Als alle hardware- en softwareopties zijn geïnstalleerd en de printer is ingeschakeld, controleert u of de printer correct is ingesteld door het volgende af te drukken:
Pagina met menu-instellingen: gebruik deze pagina om te controleren of alle printeropties correct zijn geïnstalleerd. Onder aan de pagina verschijnt een lijst met geïnstalleerde opties. Als een door u geïnstalleerde optie niet is vermeld, is deze niet correct geïnstalleerd. Verwijder de optie en installeer deze opnieuw.
Pagina met netwerkinstellingen: als de printer is aangesloten op een netwerk, kunt u de netwerkverbinding controleren door een netwerkconfiguratiepagina af te drukken. Deze pagina bevat ook informatie die van belang is bij de configuratie van het afdrukken via een netwerk.
Druk pagina's met menu-instellingen af om de huidige menu-instellingen te bekijken en te controleren of de printeropties correct zijn geïnstalleerd.
Opmerking: Als u nog geen wijzigingen hebt aangebracht in de instellingen van de menu-items, worden op de pagina's met menu-instellingen alle standaardinstellingen weergegeven. Als u andere instellingen hebt geselecteerd en opgeslagen in de menu's, worden de standaardinstellingen vervangen door door de gebruiker gekozen standaardinstellingen. Een door de gebruiker gekozen standaardinstellingen blijft van kracht tot u het menu opnieuw opent, een andere waarde selecteert en deze opslaat. Als u de fabrieksinstellingen wilt herstellen, raadpleegt u Fabrieksinstellingen herstellen. |
Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat het bericht
wordt weergegeven.Druk op op het bedieningspaneel van de printer.
Druk op de pijltoetsen tot
wordt weergegeven en druk op .Druk op de pijltoetsen tot
verschijnt en druk op .Als de pagina's met menu-instellingen zijn afgedrukt, wordt
weergegeven.Als de printer is aangesloten op een netwerk, kunt u de netwerkaansluiting controleren door een pagina met netwerkinstellingen af te drukken. Deze pagina bevat ook informatie die van belang is bij de configuratie van het afdrukken via een netwerk.
Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat het bericht
wordt weergegeven.Druk op op het bedieningspaneel van de printer.
Druk op de pijltoetsen tot
wordt weergegeven en druk op .Druk op de pijltoetsen tot
wordt weergegeven en druk op .Nadat de netwerkconfiguratiepagina is afgedrukt, wordt
weergegeven.Controleer het eerste gedeelte van de pagina met netwerkinstellingen om te zien of bij Status wordt aangegeven dat de printer is aangesloten.
Als bij Status wordt aangegeven dat de printer niet is aangesloten, is het mogelijk dat het LAN-aansluitpunt niet actief is of dat de netwerkkabel niet goed functioneert. Vraag de systeembeheerder om dit probleem op te lossen en druk daarna nog een pagina met netwerkinstellingen af.