een van de volgende oplossingen:
Druk op de pijl omlaag totdat wordt weergegeven en druk vervolgens op
om het defragmenteren te stoppen en door te gaan met afdrukken.
Formatteer het flashgeheugen. Als het foutbericht niet verdwijnt, is het flashgeheugen mogelijk beschadigd en moet het worden vervangen.
Probeer een van de volgende opties:
Druk op de knop pijl-omhoog of pijl-omlaag tot wordt weergegeven. Druk vervolgens op
om het bericht te wissen.
Stel de printer opnieuw in door het apparaat uit en weer aan te zetten.
Upgrade (flash) de netwerkfirmware in de printer of afdrukserver.
Probeer een van de volgende oplossingen:
De printer negeert gegevens die via de parallelle poort worden ontvangen. Druk op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Controleer of het menu-item Parallelbuffer niet is ingesteld op Uitgeschakeld.
Probeer een van de volgende oplossingen:
De printer negeert gegevens die via de USB-poort worden ontvangen. Druk op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Controleer of het menu-item USB-buffer niet is ingesteld op Uitgeschakeld.
Probeer een van de volgende opties:
Zet de printer uit en verwijder de extra flashopties:
Zet de printer uit.
Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
Verwijder het flash-geheugen dat u niet gebruikt.
Sluit het netsnoer aan op een goed geaard stopcontact.
Zet de printer weer aan.
Druk op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Zet de printer uit.
Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
Opmerking: Optionele laden grijpen in elkaar als ze worden gestapeld. Verwijder gestapelde laden één voor één en van boven naar beneden. |
Verwijder de extra laden.
Sluit het netsnoer aan op een goed geaard stopcontact.
Zet de printer weer aan.
De printer heeft geregeld onderhoud nodig. Bestel een onderhoudskit met een verhittingsstation en een overdrachtsrol. Neem contact op met de klantenondersteuning als het onderhoudsbericht wordt weergegeven.
De fotoconductorkit is bijna versleten.
Probeer een van de volgende opties:
Vervang de fotoconductor.
Druk op de knop pijl-omhoog of pijl-omlaag tot wordt weergegeven. Druk vervolgens op
om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
De toner is bijna op. Vervang de tonercartridge en druk vervolgens op de knop pijl-omhoog of pijl-omlaag, totdat wordt weergegeven. Druk vervolgens op
om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Dit bericht verdwijnt automatisch na 30 seconden. Vervolgens wordt de geladen emulator op de firmwarekaart uitgeschakeld.
U kunt dit verhelpen door de juiste emulatorversie te laden vanaf de website van Lexmark op www.lexmark.com.