Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Verwijder eventuele foutberichten.
Controleer of de stekker van de printer goed in het stopcontact zit, of het apparaat is ingeschakeld en of
op het display wordt weergegeven.Hier volgen enkele voorbeelden van een slechte kopieerkwaliteit:
Lege pagina's
Dambordpatronen
Vervormde afbeeldingen
Ontbrekende tekens
Fletse afdrukken
Donkere afdrukken
Scheve lijnen
Vlekken
Strepen
onverwachte tekens
witte lijnen op afdrukken
Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen:
Verwijder eventuele foutberichten.
Als
wordt weergegeven of als de afdruk vaag is, kunt u als volgt proberen de levensduur van de inktcartridge te verlengen:Reinig de glasplaat met een schone, stofvrije doek die met water is bevochtigd. Als uw printer een ADI heft, moet de glasplaat van de ADI goed worden gereinigd. Zie Glasplaat reinigen voor meer informatie.
Pas de instelling voor kopieerintensiteit.
Zorg dat het document van goede kwaliteit is.
Zorg dat het document of de foto linksboven op de glasplaat is geplaatst, met de bedrukte zijde naar beneden.
Als u hebt geprobeerd om uw originele document in de ADI te plaatsen, kunt u proberen om het op de glasplaat te leggen.
Wijzig de instelling voor intensiteit in een lichtere waarde.
Wijzig de instelling voor Achtergrond verwijderen in het menu Kopieerinstellingen.
Druk op het bedieningspaneel van de printer op de knop Inhoud tot het lampje naast Tekst of Tekst/foto gaat branden.
Draai het originele document op de glasplaat.
Druk op het bedieningspaneel op Schalen en pas de instelling aan.
Druk op het bedieningspaneel op Inhoud tot het lampje naast Tekst of Tekst/foto gaat branden.
Druk op het bedieningspaneel van de printer op Inhoud tot het lampje naast Tekst/foto of Foto gaat branden.
Druk op het bedieningspaneel op Intensiteit en stel de intensiteit donkerder in.
Opmerkingen:
Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen:
Zorg dat het document of de foto linksboven op de glasplaat is geplaatst, met de bedrukte zijde naar beneden.
Zorg dat de instelling voor papierformaat overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst:
Controleer via het bedieningspaneel van de printer de instelling voor Papierformaat in het menu Papier.
Geef de juiste instelling voor formaat op voor u de taak verzendt voor afdrukken:
Windows: geef het formaat op dat is ingesteld in Printereigenschappen.
Voor Macintosh-gebruikers: geef het formaat op via het dialoogvenster Pagina-instelling of het dialoogvenster Druk af.