Met deze optie opent u een scherm waarin u het formaat kunt kiezen van de documenten die u wilt scannen.
Raak een papierformaatknop aan om het betreffende formaat te selecteren als de instelling voor Origineel formaat. Het FTP-scherm wordt weergegeven met de nieuwe instelling.
Als u Origineel Formaat instelt op Gemengde formaten, kunt u een origineel document scannen dat verschillende papierformaten bevat.
Deze optie geeft aan de printer door of het origineel eenzijdig (simplex) of dubbelzijdig (duplex) is bedrukt. De scanner weet nu wat er moet worden gescand om in het document te worden opgenomen.
Deze optie geeft aan de printer door of het origineel staand of liggend is en wijzigt vervolgens de instellingen voor Zijden en Inbinden zodat deze overeenkomen met de afdrukstand van het origineel.
Met deze optie stelt u de uitvoerkwaliteit in van uw bestand. Door een hogere afbeeldingsresolutie wordt het bestand groter en duurt het langer om uw originele document te scannen. Als u het bestand wilt verkleinen, kunt u een lagere afbeeldingsresolutie instellen.
Met deze optie stelt u de bestandsindeling in voor de gescande afbeelding (PDF, TIFF, JPEG of XPS).
PDF: hiermee wordt een bestand met meerdere pagina's gemaakt dat kan worden weergegeven met Adobe Reader. Adobe Reader wordt gratis aangeboden door Adobe op www.adobe.com.
Beveiligde PDF: hiermee wordt een gecodeerd PDF-bestand gemaakt. Zo wordt de inhoud van het bestand beveiligd tegen ongeautoriseerde toegang.
TIFF: hiermee worden een of meer bestanden gemaakt. Als u TIFF met meerdere pagina's uitschakelt in het menu Instellingen van de Embedded Web Server, wordt met TIFF elke pagina opgeslagen in een afzonderlijk bestand. Een TIFF-bestand is meestal groter dan een gelijkwaardig JPEG-bestand.
JPEG: hiermee wordt voor elke pagina van het originele document een bestand gemaakt en toegevoegd. De pagina's kunnen worden weergegeven met de meeste webbrowsers en grafische programma's.
XPS: hiermee wordt een XPS-bestand met meerdere pagina's gemaakt dat kan worden weergegeven met een viewer in Internet Explorer en .NET Framework. U kunt ook een zelfstandige viewer van derden downloaden
Deze optie geeft aan de printer door wat voor soort document het origineel is. U hebt de keuze uit Tekst, Tekst/foto of Foto. Kleur kunt u in- of uitschakelen bij elke optie onder Inhoud. Opties onder Inhoud hebben invloed op de kwaliteit en grootte van uw FTP-bestand.
Tekst: legt de nadruk op scherpe, zwarte tekst met een hoge resolutie tegen een schone, witte achtergrond.
Tekst/foto: als het origineel een combinatie van tekst en afbeeldingen of foto's bevat.
Foto: geeft aan dat de scanner extra aandacht moet besteden aan afbeeldingen en foto's. Met deze instelling duurt het scannen langer, maar worden alle dynamische tonen van het origineel zo goed mogelijk weergegeven. Hierdoor wordt de hoeveelheid opgeslagen gegevens groter.
Kleur: hier stelt u het scantype en de uitvoer van het FTP-bestand in. Kleurendocumenten kunnen worden gescand en verzonden naar een FTP-server, computer, e-mailadres of de printer.
Door deze knop aan te raken opent u een scherm waarin u de volgende instellingen kunt wijzigen: Geavanceerde beeldverwerking, Aangepaste taak, Transmissielog, Scanvoorbeeld, Rand wissen en Intensiteit.
Geavanceerde beeldverwerking—pas de beelduitvoerinstellingen aan voordat u het document scant.
Achtergrond verwijderen—hiermee past u het witte gedeelte van de uitvoer aan. Klik op de pijltoetsen om het witte gedeelte te vergroten of te verkleinen.
Kleur wegfilteren—wordt gebruikt voor de OCR-verwerking (Optical Character Recognition) van formulieren. Door een kleur te selecteren, wordt die kleur uit het formulier verwijderd, om zo verbeterde OCR-mogelijkheden mogelijk te maken.
Contrast—klik op de pijltoetsen om het contrast te verhogen of te verlagen.
JPEG-kwaliteit—klik op de pijltoetsen om de beeldcompressie te verhogen of te verlagen.
Afbeelding spiegelen—selecteer dit vakje om de afbeelding gespiegeld te scannen.
Negatiefafbeelding—selecteer dit vakje om een negatiefbeeld van de afbeelding te scannen.
Schaduwdetail—klik op de pijltoetsen om de zichtbare details in schaduwen te verhogen of te verlagen.
Rand tot rand scannen—selecteer dit vakje om van rand tot rand te scannen.
Scherpte—klik op de pijltoetsen om de scherpte te verhogen of te verlagen.
Aangepaste taak (taak samenstellen): hiermee combineert u meerdere scantaken tot één enkele taak.
Transmissielog: hiermee drukt u de transmissielog of de transmissiefoutenlog af.
Scanvoorbeeld: hiermee wordt de eerste pagina van een afbeelding weergegeven voordat deze in het FTP-bestand wordt opgenomen. Als de eerste pagina is gescand, volgt er een korte pauze en wordt vervolgens het voorbeeld weergegeven.
Rand wissen: met deze functie verwijdert u vlekken of informatie rondom de randen van een document. U kunt een heel gebied langs alle zijden van het papier weghalen, of een bepaalde rand aangeven. Met Rand wissen wist u alles wat in het geselecteerde gebied ligt, zodat er niets wordt afgedrukt op dat gedeelte van het papier.
Intensiteit: hiermee kunt u aangeven hoeveel lichter of donkerder uw gescande documenten moeten worden.