Supplies vervangen

De toneroverloopfles vervangen

Vervang de toneroverloopfles als 82 Vervang toneroverloop wordt weergegeven. De printer hervat het afdrukken pas nadat de toneroverloopfles is vervangen.

  1. Haal de nieuwe toneroverloopfles uit de verpakking.

  2. Pak de voorklep vast aan de handgrepen aan de zijkant en trek de klep naar u toe.

    hot_surface caution icon LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt.
  3. Open de bovenklep.

  4. Verwijder de rechterzijklep.

  5. Druk op de groene hendels aan beide zijden van de toneroverloopfles en verwijder de fles.

  6. Plaats de toneroverloopfles in de meegeleverde verpakking.

  7. Plaats de nieuwe toneroverloopfles.

  8. Plaats de rechterzijklep terug.

  9. Sluit de bovenklep.

  10. Sluit de voorklep.

Een zwarte beeldverwerkingskit vervangen

Vervang de zwart/wit-kit als Vervang zwarte beeldverwerkingskit wordt weergegeven.

  1. Pak de voorklep vast aan de handgrepen aan de zijkant en trek de klep naar u toe.

    hot_surface caution icon LET OP—HEET OPPERVLAK: de binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letstel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt.
  2. Open de bovenklep.

  3. Verwijder de tonercartridges door de handgrepen op te tillen en de tonercartridges voorzichtig uit de beeldverwerkingskit te trekken.

  4. Verwijder de rechterzijklep.

  5. Druk op de groene hendels aan beide zijden van de toneroverloopfles en verwijder de fles.

  6. Licht de blauwe hendels van de beeldverwerkingskit op en trek de kit naar u toe.

  7. Druk op de blauwe hendels, pak de groene handgrepen aan de zijkanten vast en trek de beeldverwerkingskit naar buiten.

    Let op—Kans op beschadiging: Raak de onderkant van de beeldverwerkingskit niet aan. Dit kan de beeldverwerkingskit beschadigen.
  8. Verwijder de gele, cyaan en magenta developer-eenheden.

  9. Haal de nieuwe zwart/wit-kit uit de verpakking.

    Verwijder het verpakkingsmateriaal van de zwarte developer-eenheid niet.

  10. Schud de zwarte developer-eenheid zachtjes heen en weer.

  11. Verwijder de rode transportbescherming van de zwarte developer-eenheid.

  12. Plaats de zwarte developer-eenheid.

  13. Plaats de gele, cyaan en magenta developer-eenheden terug.

    Opmerking: Zorg ervoor dat u elke developer-eenheid in de juiste sleuf voor de betreffende kleur plaatst.
  14. Plaats de gebruikte zwarte kit in de meegeleverde verpakking.

  15. Lijn de beeldverwerkingskit uit en plaats de kit in de printer.

  16. Draai de blauwe hendels omlaag tot de beeldverwerkingskit vastklikt.

  17. Vervang de toneroverloopfles.

  18. Plaats de rechterzijklep terug.

  19. Vervang de tonercartridges.

  20. Sluit de bovenklep.

  21. Sluit de voorklep.

Een zwarte- en kleurenbeeldverwerkingskit vervangen

Vervang de zwarte en kleurenkit als Vervang kleurenbeeldverwerkingskit wordt weergegeven.

  1. Pak de voorklep vast aan de handgrepen aan de zijkant en trek de klep naar u toe om deze te openen.

    hot_surface caution icon LET OP—HEET OPPERVLAK: de binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letstel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt.
  2. Open de bovenklep.

  3. Verwijder de tonercartridges door de handgrepen op te tillen en de tonercartridges voorzichtig uit de beeldverwerkingskit te trekken.

  4. Verwijder de rechterzijklep.

  5. Druk op de groene hendels aan beide zijden van de toneroverloopfles en verwijder de fles.

  6. Licht de blauwe hendels van de beeldverwerkingskit op en trek de kit naar u toe.

  7. Druk op de blauwe hendels, pak de groene handgrepen aan de zijkanten vast en trek de beeldverwerkingskit naar buiten.

    Let op—Kans op beschadiging: Raak de onderkant van de beeldverwerkingskit niet aan. Dit kan de beeldverwerkingskit beschadigen.
  8. Haal de nieuwe zwarte en kleurenkit uit de verpakking.

