Onderdeel | Beschrijving | |
---|---|---|
1 | Display | Scan-, kopieer-, fax- en afdrukopties en de status- en foutberichten bekijken. |
2 | Toetsenblok | Hiermee voert u getallen of symbolen in op de display. |
3 | Kiespauze |
|
4 | Back (Achter) | Druk in het menu Kopiëren op om het meest rechtse cijfer van de waarde voor het aantal te kopiëren exemplaren te verwijderen. De standaardwaarde 1 wordt weergegeven als het hele getal wordt verwijderd door meerdere keren op te drukken. Druk in de faxbestemmingslijst op om het meest rechtse cijfer van een getal handmatig te verwijderen. U kunt ook op drukken om de snelkoppeling volledig te verwijderen. Als de regel volledig is verwijderd, kunt u opnieuw op drukken om de cursor een regel naar boven te verplaatsen. Druk in de e-mailbestemmingslijst op om het teken links van de cursor te verwijderen. Komt het teken voor in de snelkoppeling, dan wordt de snelkoppeling verwijderd. |
5 | Beginscherm | Druk op om terug te keren naar het beginscherm. |
6 | Starten |
|
7 | Indicatielampje | Geeft de printerstatus aan:
|
8 | Stop | Hiermee wordt elke activiteit van de printer gestopt. Er wordt een lijst met opties weergegeven op het moment dat op de display verschijnt. |