Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.

Als u een document in de ADI plaatst, moet u de papiergeleiders aanpassen.

Druk op het bedieningspaneel van de printer op .

Wanneer u het document op de glasplaat heeft geplaatst en u wilt meerdere pagina’s kopiëren, plaats dan de volgende pagina op de glasplaat en druk vervolgens op 1 op het toetsenblok. Druk anders op het toetsenblok op 2.

Druk op om terug te keren naar Gereed.

Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADI).

Pas de papiergeleiders aan.

Druk op het bedieningspaneel van de printer op de knop Copy (Kopiëren) of gebruik het toetsenblok om het aantal kopieën in te voeren.

Geef de gewenste kopieerinstellingen op.

Druk op het bedieningspaneel van de printer op .

Druk op om terug te keren naar Gereed.

Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat.

Druk op het bedieningspaneel op Copy (Kopiëren) of gebruik het toetsenblok om het aantal kopieën in te voeren.

Geef de gewenste kopieerinstellingen op.

Druk op het bedieningspaneel van de printer op .

Plaats het volgende document op de glasplaat en druk dan op 1 op het toetsenblok. Druk anders op het toetsenblok op 2.

Druk op om terug te keren naar Gereed.

Plaats een document met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat.

Druk op het bedieningspaneel van de printer op de knop Kopiëren.

Druk op om de eerste zijde van het origineel te kopiëren.

Draai het origineel om en plaats het met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat.

Draai de kopie om en plaats die in de papierlade.

Druk op 1 op het numerieke toetsenblok om de tweede zijde van het origineel te kopiëren.

Druk op 2 om aan te geven dat er geen pagina’s meer zijn om te kopiëren.