Printeronderdelen reinigen

Binnenkant van de printer reinigen

Opmerking: mogelijk moet u dit om de paar maanden doen.
Let op—Kans op beschadiging: schade aan de printer door onjuiste behandeling valt niet onder de garantie.
  1. Controleer of de printer is uitgeschakeld en dat de stekker van het netsnoer uit het stopcontact is getrokken.

    attentiepictogram elektrische schokken LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: als u de binnenkant van de printer reinigt, moet u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken en alle kabels losmaken van de printer voordat u doorgaat om elektrische schokken te voorkomen.
  2. Verwijder al het papier uit de standaardlade en universeellader.

  3. Reinig de printer met een zachte borstel of een stofzuiger om stof, inktlint en stukjes papier in en rondom de printer te verwijderen.

  4. Gebruik een droge doek om losse tonerresten op te vegen.

  5. Let op—Kans op beschadiging: laat de klep niet langer dan tien minuten open staan om te voorkomen dat de fotoconductoreenheid te lang aan licht wordt blootgesteld.

De buitenkant van de printer reinigen

  1. Controleer of de printer is uitgeschakeld en de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact is getrokken.

    attentiepictogram elektrische schokken LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Om het risico op elektrische schokken te vermijden, trekt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en maakt u alle kabels los die op de printer zijn aangesloten voor u de buitenkant van de printer reinigt.
  2. Verwijder al het papier uit de printer.

  3. Maak een schone, stofvrije doek vochtig met water.

    Let op—Kans op beschadiging: Gebruik geen schoonmaak- of wasmiddelen. Hiermee kunt u de afwerking van de printer beschadigen.
  4. Maak alleen de buitenkant van de printer schoon.

    Let op—Kans op beschadiging: Als u de binnenkant van de printer reinigt met een vochtige doek, kunt u de printer beschadigen.
  5. Zorg ervoor dat alle gedeelten van de printer droog zijn voordat u een nieuwe afdruktaak start.

Glasplaat reinigen

Zorg dat de glasplaat van de ADI schoon is. Een vlekje op de glasplaat van de ADI kan leiden tot een streep die over de hele lengte van de gescande pagina loopt.

  1. Maak een zachte, pluisvrije doek of een papieren doekje vochtig met water.

  2. Open de scannerklep.

    ADF and scanner glass parts that need to be cleaned

    1

    Witte onderzijde van de ADI-klep

    2

    Witte onderzijde van de scannerklep

    3

    Glasplaat

    4

    ADI-glasplaat


  3. Veeg de aangegeven gedeelten schoon en laat ze drogen.

  4. Sluit de scannerklep.

ADI-onderdelen reinigen

Reinig de ADI-onderdelen regelmatig voor optimale afdrukprestaties. Resten op ADI-onderdelen kunnen problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken en verkeerde 290–294 papier vast berichten.

  1. Schakel de printer uit.

  2. Maak een zachte, pluisvrije doek enigszins vochtig met water.

  3. Open de klep van de ADI.

  4. Verwijder het grijprolmechanisme.

  5. Veeg het oppervlak van beide grijprollen af.

  6. Vervang het grijprolmechanisme.

  7. Veeg het hele oppervlak onder de ADI-klep schoon, ook de twee kleine witte rollen.

  8. Veeg de papierscheiding en vervolgens het grijlrolkussentje schoon.

  9. Trek de flap omhoog zoals is weergegeven en veeg dan de sensor erachter schoon.

  10. Sluit de flap en vervolgens de klep van de ADI.

De lenzen van de printerkop reinigen

Reinig de lenzen van de printerkop als u problemen met de afdrukkwaliteit ondervindt.

  1. Open de bovenste toegangsklep en vervolgens de voorklep.

    open printer top access cover
    open printer front door

    Let op—Kans op beschadiging: om te voorkomen dat de fotoconductors te lang worden blootgesteld aan licht, dient u de voorklep niet langer dan tien minuten open te laten.
  2. Verwijder alle vier de tonercartridges.

    Opmerking: verwijder de fotoconductors niet voor deze procedure.
  3. Zoek de vier lenzen van de printerkop.

  4. Reinig de lenzen met een busje perslucht.

    Let op—Kans op beschadiging: Raak de lenzen van de printerkop niet aan. Hierdoor kunt u de kaart beschadigen.
  5. Plaats de tonercartridges terug.

  6. Sluit de voorklep en vervolgens de bovenste toegangsklep.