    Verwijder het verpakkingsmateriaal van de developer-eenheden niet.

  9. Schud de gele, cyaan, magenta en zwarte developer-eenheden zachtjes heen en weer.

  10. Verwijder de rode transportbescherming van de gele, cyaan, magenta en zwarte developer-eenheden.

  11. Plaats de gele, cyaan, magenta en zwarte developer-eenheden.

  12. Plaats de gebruikte zwarte en kleurenkit in de meegeleverde verpakking.

  13. Lijn de beeldverwerkingskit uit en plaats de kit in de printer.

  14. Vervang de toneroverloopfles.

  15. Plaats de rechterzijklep terug.

  16. Vervang de tonercartridges.

  17. Sluit de bovenklep.

  18. Sluit de voorklep.

Een tonercartridge vervangen

Verwijder de betreffende tonercartridge (geel, cyaan, magenta of zwart) als 88 Vervang <kleur> cartridge wordt weergegeven. De printer hervat het afdrukken pas nadat de betreffende cartridge is vervangen.

Let op—Kans op beschadiging: Schade die wordt veroorzaakt door het gebruik van een tonercartridge die niet van het merk Lexmark is, valt niet onder de garantie.
Opmerking: Het gebruik van tonercartridges die niet van het merk Lexmark zijn, kan resulteren in slechte afdrukkwaliteit.
  1. Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat Gereed of 88 Vervang <kleur> cartridge wordt weergegeven.

  2. Haal de nieuwe cartridge uit de verpakking en leg deze in de buurt van de printer neer.

  3. Open de bovenklep.

  4. Verwijder de tonercartridge door de hendel omhoog te drukken en deze voorzichtig uit de beeldverwerkingskit te trekken.

  5. Lijn de nieuwe tonercartridge uit en druk deze vervolgens omlaag totdat de cartridge helemaal in de sleuf zit.

  6. Sluit de bovenklep.

Een developer-eenheid vervangen

Vervang een developer-eenheid als er een probleem met de afdrukkwaliteit optreedt of als de printer is beschadigd.

  1. Pak de voorklep vast aan de handgrepen aan de zijkant en trek de klep naar u toe om deze te openen.

    hot_surface caution icon LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt.
  2. Open de bovenklep.

  3. Verwijder de tonercartridges door de handgrepen op te tillen en de tonercartridges voorzichtig uit de beeldverwerkingskit te trekken.

  4. Verwijder de rechterzijklep.

  5. Druk op de groene hendels aan beide zijden van de toneroverloopfles en verwijder de fles.

  6. Licht de blauwe hendels van de beeldverwerkingskit op en trek de kit naar u toe.

  7. Druk op de blauwe hendels, pak de handgrepen aan de zijkanten vast en trek de beeldverwerkingskit naar buiten.

    Let op—Kans op beschadiging: Raak de onderkant van de beeldverwerkingskit niet aan. Dit kan de beeldverwerkingskit beschadigen.
  8. Verwijder de gebruikte developer-eenheid.

  9. Plaats de gebruikte developer-eenheid in de meegeleverde verpakking.

  10. Haal de nieuwe developer-eenheid uit de verpakking.

    Verwijder het verpakkingsmateriaal van de developer-eenheid niet.

  11. Schud de developer-eenheid zachtjes heen en weer.

  12. Verwijder de rode transportbescherming van de developer-eenheid.

  13. Plaats de developer-eenheid.

  14. Lijn de beeldverwerkingskit uit en plaats de kit in de printer.

  15. Vervang de toneroverloopfles.

  16. Plaats de rechterzijklep terug.

  17. Vervang de tonercartridges.

  18. Sluit de bovenklep.

  19. Sluit de voorklep.