Informatie over het bedieningspaneel van de printer

Onderdeel

Beschrijving

1

Selecties en instellingen

Hiermee kunt u een functie selecteren, zoals Kopiëren, Scannen/E-mailen, Faxen of Opties. U kunt het adresboek gebruiken bij het scannen naar e-mail.

Opmerking: De Faxmodus is niet beschikbaar op bepaalde printermodellen.

2

Displaygedeelte

Hiermee kunt u scan-, kopieer-, fax- en afdrukopties en de status- en foutberichten bekijken. U kunt de beheermenu’s openen en een afdruktaak starten, stoppen of annuleren.

3

Toetsenblokgedeelte

Hiermee kunt u nummers, letters of symbolen invoeren op de display. U kunt het Adresboek openen of de standaardfaxinstellingen wijzigen op printermodellen die de faxfunctie ondersteunen.


Onderdeel

Beschrijving

1

Kopiëren

Hiermee opent u de kopieerfunctie

2

Scannen/E-mailen

Hiermee opent u de functie scannen of scannen naar e-mail

3

Faxen

Hiermee opent u de faxfunctie

Opmerking: De Faxmodus is niet beschikbaar op bepaalde printermodellen.

4

Opties

Hiermee wijzigt u tijdelijk instellingen, bijvoorbeeld Origineel formaat, Papierbron en Schalen


Onderdeel

Beschrijving

1

Menu

Hiermee opent u de beheermenu’s

2

Display

Hiermee kunt u de scan-, kopieer-, fax- en afdrukopties en de status- en foutberichten bekijken.

3

Stoppen/Annuleren

  • Hiermee stopt u het afdrukken

  • Hiermee sluit u een menu af en gaat u terug naar Gereed

4

Starten

Hiermee start u een kopieer-, scan- of faxtaak

5

Pijl naar rechts

Hiermee kunt u naar rechts bladeren.

6

Selecteer

Hiermee accepteert u menuselecties en instellingen

7

Pijl naar links

Hiermee kunt u naar links bladeren.

8

Indicatielampje

  • Uit: de stroom is uitgeschakeld.

  • Knippert groen: de printer is bezig met opwarmen, verwerken van gegevens of afdrukken.

  • Groen: de printer is ingeschakeld, maar niet actief.

  • Knippert rood: ingrijpen van gebruiker is vereist.

9

Terug

Hiermee keert u terug naar het vorige menu.


Onderdeel

Beschrijving

1

Haak

Druk op om de lijn te openen (alsof u de hoorn van een telefoon oppakt) als u een fax wilt versturen. Druk een tweede keer op om de verbinding te verbreken.

Opmerking: De Faxmodus is niet beschikbaar op bepaalde printermodellen.

2

Toetsenblok

Hiermee kunt u nummers, letters of symbolen invoeren op de display.

3

Snelkoppelingen

Hiermee opent u het snelkoppelingsscherm

4

Adresboek

Open een van de geprogrammeerde snelkoppelingen (1-99) voor faxen en e-mailen.

Opmerking: Faxmodus is niet beschikbaar op bepaalde printermodellen.

5

Opnieuw kiezen/Onderbreken

  • Druk op de knop Opnieuw bellen/Pauzeren om een pauze in te lassen van twee tot drie seconden bij het kiezen van een faxnummer. In het veld Faxen naar: wordt een pauze weergegeven door een komma (,).

  • Druk op de knop Opnieuw bellen/Pauzeren als u een faxnummer opnieuw wilt kiezen.

  • De knop werkt alleen in het menu Faxen of in combinatie met faxfuncties. Als u buiten het menu Fax, de faxfunctie of het Home-scherm op Opnieuw bellen/Pauzeren drukt, wordt er een geluidssignaal weergegeven.

Opmerking: De Faxmodus is niet beschikbaar op bepaalde printermodellen.