Security (Beveiliging), menu

Beveiligd afdrukken, menu

Optie

Tot

Max. ongeldige PIN

Uit

2–10

Het aantal keren beperken dat een ongeldige PIN-code kan worden ingevoerd.

Opmerking: Wanneer de limiet is bereikt, worden de afdruktaken voor de betreffende gebruikersnaam en PIN verwijderd.

Vervaltijd beveiligde taak

Uit

1 uur

4 uur

24 uur

1 week

De duur beperken dat een beveiligde afdruktaak aanwezig blijft in de printer voordat de taak wordt verwijderd.

Opmerkingen:

  • Als de instelling voor Vervaltijd vertrouwelijke afdruktaken wordt gewijzigd terwijl er vertrouwelijke afdruktaken aanwezig zijn in het RAM van de printer, wordt de vervaltijd van deze afdruktaken niet ingesteld op de nieuwe standaardwaarde.
  • Wanneer de printer wordt uitgeschakeld, worden alle beveiligde taken in het RAM-geheugen van de printer verwijderd.
Verlooptijd voor herhaalde taken

Uit

1 uur

4 uur

24 uur

1 week

Een tijdlimiet instellen voor het bewaren van afdruktaken.

Verlooptijd voor gecontroleerde taken

Uit

1 uur

4 uur

24 uur

1 week

Een tijdlimiet instellen voor het bewaren van afdruktaken waarvoor verificatie vereist is.

Verlooptijd voor gereserveerde taken

Uit

1 uur

4 uur

24 uur

1 week

Een tijdlimiet instellen voor het bewaren van afdruktaken die op een later tijdstip worden afgedrukt.


Logbestand beveiligingscontrole, menu

Optie

Tot

Log verwijderen

Nu verwijderen

Niet verwijderen

Geef op of controlelogbestanden wel of niet worden verwijderd.

Opmerking: Nu verwijderen is de standaardfabrieksinstelling.

Log configureren

Controle inschakelen

Ja

Nee

Extern systeemlog inschakelen

Nee

Ja

Externe systeemlogvoorziening

0–23

Ernst van te loggen gebeurtenissen

0-7

Geef op of er wel of geen controlelogbestanden worden gemaakt en hoe deze worden gemaakt.

Opmerkingen:

  • Met Controle inschakelen wordt bepaald of gebeurtenissen worden geregistreerd in het beveiligde controlelog en in het externe systeemlog. "Nee" is de standaardinstelling.
  • Met Extern systeemlog inschakelen wordt bepaald of logs naar een externe server worden verzonden. "Nee" is de standaardinstelling.
  • Met Externe systeemlogvoorziening wordt bepaald welke waarde wordt gebruikt wanneer logs worden verzonden naar de server met het externe systeemlog. 4 is de standaardinstelling.
  • Als het logbestand van beveiligingscontrole is geactiveerd, wordt de ernstwaarde van elke gebeurtenis geregistreerd. 4 is de standaardinstelling.

Datum en tijd instellen, menu

Optie

Tot

Huidige datum en tijd

De huidige datum- en tijdinstellingen voor de printer weergeven.

Opmerking: De datum en tijd zijn ingesteld als JJJJ-MM-DD HH:MM.

Handmatig datum en tijd instellen

[datum/tijd invoeren]

De datum en tijd opgeven.

Opmerking: als u de datum en tijd instelt met dit menu, wordt NTP inschakelen automatisch ingesteld op Uit.

Tijdzone

[lijst met tijdzones]

De tijdzone selecteren.

Opmerking: GMT is de standaardinstelling.

Automatisch zomertijd gebruiken

Uit

Aan

De printer zo instellen dat de toepasselijke begin- en eindtijd van de zomertijd worden gebruikt overeenkomstig de tijdzone-instelling van de printer.

Opmerking: Aan is de standaardinstelling.

NTP inschakelen

Uit

Aan

Het netwerktijdprotocol inschakelen, dat de klokken van apparaten in een netwerk synchroniseert.

Opmerkingen:

  • Aan is de standaardinstelling.
  • NTP inschakelen wordt automatisch ingesteld op Uit als u de datum en tijd handmatig instelt.