Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen

Met de informatie in de volgende onderwerpen kunt u problemen met de afdrukkwaliteit oplossen. Neem contact op met onze klantenondersteuning als het probleem door deze suggesties niet wordt opgelost. Mogelijk moet een printeronderdeel worden afgesteld of vervangen.

Problemen met afdrukkwaliteit opsporen

U kunt problemen met de afdrukkwaliteit opsporen door de testpagina's voor afdrukkwaliteit af te drukken.

  1. Zet de printer uit.

  2. Plaats papier van A4- of Letter-formaat in de lade.

  3. Houd en ingedrukt terwijl u de printer aanzet.

  4. Laat de knoppen los wanneer het scherm met de voortgangsbalk wordt weergegeven.

    De printer voert de opstartcyclus uit, waarna het menu Configuratie wordt weergegeven.

  5. Raak de Pijl-omlaag herhaaldelijk aan tot Pagina's Afdrukkwaliteit wordt weergegeven.

  6. Raak Print Quality Pages (Pagina's Afdrukkwaliteit) aan.

    De testpagina's voor de afdrukkwaliteit worden afgedrukt.

  7. Raak Back (Terug) aan.

  8. Raak Exit Configuration (Configuratie afsluiten) aan.

Lege pagina's

Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen:

er bevindt zich mogelijk verpakkingsmateriaal op de tonercartridge

Verwijder de tonercartridge en controleer of het verpakkingsmateriaal op de juiste manier is verwijderd. Plaats de tonercartridge terug.


De toner is mogelijk bijna op

Bestel een nieuwe tonercartridge als 88 Cartridge bijna leeg wordt weergegeven.

Als het probleem zich blijft voordoen, heeft de printer misschien onderhoud nodig. Neem voor meer informatie contact op met de klantenservice.

Tekens hebben gekartelde of ongelijkmatige randen

Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen:

Controleer de instellingen voor afdrukkwaliteit


Controleer of de gedownloade lettertypen worden ondersteund

Als u gedownloade lettertypen gebruikt, controleert u of de lettertypen worden ondersteund door de printer, de hostcomputer en het programma.

Onvolledige afbeeldingen

Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen:

Controleer de papiergeleiders

Schuif de breedte- en lengtegeleiders in de juiste positie voor het papier dat in de printer is geplaatst.


Controleer de instelling voor papierformaat

Zorg dat de instelling voor papierformaat overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst:

  1. Controleer via het bedieningspaneel van de printer de instelling voor Papierformaat in het menu Papier.

  2. Geef de juiste instelling voor formaat op voor u de taak verzendt voor afdrukken:

    • Windows: geef het formaat op dat is ingesteld in Printereigenschappen.

    • Voor Macintosh-gebruikers: geef het formaat op via het dialoogvenster Pagina-instelling of het dialoogvenster Druk af.

Zwevende afbeeldingen

Controleer de instelling voor papiersoort

Zorg dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst:

  1. Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papiersoort in het menu Papier.

  2. Geef de juiste instelling voor soort op voordat u de taak verzendt voor afdrukken:

    • Windows: geef de soort op die is ingesteld in Printereigenschappen.

    • Macintosh: geef de soort op die is ingesteld in het dialoogvenster Druk af.

Grijze achtergrond

Controleer de instelling voor Tonerintensiteit

Selecteer een lichtere instelling voor Tonerintensiteit:

Onjuiste marges

Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen:

Controleer de papiergeleiders

Schuif de geleiders in de juiste positie voor het desbetreffende papierformaat.


Controleer de instelling voor papierformaat

Zorg dat de instelling voor papierformaat overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst:

  1. Controleer via het bedieningspaneel van de printer de instelling voor Papierformaat in het menu Papier.

  2. Geef de juiste instelling voor formaat op voor u de taak verzendt voor afdrukken:

    • Windows: geef het formaat op dat is ingesteld in Printereigenschappen.

    • Voor Macintosh-gebruikers: geef het formaat op via het dialoogvenster Pagina-instelling of het dialoogvenster Druk af.

Gekruld papier

Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen:

Controleer de instelling voor papiersoort

Zorg dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst:

  1. Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papiersoort in het menu Papier.

  2. Geef de juiste instelling voor soort op voor u de taak verzendt voor afdrukken:

    • Windows: geef de soort op die is ingesteld in Printereigenschappen.

    • Macintosh: geef de soort op die is ingesteld in het dialoogvenster Druk af.


Het papier heeft in een vochtige omgeving gelegen en heeft daardoor vocht opgenomen

Onregelmatigheden in de afdruk

Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen:

Het papier bevond zich eerder in een vochtige omgeving en heeft daardoor vocht opgenomen.


Controleer de instelling voor papiersoort

Zorg dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst:

  1. Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papiersoort in het menu Papier.

  2. Geef de juiste instelling voor soort op voor u de taak verzendt voor afdrukken:

    • Windows: geef de soort op die is ingesteld in Printereigenschappen.

    • Macintosh: geef de soort op die is ingesteld in het dialoogvenster Druk af.


Controleer het papier.

