De enveloppenlader vullen

  1. Stel de envelopsteun in op de lengte van de te plaatsen enveloppen:

  2. Kantel het envelopgewicht en beweeg het weer terug naar de printer.

  3. Schuif de breedtegeleider naar rechts.

  4. Zorg dat de enveloppen klaar zijn om te worden geplaatst.

    Buig de enveloppen enkele malen heen en weer om de vellen los te maken. Waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht.

  5. Plaats de stapel enveloppen met de klepzijde omlaag.

    Let op—Kans op beschadiging: Gebruik geen enveloppen met postzegels, klemmetjes, drukkers, vensters, bedrukte binnenzijde of zelfklevende sluitingen. Het gebruik van deze enveloppen kan de printer ernstig beschadigen.
    Opmerking: Laat de stapel niet boven de maximale stapelhoogte uitkomen door te veel papier onder de indicator te duwen.
  6. Pas de breedtegeleider aan zodat deze licht tegen de rand van de stapel papier drukt.

  7. Laat het envelopgewicht op de papierstapel zakken.

  8. Stel via het bedieningspaneel van de printer het papierformaat en de papiersoort in.