Laden koppelen en ontkoppelen

Als de instellingen voor papierformaat en -soort gelijk zijn voor bepaalde laden, worden de laden automatisch gekoppeld. Als een van de gekoppelde invoerladen leeg raakt, wordt automatisch de volgende gekoppelde invoerlade gebruikt. U kunt unieke papiersoorten, zoals briefhoofdpapier of normaal papier in verschillende kleuren, het beste verschillende aangepaste namen geven zodat de laden waarin de papiersoorten zich bevinden, niet automatisch worden gekoppeld.

Laden koppelen en ontkoppelen

  1. Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.

    Opmerkingen:

    • Het IP-adres van de printer staat op het bedieningspaneel in het gedeelte TCP/IP in het menu Netwerken/Poorten. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
    • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen.
  2. Klik op Instellingen >Menu Papier.

  3. De instellingen voor het papierformaat en de papiersoort wijzigen voor de laden die u wilt koppelen.

    • Om laden te koppelen moeten het papierformaat en de papiersoort die in beide laden worden gebruikt hetzelfde zijn.

    • Om laden te ontkoppelen mogen het papierformaat en de papiersoort van de beide laden niet hetzelfde zijn.

  4. Klik op Verzenden.

Opmerking: U kunt de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort ook wijzigen via het bedieningspaneel. Zie Papierformaat en papiersoort instellen voor meer informatie.
Let op—Kans op beschadiging: Het papier in de lade moet overeenkomen met de naam van de papiersoort die op de printer is toegewezen. De temperatuur van het verhittingsstation is afhankelijk van de opgegeven papiersoort. Als de instellingen niet correct zijn geconfigureerd, kunnen er afdrukproblemen optreden.

Een aangepaste papiersoort configureren

Embedded Web Server gebruiken
  1. Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.

    Opmerkingen:

    • Druk een netwerkconfiguratiepagina of een pagina met menu-instellingen af en zoek vervolgens het IP-adres op in het gedeelte voor TCP/IP. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
    • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen.
  2. Klik op Instellingen >Menu Papier >Aangepaste soorten.

  3. Selecteer een aangepaste papiersoortnaam en selecteer vervolgens een aangepaste papiersoort.

    Opmerking: Normaal papier is de standaardpapiersoort voor alle aangepaste namen die door de gebruiker worden gedefinieerd.
  4. Klik op Verzenden.

Printerinstellingen op de computer gebruiken

Afhankelijk van uw besturingssysteem kunt u het menu Aangepast openen via het Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen of via Printer Settings.

Een aangepaste papiersoort toewijzen

Embedded Web Server gebruiken
  1. Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.

    Opmerkingen:

    • Een pagina met netwerkinstellingen of menu-instellingen afdrukken en vervolgens het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte zoeken. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
    • Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden geladen.
  2. Klik op Instellingen >Menu Papier.

  3. Selecteer een papierbron in het gedeelte Ladeconfiguratie en selecteer vervolgens een aangepast papiersoort in de kolom voor papiersoort.

  4. Klik op Verzenden.

Printerinstellingen op de computer gebruiken

Afhankelijk van uw besturingssysteem kunt u het menu Papier openen via het Hulpprogramma voor lokale-printerinstellingen of via Printer Settings.