Gebruik geen papier met een ruw of vezelig oppervlak.


De toner is mogelijk bijna op

Als 88 Cartridge bijna leeg wordt weergegeven of als de afdruk vaag is, kunt u als volgt proberen de levensduur van de inktcartridge te verlengen:


Het is mogelijk dat het verhittingsstation versleten of defect is

Vervang het verhittingsstation.

Scheve afdruk

Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen:

Controleer de papiergeleiders.

Schuif de geleiders in de juiste positie voor het desbetreffende papierformaat.


Controleer het papier

Zorg ervoor dat u papier gebruikt dat voldoet aan de printerspecificaties.

Effen zwarte of witte strepen

Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen:

Controleer of het vulpatroon juist is

Als het vulpatroon niet juist is, selecteert u een ander vulpatroon in het programma.


Controleer de papiersoort


Zorg dat de toner gelijkmatig verdeeld is over de cartridge

Verwijder de tonercartridge uit de printer en schud de cartridge heen en weer om de toner gelijkmatig te verdelen en plaats hierna de cartridge terug in de printer.


De cartridge is misschien beschadigd of bijna leeg

Vervang de cartridge door de nieuwe cartridge.

Afdruk is te licht

Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen:

Controleer de instellingen voor donkerheid, helderheid en contrast.

De instelling Tonerintensiteit is te laag, de instelling Helderheid is te laag of de instelling Contrast is te laag.


Het papier heeft in een vochtige omgeving gelegen en heeft daardoor vocht opgenomen


Controleer het papier.

Gebruik geen papier met een ruw of vezelig oppervlak.


Controleer de instelling voor papiersoort

Zorg dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst:

  1. Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papiersoort in het menu Papier.

  2. Geef de juiste instelling voor soort op voor u de taak verzendt voor afdrukken:

    • Windows: geef de soort op die is ingesteld in Printereigenschappen.

    • Macintosh: geef de soort op die is ingesteld in het dialoogvenster Druk af.


De toner is bijna op

Bestel een nieuwe tonercartridge als 88 Cartridge bijna leeg wordt weergegeven.


De tonercartridge is mogelijk beschadigd

Vervang de tonercartridge.

Afdruk is te donker

Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties:

Controleer de instellingen voor intensiteit

De instelling voor tonerintensiteit is te hoog.


Het papier heeft in een vochtige omgeving gelegen en heeft daardoor vocht opgenomen


Controleer het papier

Gebruik geen papier met een ruw of vezelig oppervlak.


Controleer de instelling voor papiersoort

Zorg dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst:

  1. Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papiersoort in het menu Papier.

  2. Geef de juiste instelling voor soort op voor u de taak verzendt voor afdrukken:

    • Windows: geef de soort op die is ingesteld in Printereigenschappen.

    • Macintosh: geef de soort op die is ingesteld in het dialoogvenster Druk af.


De tonercartridge is mogelijk beschadigd

Vervang de tonercartridge.

Verticale strepen

Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen:

De toner maakt vlekken

Selecteer een andere lade of lader waaruit het papier voor de taak wordt ingevoerd:


De tonercartridge is defect

Vervang de tonercartridge.


De papierbaan is mogelijk niet vrij

Controleer de papierbaan rond de tonercartridge.

hot_surface caution icon LET OP—HEET OPPERVLAK: de binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letstel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt.

Verwijder al het papier dat u ziet.


Er is toner in de papierbaan terechtgekomen

Neem contact op met de klantenservice.

Op de pagina verschijnen lichte tonervegen of schaduwen op de achtergrond

Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen:

De tonercartridge is mogelijk beschadigd

Vervang de tonercartridge.


De laadrollen zijn mogelijk beschadigd

Vervang de laadrol.


Er is toner in de papierbaan terechtgekomen

Neem contact op met de klantenservice.

De toner laat los

Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen:

Controleer de instelling voor papiersoort

Zorg dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst:

  1. Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papiersoort in het menu Papier.

  2. Geef de juiste instelling voor soort op voor u de taak verzendt voor afdrukken:

    • Windows: geef de soort op die is ingesteld in Printereigenschappen.

    • Macintosh: geef de soort op die is ingesteld in het dialoogvenster Druk af.


Controleer de instelling voor papierstructuur

Controleer in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer of de instelling voor Papierstructuur overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst.

Tonervlekjes

Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties:

De tonercartridge is mogelijk beschadigd

Vervang de tonercartridge.


Er is toner in de papierbaan terechtgekomen

Neem contact op met de klantenservice.

De afdrukkwaliteit van transparanten is slecht

Probeer een of meer van de volgende oplossingen:

Transparanten controleren

Gebruik uitsluitend transparanten die door de printerfabrikant worden aanbevolen.


Controleer de instelling voor papiersoort

Zorg dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst:

  1. Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papiersoort in het menu Papier.

  2. Geef de juiste instelling voor soort op voor u de taak verzendt voor afdrukken:

    • Windows: geef de soort op die is ingesteld in Printereigenschappen.

    • Macintosh: geef de soort op die is ingesteld in het dialoogvenster Druk af.