![]() | LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. |
Til de voorklep op en laat de deur van de universeellader zakken.
Til de groene hendel omhoog en trek de tonercartridge uit de printer.
Leg de cartridge opzij.
Til de groene hendel op en trek de beeldverwerkingseenheid uit de printer.
Leg de beeldverwerkingseenheid opzij op een vlakke, gladde ondergrond.
Let op—Kans op beschadiging: De beeldverwerkingseenheid mag niet langer dan tien minuten worden blootgesteld aan licht. Langdurige blootstelling aan licht kan tot problemen met de afdrukkwaliteit leiden. |
Trek het vastgelopen papier voorzichtig naar rechts en verwijder het vervolgens uit de printer.
Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. |
Let op—Kans op beschadiging: Het vastgelopen papier is mogelijk bedekt met toner die vlekken op uw kleding en huid kan maken. |
Plaats de beeldverwerkingseenheid.
Opmerking: Volg daarbij de pijlen op de zijkant van de printer. |
Plaats de cartridge in de printer en zet de groene hendel terug in de juiste positie.
Opmerkingen:
Sluit de klep van de universeellader en de voorklep.
Raak op het bedieningspaneel van de scanner Gereed aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.